Review | Boeken

‘Bitch? Dat vind ik een eretitel’ (Jonathan Sonnst)

Jonathan Sonnst is weer aardig op dreef in zijn nieuwste thriller 'Dode honden bijten niet'. © Uitgeverij Witsand

Tien jaar geleden won Jonathan Sonnst nog de Knack Poirotprijs. Met ‘Heden rood, morgen dood’ levert hij weer een ijzersterk vervolg af in zijn Erica Steen-reeks, aldus onze immer diepgravende thrilleressayist Lukas De Vos.

In Der Blaue Engel van Josef von Sternberg (1930) staan centraal: het amorele gedrag van de kabaretzangeres Lola (Marlene Dietrich) én haar onverzadigbare lust (“Ich bin von Kopf bis Fuß auf Liebe eingestellt, denn das ist meine Welt. Und sonst gar nichts. Das ist, was soll Ich machen, meine Natur. Ich kann halt lieben nur, und sonst gar nichts”). Wie zich vastklampt doet dat tot eigen scha en schande, want is perfect inwisselbaar. Het noli me tangere dat de verrezen Christus Maria-Magdalena toesnauwt in het Johannes-evangelie krijgt bij de voormalige godsdienstleraar Sonnst zijn diepere en letterlijke betekenis: klamp je niet vast aan mij. Alleen zijn nu de rollen omgedraaid: de femme fatale heeft de gebiedende rol van de man genaast, en zijn onverbiddelijkheid opgeslorpt.

Lara Croft

Het is modieus om als centraal personage in de thriller een Lara Croft op te voeren, een veelzijdige, zelfbewuste vrouw zonder scrupules, en begiftigd met alle hebzucht en geslepenheid de vroegere Moriarty eigen. En het zijn niet alleen schrijfsters die uit feminisme of penisnijd een vrouwelijke hoofdpersoon opvoeren. Marthe Maeren had het inderdaad al nadrukkelijk gedaan, maar ook in een veel geborgener versie Lydia Verbeeck. Op televisie heeft De Ridder Witse afgelost, en dan zwijg ik van een rist Amerikaanse feuilletons. Vervrouwelijking zet zich ook door bij Vlaamse auteurs. Guido Eekhaut schrijft gedeeltelijk onder het pseudoniem Nellie Mandel (Grijze Herfst, Blauwe Sneeuw, Rode Aarde). Ook Toni Coppers heeft in zijn zes al gepubliceerde thrillers Liese Meerhout laten uitgroeien tot krachtigste en aktievoerende figuur. Sonnst pakte in zijn debuut, Deadline, en in de opvolger, Dansende Asse, al uit met een protagoniste, ex-huurmoordenares Robinson Lansing. Nu geeft hij onverbloemd als ondertitel mee: Een Erica Steen Misdaadroman.

Controverse uitlokken

Niet zonder ironie. Erica Steen is in het ware leven een Noorse schrijfster en voormalige luxehoer, die controverse uitlokte met haar sterk autobiografische, expliciete roman Gjennom Nøkkelhullet (Door het Sleutelgat, 2006, ze was toen al 66; de ironische draai zit hem in het voyeurisme van de titel: behalve de gaatjesloerder wordt ook de beaat zedige maar schijnheilig afgestofte, willoze tv-reeks met dezelfde naam over de hekel gehaald, een reality-show waarbij men het interieur moest raden van een vooraanstaande; de reeks liep op de Noorse tv in het seizoen 1997-8) over de erotische “afwijkende” driften van haar klanten. De bijna brutale zelfverzekerdheid, onthechting, en desinteresse voor de obsessies haar kwijlende bezoekers, vind je zonder moeite terug in het harde, egocentrische karakter van Sonnst hoofdpersonage. Ze is zonder twijfel een typische pulpheldin, in rood en zwart, hoge hakken, korte, opwaaiende zomerjurk, gestrekte arm schietensklaar – een omslag dat rechtstreeks uit Charlies’ Angels of een intro van James Bond kon komen.

