Bill Bryson in de slipstream van Charles Lindberghs Spirit of St. Louis

Bill Bryson in Stonehenge © BELGA

In ‘De zomer van 1927’ schetst Bill Bryson een woelig maar boeiend tijdperk waarin Amerika de wereld begint te domineren en Charles Lindbergh zichzelf tegen alle verwachtingen in de geschiedenisboeken invliegt.

De Amerikaan Bill Bryson kennen we als begenadigd reisauteur en schrijver van toegankelijke wetenschappelijke en historische boeken. Zijn naam heeft hij te danken aan de waanzinnig meeslepende krachttoer ‘Een kleine geschiedenis van bijna alles’, waarin hij het bestaan van de mens uit de doeken doet, vanaf het begin van alles met de oerknal.

Vintage Bryson

‘Een kleine geschiedenis van bijna alles’ (2003) bevat naast alle ingrediënten van het menselijke leven ook zowat alle ingrediënten die Bryson tot een bijzondere auteur maken. Hij is een rasverteller die de meest diverse onderwerpen aanpakt met de ontwapenende blik van de leek. Bryson schreef bijvoorbeeld ook al een eigenzinnige biografie van William Shakespeare en een geschiedenis van huisraad (‘Een huis vol’, 2010). Als geen ander slaagt hij erin om telkens de grote lijnen af te wisselen met tot de verbeelding sprekende details, die hij schijnbaar zonder moeite vervlecht in grappige, elegante zinnen.

‘De zomer van 1927′ is vintage Bryson. Het uitgangspunt is het opmerkelijke verhaal van de eerste trans-Atlantische vlucht die de jonge Charles Lindbergh ondernam in, jawel, de zomer van 1927. Bryson gebruikt dit verhaal als excuus om het verhaal te vertellen van een zomer – en bij uitbreiding het hele jaar 1927 en het halve decennium eromheen – waarin nog heel wat meer gebeurde: grote wereldschokkende gebeurtenissen, zoals de overstroming van de Mississippi, de ergste overstromingen uit de geschiedenis van de Verenigde Staten. En kleine gebeurtenissen met grote gevolgen, zoals het besluit van de jonge advocate Mabel Walker Willebrandt om een ongrijpbare smokkelaar uit South Carolina wiens naam al lang vergeten is, te vervolgen wegens belastingontduiking. Het idee lag aan de basis van Al Capone’s ondergang in 1931.

The sky is the limit

Bryson slingert in de slipstream Spirit of St. Louis van de ene anekdote in de andere, om dan, net wanneer je je begint af te vragen waarom hij ze vertelt, weer aan te knopen bij Lindberghs adembenemende tocht over de Atlantische Oceaan en zijn daaropvolgende uitputtende zegetocht door Amerika.

Ondertussen komen we te weten wat voor een vreemde vogel maar uitzonderlijke honkbalspeler Babe Ruth moet geweest zijn, die het vanuit een erbarmelijke jeugd schopte tot de originele Amerikaanse sportheld, de belichaming van de Amerikaanse Droom. De sky was ook letterlijk de limit. Amerikaanse steden werden rond 1927 volgebouwd met wolkenkrabbers. In New York bestonden zelfs utopische plannen om het stadstransport te laten plaatsvinden hoog in de lucht, op verbindingen tussen de wolkenkrabbers, die elk waren uitgerust met aanlegsteigers voor luchtschepen.

Economische voorspoed

Dat technologische optimisme vond inspiratie in de exploten van Lindbergh, maar had uiteraard ook te maken met de economische voorspoed die Amerika toen kende. De Amerikaanse economie werd in die periode voor het eerst even groot als de verzamelde economieën van de rest van de wereld.

Dankzij die voorspoed konden Warren G. Harding en Calvin Coolidge, volgens Bryson twee van de meest incompetente presidenten uit de geschiedenis van de VS, toch populair zijn en blijven. En uiteraard werden de Amerikanen door de ongebreidelde groei ook behoorlijk hoogmoedig. De val kwam twee jaar later met de crash van Wall Street.

Tussen de vele anekdotes door valt te lezen dat 1927 het jaar is waarin de VS zich een beetje tegen wil en dank de rol van economische en technologische supermacht toe-eigent. Een interessante stelling, die echter wat meer in de verf mocht gezet worden. Dat Bryson dit amper doet, illustreert waar het in ‘De zomer van 1927’ bij momenten misloopt.

Vruchtbare bodem, occasioneel lijk

Op de meeslepende verteltrant valt weinig aan te merken. De afwisseling tussen grote, bekende gebeurtenissen en kleine verhalen die tussen de plooien van de geschiedenis dreigen te verdwijnen wegens op het eerste gezicht onbelangrijk, onderscheidt ‘De zomer van 1927’ van de honderden, zoniet duizenden boeken die over Lindbergh reeds geschreven zijn.

Maar af en toe wil Bryson te veel vertellen en dreigt de essentie net als het land rond de Mississippi in 1927 overspoeld te worden door buiten de oevers getreden anekdotiek. Van overstromingen weten we natuurlijk dat als het water eenmaal is weggetrokken er vruchtbare bodem achterblijft en, voor een begenadigd verteller als Bryson razend interessant, er een occasioneel lijk tevoorschijn komt dat door een kortzichtige moordenaar in het water werd gedropt.

Bill Bryson, ‘De zomer van 1927’, Atlas Contact, 544 blz., 24,99 euro, ISBN 978904502637

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content