Review | Boeken

Ayatollah Khomeini: ‘Gooi de cafédeuren open want ik ben de moskee spuugzat’

De jonge ayatollah Khomeini was blijkbaar niet vies van anakreontische poëzie vol Wein, Weib (?) und Gesang. © AFP

Van Hitler en Nero tot Stalin, Khomeini, Osama bin Laden en Mao: welkom in het griezelkabinet van 33 dichtende dictators, zoals Paul Damen die in ‘Bloemen van het kwaad’ heeft verzameld.

In de 520 bladzijden dikke verzamelbundel ‘Bloemen van het kwaad. Gedichten van dictators’ (Uitgeverij Koppernik) laat essayist en vertaler Paul Damen zien hoe de wreedste leiders uit de wereldgeschiedenis zich vergrepen aan de poëzie. Enkele al dan niet geslaagde probeersels van bekende dichtende dictators mochten hier niet ontbreken.


Adolf Hitler: moedergedicht


Als je moeder oud geworden

en jij ook wat ouder bent,

als wat vroeger haar licht afging

nu tot last zich heeft bekend,

als haar lieve, trouwe ogen

niet meer kijken als voorheen,

als haar voeten, moe geworden,

niet meer dragen, steen en been,

steun haar dan met beide armen

en leidt haar met blij gemoed

– want het uur komt dat je huilend

haar voor ’t laatst begeleiden moet!

Aardig moedergedichtje, toch? Beetje sentimenteel en drammerig, maar verder perfect geknipt voor zo’n melige ‘deel-dit-als-je-van-je-moeder-houdt’- post met Moederdag. De auteur, vraagt u? Oh, nou, welja… Adolf Hitler. De beruchte bloksnor is slechts één van de drieëndertig dictators die Paul Damen oplijst in zijn lijvige bloemlezing “Bloemen van het kwaad.” Van Nero tot Osama Bin Laden, allemaal pleegden ze weleens een gedichtje, de ene al met meer verve dan de andere.

Ayatollah Khomeini: 'Gooi de cafédeuren open want ik ben de moskee spuugzat'
© GF

Het is een slimme vondst van Damen: de focus op het poëtisch oeuvre van de alleenheersers zorgt voor een stevige rode draad in een bundeling van min of meer bekende levensverhalen. Net door de vaak onbekende literaire nalatenschap van de dictators als uitgangspunt te nemen, kan Damen ook inzoomen op de petite histoire van figuren die doorheen de jaren al uitentreure zijn opgevoerd in biografieën en geschiedenisboeken. Dat pakt soms erg verrassend uit. Of had u in wijlen kolonel Kadhafi een freestylende poëet gezien, die zijn “oeuvre” in een stream -of -consciousness op band smeet? Of dat Hitler zich, jaren voor zijn politieke doorbraak en lang voor het schrijven van ‘Mein Kampf’, voorstelde als ‘Schriftsteller? Of dat Dzjenghis Khan, als hij niet in hoogsteigen persoon zijn bijdrage leverde aan de herbevolking van de Mongoolse steppen, epische strijdverzen schreef?

Klein decennium werk

Damen zorgt ervoor dat de levensverhalen van die gruwelijke machtshebbers ook nog eens vlot weglezen, in een meestentijds badinerende stijl, die hier en daar wordt aangepunt met een stevige scheut (terechte) verontwaardiging. Daarbij is Damen niet mals voor fellow travelers en propagandisten. Zo haalt hij stevig uit naar Nederlandse auteurs als Harry Mulisch of Anja Meulenbelt, die kritiekloos dweepten met Fidel Castro of Mao Zedong. Alles bij elkaar heeft Damen er een klein decennium werk aan gehad om alle biografische info, teksten en vertalingen – het merendeel van zijn eigen hand – bij elkaar te brengen.

De poëtische alleenheerser die de toon zette voor beroepsgenoten na hem, is ongetwijfeld Nero: in Damens biografische essay is de Romein weliswaar zo zot als een achterdeur, maar op zijn dichtwerk is volgens tijdgenoten niets af te dingen. Sterker nog: zijn voorliefde voor Griekse dichtvormen maakt van hem een van de grootste promotoren van de klassieke lyriek. Alleen spijtig dat er van ’s mans dichtwerk niets substantieels werd overgeleverd.