Poirotprijswinnaar Bavo Dhooghe

De pastiche is niet vrijblijvend. Sonnst trekt ze door nog voor het verhaal begint met vijf gefingeerde, uiteraard lovende commentaren, die hij op de achterflap herneemt. Van Carrie Bradshaw, Dale Cooper, Wolfram & Hart, Sam Fisher en Anastasia Steele. En binnenin nog een toetje van Jack Bauer. Respektievelijk de felle fashionista uit Seks and the City (2002), Kyle MacLachlan (de FBI Special Agent met de verbijsterde ogen uit Twin Peaks), het advocatenkantoor uit Angel (tussen 1989 en 1994 de tv-opvolger van Buffy the Vampire Slayer), de ex-SEAL en CIA agent uit Tom Clancy’s videospel Splinter Cell), de madam uit Vijftig Tinten Grijs, en natuurlijk de Delta Force held uit 24 alias Kiefer Sutherland – Jack Bauer is, wonderlijk genoeg, volgens diens opgestelde biografie, geboren in Santa Monica. Laat dat nu net de titel zijn van Sonnstsstijl- en zielsverwant Bavo Dhooge, die met dat boek de Poirotprijs 2013 won. “Generatiegenoot, jazzcat, veelschrijver en allround toffe kerel”, zoals hij omschreven wordt op Sonnst zijn eigen webstek. Beiden werpen zich op de weinig schroomvallige negentigersidolatrie, met soms puberale vrolijkheid en kwalijke dweepzucht tot gevolg.

Ritme

Om maar te zeggen dat de contouren wel heel nadrukkelijk geschetst zijn: actie, zwarte humor, onbeschaamde pulp, inspiratie uit opomuziek, TV-reeksen (achteraan staat vermeld: “Einde Seizoen 1”. Volgt een voorsmaakje van Seizoen 2, Dode Honden Bijten niet) en misdaadpulp, en filmische benadering. Ritme is meteen ook de grote verdienste van Heden Rood, Morgen Dood. Zowel in vormgeving als in gebalde schriftuur als in de strakke dialogen is de roman een draaiboek. De ene shot volgt de andere op (netjes afgescheiden door drie sterretjes, zoals het brandmerk van een veeranch in de westerns), sekwensen zijn netjes afgewerkt, en met opfleurende hoofdstuktitels in een zwierig verband gebracht.

Dat is klasse. En past perfect bij het modelgenre dat Sonnst hanteert: de alt.crime-novel (de nieuwe film noir), waar de hoofdpersoon steevast een antiheld(in) is, zonder ridikuul te worden. Geen Agent 99 dus, maar een door eigen schuld verdoolde, soms verdorven wetsovertreder, die, zoals de verlopen leraar Immanuel Rath (Emil Jannings) in Der Blaue Engel, verslaafd raakt aan zijn driften en aan zijn ondeugd ten onder gaat tot krankzinnigheid of dood erop volgt. Ook dat is Erica Steen. Haar verslaving geldt minder – overspelige – seks (tenzij voor zelfbevrediging) dan wel geld. En een dramatisch einde blijft haar voorlopig bespaard, omdat dit eerste boek van een reeks uiteraard eindigt op een cliffhanger, en haar persoonlijke desintegratie het verhaal niet zou dienen.

Navo en Nigeriaanse huurlingenbende

Steen heeft er immers een bedenkelijke loopbaan opzitten als oud-NAVO-secretaresse en ontwikkelingswerkster, die dienst neemt bij een Nigeriaanse huurlingenbende. Die staat onder leiding van Sultan, de schuilnaam van Leon Korovin – alweer een pittig detail waarmee Sonnst zijn eigen personages pasticheert. Korovin was ook de naam van de presidente in Mevrouw de Diktator (2009), net zoals de verdachte sensatiejournalist Steven Jespers al optrad in Comeback (2011). Tot ze het (te) groot zien: bij de entering van een cruiseschip komt haar man om (leidde die een dubbelleven als geheim agent ? of is hij koudbloedig afgemaakt ?), later blijkt ook de hele bende op twee na te zijn omgekomen in een helikoptercrash.

