Britse SF-auteurs smeken om wetenschappelijk advies

Sciencefiction wordt niet bepaald geassocieerd met geloofwaardigheid. Daar wil een aantal vooraanstaande schrijvers verandering in brengen.

Zes bij ons minder bekende meesters in het genre — Alastair Reynolds, Ken MacLeod, Geoff Ryman, Justina Robson, Simon Ings en Paul McAuley — vinden dat het dringend tijd wordt dat literatuur en wetenschap elkaar in de armen sluiten om iets aan dat geloofwaardigheidsprobleem te doen. Dat schreven ze in een open brief in de Manchester Review.
Een belangrijke reden voor die gebrekkige geloofwaardigheid van sciencefiction is dat er bij het speculeren over de toekomst soms stevig uit de bocht wordt gegaan. Hollywood hielp de voorbije decennia met talrijke blockbusters een flink uit de kluiten gewassen boerenhand om de reputatie van SF om zeep te helpen. Bovendien is het eigen aan genreliteratuur (en genrefilms) dat er in de massaproductie meer ongeïnspireerde gedrochten dan gepolijste diamanten gegenereerd worden.

Niet dat er in het verleden geen sciencefictionauteurs waren die literair hoogstaande en geloofwaardige toekomstbespiegelingen te boek stelden. Aldous Huxley en George Orwell, om maar een open deur in te trappen. Hun belangrijkste werk — respectievelijk ‘Brave New World’ en ‘1984’ — wordt meer dan een halve eeuw na publicatie nog altijd erkend als visionair. Of Jules Verne, de onbetwiste stamvader van de sciencefiction. Hij leverde in 1865 een technisch hoogstandje af met ‘De reis naar de maan’. Daarin bouwen leden van een Amerikaanse schietclub (de Gun-club), kort na de Amerikaanse burgeroorlog, een projectiel dat hen naar de maan moet brengen. Zowel de vorm van de ruimtecapsule, de snelheid waarmee het projectiel de lucht wordt ingeschoten als de vertrekplaats vertonen opvallende gelijkenissen met het Apolloprogramma van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA, dat in 1969 een eerste mens op de maan zette.

Het verhaal van Verne is zeker niet vrij van onvolkomenheden. Het blijft speculatie. Zo zouden zijn astronauten bijvoorbeeld nooit levend zijn teruggekeerd. Waren ze niet geplet door de hoge versnelling bij het vertrek, dan waren ze opgebrand bij het terugkeren in de atmosfeer. Maar dat was wellicht ook het virtuele gevolg van veel gesimuleerde maanreizen die de echte zijn voorafgegaan. Bovendien is dat niet echt het punt. Ondanks die onvolkomenheden slaagde Verne er wel in om op de wetenschappelijke en technische kennis van zijn tijd grondig voort te borduren en met veel verbeeldingskracht concreet te maken wat weinigen in die tijd voor mogelijk achtten.

Dat gespeculeer blijkt een moeilijke evenwichtsoefening. In hun brief schrijven de zes auteurs: “Als auteurs van sciencefiction worden we voortdurend gedwongen te balanceren tussen de wetenschappelijke praktijk, de huidige stand van zaken, toekomstige ontwikkelingen en het vertellen van een goed verhaal. Die zaken in evenwicht krijgen is moeilijk, maar absoluut de moeite waard. Geloofwaardigheid is immers van wezenlijk belang.”

Die geloofwaardigheid willen ze nu graag structureel ondersteunen door, naar het voorbeeld van de afdeling Sciences and Entertainment Exchange van de Amerikaanse National Academy of Sciences, een instantie op te richten waar auteurs en in het bijzonder sciencefictionauteurs hun vaak complexe, hypothetische premissen wetenschappelijk kunnen toetsen.

Geoff Ryman — winnaar van de British Science Fiction Association Award, de World Fantasy Award en de Arthur C. Clarke Award — is er bijvoorbeeld van overtuigd dat een meer structurele, grootschaligere aanpak de kwaliteit van alle sciencefictionwerk ten goede zou komen. Niet alleen zou het genre ernstiger worden genomen, misschien vinden opmerkelijke wetenschappelijke ideeën zo ingang bij een breder publiek. Want ook wetenschappers zijn vragende partij voor een nauwere samenwerking met schrijvers, vertelde Ryman The Guardian. “Ik werk vaak met wetenschappers samen en zij zijn vaak gefrustreerd omdat zoveel fascinerende wetenschappelijke ideeën de weg naar sciencefiction niet vinden.”

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content