Passeren tevens de revue: Elisabeth I, the virgin Queen, Ivan de verschrikkelijke, vindingrijk folteraar, sadist extraordinaire, en psalmdichter, de Hongaarse gravin en meisjemoordenaar Erzsébet Báthory en bevlogen koppensnellers als Robespierre. Om algauw in de twintigste eeuw te belanden.

Case in point: Jozef Stalin. De Sovjet-dictator was een romantische dichter in zijn jeugd (‘Floreer, mijn prachtig Georgisch land, Iverië, groei en gedij, leer, Georgiërs, en daarmee plant daar roem voor ’t moederland bij!’), maar liet zijn bescheiden ‘oeuvre’ later zoveel mogelijk wegpoetsen uit de officiële hagiografie. Damen reconstrueert in welke mate de overblijvende gedichten onder handen werden genomen door de Sovjetcensoren: religieuze referenties, hoe vaag ook, werden weggekuist, net als alle verwijzingen naar een eventueel ander vaderland dan de felbevochten Sovjet-Unie.

Karamellenvers

Hitler kwam eerder al aan bod, maar qua dichterlijk talent moet hij zijn collega-fascist Benito Mussolini laten voorgaan, al is il Duce’s omvangrijke gedichtenproductie niet vrij van aanstellerij. Mussolini is daarnaast niet te beroerd om desgewenst een propagandistisch karamellenvers uit zijn mouw te schudden, bijvoorbeeld als lofzang op het brood. Maar Mussolini schreef ook voor zijn minnares, Clara Petacci. Zijn “Variaties” voor haar werden teruggevonden in zijn portefeuille kort voor de executie van het koppel in 1945.


Mussolini: gedicht voor zijn minnares Clara Petacci


zo, als een wolk,

zo wil ik een ochtend

plotseling ontwaken

vederlicht wakker worden bevrijd van de metaalslakken

van het materiële me vlakbij voelend

bij alles wat lief is,

de geest bevrijd

op weg naar onsterfelijke oevers.

Het is met die twee uiteindelijk toch wat prozaïscher afgelopen.

Les extrèmes se touchent. Grote Roerganger Mao blijkt, zoals Damen met veel feitenkennis aantoont, extreem voort te bouwen op eeuwenoude conventies van ritme, metrum en vorm. Om ze dan heel slim aan te wenden voor propaganda, zoals in dit gedicht over de Lange Mars.

Mao: sneeuwgedicht


Typisch noordelijk landschap: duizend li verzegeld in ijs, tienduizend li

snijdende sneeuw.

Aan beide zijden van de Lange Muur slechts witte wildernis; van de hele

Gele Rivier is het kolkende water bevroren.

Bergen dansen als zilveren slangen, het heuvelland galoppeert als

een wassen olifant die de hemelgod naar de kroon wil steken.

Kijk hoe op zonovergoten dagen dit roodversierde witte kleed

betoverend op ons werkt.

Tot op vandaag is niet met zekerheid vastgesteld hoeveel miljoenen doden Mao’s regime op zijn geweten heeft.

Ché Guevara komt er in een waarlijk ontluisterend hoofdstuk zo bekaaid vanaf dat je nadien wel twee keer nadenkt voordat je onbekommerd een nieuw Che-T-shirt uitkiest tijdens de koopjes. Het revolutionaire meisjeskamericoon blijkt een behoorlijk zieke sadist geweest te zijn. Eentje die zich in zijn gedichten, toch opvallend voor een hardcore communist, ook nog eens tot Jezus wendt.


Ché Guevara’s Jezus-gedicht


Christus, ik hou van je

Christus, ik hou van je

Niet omdat je afdaalde van een ster maar omdat je me onthulde dat een man tranen heeft

smarten sleutels om de met licht geladen poorten te openen.

Ja… je leerde me dat de mens God is

Een arme gekruisigde God zoals jij

die met aan je linkerhand

op Golgotha de Slechte Dief

ook een God is!