Van de buit geen spoor, al weet de lezer dat Erica, na een nieuwe moord, 15 miljoen euro in drie beeldhouwwerken mee naar huis heeft gesmokkeld. Dat geld wordt de inzet van haar vervolging en haar overleven. Want langzaam ontvouwt zich een veelgelaagd complot, en wordt zij het slachtoffer van knevelarij en afpersing: haar leven voor duistere opdrachten die haar opgelegd worden door de schimmige organisatie De Blauwe Kamer. Die wil misdadigers, die door rechtskundige spitsvondigheden hun straf ontspringen, op gepaste wijze toch hun terechte lot doen ondergaan. Een huisjesmelkster wordt in de kelder van een vervallen arbeidershuisje de nek gebroken, een Albanese maffioso wordt gewurgd, domme Kenny wordt een teen afgesneden, voetballer Hedblom ziet zijn geliefde Audi Spyder sportwagen vermorzeld. De “geheime rechtbank” heeft overal haar tentakels, en dat kost Erica Steen bijna het leven. Bijna, hoop en kennis en bloot geluk doen leven. Maar blauwe plekken loopt “de engel” zeker op.

Agatha Christie

Het is niet moeilijk na te gaan waar Sonnst de mosterd heeft gehaald. Het thema is een klassieker, het werd al ontwikkeld door Agatha Christie in Ten Little Niggers (1939), een aftelrijmpje van burgers-boven-alle-verdenking die een schandelijk misdrijf hebben gepleegd en door een rechter op rust het lot moeten ondergaan waaraan ze in het volle leven ontsnapt zijn. ‘De Blauwe Kamer’ verwijst naar een soortgelijke rechtspraak, die van de ‘Star Chamber’, de Camera Stellata, waarschijnlijk genoemd naar een zaal in Westminster waarvan de zoldering een blauw hemelgewelf met sterren voorstelde. De ‘Sterred Chambre”, zoals ze in 1398 voor het eerst vermeld werd, diende om alle ingezetenen van het rijk genoegdoening te kunnen geven.

Star Chamber Act

Recht staat nooit gelijk met rechtvaardigheid, en omdat gewone rechters nooit de adel of de hogere klassen dierven te bestraffen (het doet me denken aan het godsoordeel in Jan zonder Vrees door C. de Kinder, waarin de knuisten van Jan en de essenhouten knuppel het in het perk moeten opnemen tegen zwaard en dagge en harnas van Bald), zette koning Hendrik VII met zijn Star Chamber Act een aparte, onafhankelijke rechtbank op in 1487. De geheime verhoren gebeurden achter gesloten deuren, aanklachten of getuigen of verdediging werden geweerd, alleen de wijsheid van de rechterlijke raad besliste over straf en boete, waartegen geen beroep mogelijk was.

Mogelijk is de ovalen ‘Blauwe Kamer’ voor ontvangsten op de eerste verdieping van Het Witte Huis er naar vernoemd. Het inspireerde anderen tot soortgelijke invalshoeken. Bij Georges Siménon speelde de immanente wraak minder een rol, want zijn La Chambre Bleue (1964) had eigenlijk Les Amants Frénétiques moeten heten. Niet dat het ook voor Sonnst geen goeie titel zou geweest zijn, de intensiteit van de vrijpartijen laat niets aan de verbeelding over. Nog minder in aanmerking komt het toneelstuk dat Kristien Hemmerechts schreef voor toneelgroep Code, al werd het aangeprezen als “de plaats waar je de dood in de ogen kijkt en niet je ogen knippert”. Het werd opgevoerd in het seizoen 2008-9.

Michael Douglas

Wel een rechtstreekse actualisering is de film The Star Chamber van Peter Hyams uit 1983, met Michael Douglas in de hoofdrol.

Douglas is daarin de gefrustreerde rechter, die niet alle aanwijzingen voor de moord op en verkrachting van een kleine jongen mag opnemen in het proces. Na een mislukte aanslag op de beschuldigden door de vader van de jongen, en na diens zelfmoord, wendt Douglas zich tot een collega, die hem in kontakt brengt met een geheim genootschap van rechters dat het recht in eigen hand neemt als de letter van de wet hen dat verhindert. Uiteindelijk dreigt Douglas tussen twee vuren te raken, tussen de boeven die hij tracht te waarschuwen dat er een doodvonnis boven hun hoofd hangt, en de huurmoordenaar, maar wordt gered. Open einde, de Star Chamber gaat door met haar werk, Douglas luistert de vergadering af.

