Campertprijzen voor A.F.Th., Erik Spinoy en Gustaaf Peek

Ook de Vlaamse dichter Erik Spinoy viel in de prijzen van de Jan Campert Stichting voor zijn bundel ‘Dode kamer’.

Al 60 jaar ijvert de Jan Campert Stichting voor de bevordering van de Nederlandse literatuur. Zij doet dit door het jaarlijks toekennen van enkele literaire prijzen. De Constantijn Huygens Prijs, de voornaamste literaire onderscheiding (10.000 euro), ging naar A.F.Th. van der Heijden voor zijn hele oeuvre.

Deze oeuvreprijs wordt jaarlijks aan een work in progress toegekend. Volgens de jury is Van der Heijden “er in 33 jaar schrijverschap als geen ander in geslaagd om de wereld met een literaire blik te bezien. In zijn romans kan alles literatuur worden.”

De Jan Campert Prijs (5.000 euro) die elk jaar wordt toegekend voor de beste dichtbundel gaat naar ‘Dode kamer’ van Erik Spinoy waar ook Knacks poëzierecensent bij verschijnen erg opgetogen over was: ” ‘Met Boze wolven’ schreef Erik Spinoy in 2002 een van de beste Vlaamse bundels van het voorbije decennium. ‘L’ (2004) was een stuk minder scherp, maar in ‘Ik, en andere gedichten’ (2007) haalde hij weer zijn beste niveau. Zijn verse bundel ‘Dode kamer’ gaat door op dat elan.’

De Ferdinand Bordewijk Prijs (5000 euro) tenslotte, een onderscheiding voor verhalend proza, gaat naar Gustaaf Peek voor ‘Ik was Amerika’. Volgens de jury dompelt Peek “zijn lezers onder in een deelaspect van de Tweede Wereldoorlog dat voor de Nederlandse literatuur volkomen nieuw is: krijgsgevangenkampen voor Duitsers in de VS.”

De prijzen worden op 22 januari in Den Haag uitgereikt.

Frank Hellemans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content