Een van de meest hallucinante scènes vinden we in het hoofdstuk over de Servische krijgsheer Radovan Karadzic. Voortbordurend op een literair erfgoed met schrille bloed – en-bodem-overtonen reciteert de beruchte oorlogsmisdadiger als een moderne Nero zijn eigen verzen bij de beschietingen van Sarajevo. Wanneer een collega-dichter uit Rusland op bezoek komt: bij wijze van pauze schieten ze met zware wapens een flatgebouw in Sarajevo in puin. En net als Nero het hem voordeed, reciteert Karadzic daarbij uit eigen werk.


Radovan Karadzics Sarajevo-gedicht


Ik hoor hoe onheil echt marcheert en dan een tor wordt – tot de tijd hem plet, als zanger uitrangeert, zijn stilte breekt, zijn stem bevrijdt.

De stad brandt als een wierookvat, in geest meandert rook, gestrest.

Leeg glijden pakken door de stad.

Rood sterft de steen in huis. De pest!

Ook de leiders van islamitische terreurregimes kijken niet op een vers meer of minder. Wat te denken van het volgende pareltje?

Ayatollah Khomeini’s hartenkreet


Gooi de cafédeuren dag en nacht voor mij open

want ik ben de moskee en priesterschool moe en spuugzat!

Deze hartenkreet vol Sturm-und-Drang is van niemand minder dan de jonge ayatollah Khomeini. Benieuwd of hij na zijn aantreden als leidsman van de eerste moderne Islamdictatuur nog graag aan die verzen herinnerd werd.

Ook Osama Bin Laden kan bogen op een eigen poëtisch oeuvre, maar dat blinkt vooral uit in ‘vrome saaiheid’ volgens Damen. Bin Laden wordt een ‘kloosterling met een kalasjnikov’ genoemd. Hij mikte altijd wel een streepje poëzie-van eigen hand of toegeëigend uit andermans werk, dat is niet altijd even duidelijk – in de cassettes met preken en bevelen, en vroeg tijdens zijn ondergedoken jaren in Pakistan regelmatig om nieuwe verzen van medestanders. In zijn eigen werk vinden we volgens Damen ‘erg veel bloed, en (…) veel historische figuren die dingen deden voor de islam waar ook weer veel bloed bij kwam kijken.’



Osama bin Ladens propagandagedicht


Dit is Saladin, de bevrijder van Palestina, die met zijn zwaard het bloed van de

ongelovigen vergiet, en het ervan af druppelt

en Hittin is weer veroverd na het verlies ervan: teruggekeerd naar de

verstandigste mensen zoals Badr en Khaybar,

dit is de oemma, de gemeenschap van de Islam…

enzovoort enzovoort, u begrijpt het plaatje inmiddels wel.

Waarom?

Een vraag blijft ongemakkelijk rondzingen: waarom sloegen die heersers aan het dichten? Beseften ze de tijdelijkheid van hun dictatoriale regimes en hoopten ze, als waren ze volleerde romantici, in hun poëzie schoonheid met eeuwigheidswaarde te scheppen?

Voor de meeste geportretteerden in dit boek lijkt dat niet te gelden. Dichterschap maakt een mens niet per definitie tot een goed mens. En niet alle dictatoriale regimes hebben een amateurdichter aan het hoofd, uiteraard. Pinochet of de Griekse kolonels hebben zich bijvoorbeeld nooit aan de letteren vergrepen. Maar of dat een troost is? Het mag duidelijk zijn dat het drieëndertig koppen tellende griezelkabinet van Damen vond dat het wel wat anders om handen had dan verzen te schrijven, blijkens de weinig opbeurende opeenvolging van genocides, politieke afrekeningen en plunderingen die hun meer blijvende nalatenschap uitmaken. Na zoveel treurnis heeft uw dienaar het boek maar terzijde geschoven, in afwachting van een herdruk met enkele verzen van Donald Trump erin. Om te bekomen: heeft er iemand nog een boekje haiku’s van Herman Van Rompuy op overschot?

Michiel Leen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content