Sonnst is evenwel minder mild voor de Blauwe Kamer. Zij ademt een zelfgenoegzame wreedheid uit, die geen onderscheid meer maakt tussen vergeving en vergelding. Zelfs nadat Erica Steen verschillende opgelegde opdrachten heeft uitgevoerd, verandert zij van gedacht en breekt daarmee haar eigen woord. Contaktstem Lex (de wet) wordt ronduit cynisch als Steen zelf vastgezet wordt in een kelder na de dood van een makelaarster: “‘Er waren verzwarende omstandigheden die rechtvaardigden dat de strafmaat werd opgetrokken’, zegt Lex nuffig, ‘Een van haar krotten is vorig jaar ingestort en dat heeft twee mensen het leven gekost’ (…) ‘De Blauwe Kamer laat misdadigers een koekje van eigen deeg proeven, ex aequo et bono‘”.

Pantywurger Marcel

De anonieme stem is maar één van de nevenfiguranten die een boeiende, verwrongen samenleving in de steigers zetten. Er is ook de Pantywurger, Dikke Marcel, die ongewild (want te geil) uit de biecht klapt. Er is Steens werkgeefster, de kribbige advocate en weduwe Véronique Borluut, die zo wispelturig is als een geheide vrouw zijn kan. Er is de sombere ex-politieman en huisbewaarder Bernard, die een dubbelzinnige rol speelt, en zijn lot aan de titel van de thriller geeft: “Zodra hij is verdwenen glip ik het toilet binnen. In het vuilnisbakje tref ik propjes gebruikte papieren zakjes aan. Als ik ze openvouw, zie ik dat ze vol klodders bloed hangen”. En dat is het noodzakelijke detail om niet alle hoop verloren te laten gaan voor Erica om uit de omknelling en machteloosheid tegenover De Blauwe Kamer te geraken.

En dan zijn er nog Sonnsts geliefkoosde Oost-Europese maffiosi. In Razborka (2003), dat de Poirotprijs kreeg, had hij al een voorproefje gegeven, met een doorslaggevende rol voor de Russische onderwereld. Nu gaat hij nog een stapje verder, naar de meest gewelddadige pooiers en bloedwraakclans. De erecode of besa, Karl May wist het al bij zijn vermeende reizen in het land der Skipetaren, maakt de clans (fis) tot de meest gesloten, hardvochtige en gehaaide groeperingen die de misdaad tot absolute kunst hebben verheven. Het duo Mita en Zamir is even naief als onbegrijpelijk. Ze spreken dan ook Albanees onder elkaar, en al is het mijne wat roestig, het lijkt te kloppen wat ze zeggen. Erica kan ternauwernood ontsnappen aan hun wraak, “stuck in the middle with you” (dat overigens in Reservoir Dogs wordt gebruikt, voor wie de moeite niet neemt de Tarantino-referenties te veronachtzamen; het is ook een dwaze Amerikaanse TV-film uit 2003).

Duivels genoegen

Die wondere wereld van kobolden, huurlingen, inquisiteurs, seksmaniakken, geborneerde burgers, tuig van de richel, zwakzinnige kwerulanten, en stompzinnige verkrachters konterfeit Sonnst met bijna duivels genoegen, en zijn palet schetst een tableau dat de vergelijking kan doorstaan met Brueghel. Heden Rood, Morgen Dood houdt het midden tussen de Boerenbruiloft en De Dulle Griet. De overdaad van de ongeremde man uit de straat wekt blinde woede bij de ordehandhavers. En die rusten alleen als de wet de mens heeft geknecht. Als er bloed, en dus leven vloeit. Sonnst heeft een geweldige aanzet gegeven, een uitspatting van bizarre humor, en kundig gekomponeerd partituur. Dat nog meer bloed beloofd, nog meer dubbelhartigheid, nog meer verraad en hebzucht. Het lijkt wel Richard III. Doorgaan zo.

Jonathan Sonnst, ‘Heden rood, morgen dood’, Gent, Witsand 2013, 316 blz.

Lukas De Vos

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content