Albanese schrijversbeweging te Brussel opgericht

Onlangs werd de Albanese Schrijversvereniging boven de doopvont gehouden met uitgesproken interculturele ambities, ook naar de Belgische literatuur toe.

Misschien was het puur toeval, maar de eerste activiteit van de kersverse schrijversvereniging vindt plaats in een zaaltje aan de Vlaamse Steenweg in Brussel. De opkomst voor de openingsavond van de Albanese Schrijversvereniging is meer dan behoorlijk. In het kleine gemeenschapszaaltje is het drummen voor een plaatsje. Het lijkt wel alsof de hele Albanese gemeenschap in Brussel is komen opdagen voor de presentatie van Pervizi’s jongste dichtbundel ‘Pétales de rose’. De centrale gast is dan ook meer dan zomaar een dubbelartiest. Pervizi is een survivor. Tijdens de communistische dictatuur van Enver Hoxha werd hij decennialang achter de tralies gezet door het regime. Al die jaren is hij blijven schrijven, én schilderen – uit zelfbehoud. Vandaag krijgt hij een ereplaats in het knusse zaaltje.

Het is ooit anders geweest. Pervizi heeft jarenlang moeten knokken voor een visum. Maar dat is nu achter de rug. Omringd door zijn eigen schilderijen zwaaien steeds weer andere landgenoten hem lof toe. Hoewel Pervizi wordt ingehaald als een grand old man wordt er meer over hem gepraat dan dat hij zelf aan het woord komt. De oude meester laat zich de aandacht de hele avond lang welgevallen. Maar wanneer hij ten langen leste zelf het woord neemt, is hij zichtbaar geëmotioneerd.

Opvallend genoeg gaat het in Pervizi’s poëzie niet over de agressie en gruwel van zijn verleden, maar over de schoonheid van het dagdagelijkse. Hier is een man aan het werk die zich, middenin het werkkamp, blijft verwonderen over de tederheid van rozenblaadjes. Een man die temidden de waanzin een portret schilderde van zijn moeder. En alhoewel je als Vlaming hoegenaamd geen woord van het voorgedragene begrijpt, voel je aan de sonoriteit ervan de melancholie die uit de gedichten spreekt.

Verrassend genoeg is de Albanese literaire activiteit in België even oud als de aanwezigheid van de gemeenschap zelf. Al van voor de Eerste Wereldoorlog hadden de Brusselse Albanezen hun eigen krant en literaire tijdschriften. Met de oprichting van de Albanese Schrijversvereniging wordt de continuïteit nog maar eens benadrukt. Maar de vereniging denkt en werkt ook in de omgekeerde richting.

In Albanië bestaat immers een levendige belangstelling voor de Belgische literatuur, zo blijkt. “Siménon, Amélie Nothomb én Charles Decoster zijn heel bekend in Albanië”, drukt journalist Gjovalin Kola ons op het hart. “Bovendien willen we een dialoog op gang brengen tussen de verschillende literaturen, want ook al zijn de verschillen groot, ze kunnen de basis vormen voor een interessante wisselwerking”, licht Shqiponja Duro toe. Vanuit deze optiek organiseert de vereniging ook in Albanië activiteiten rond de Belgische literatuur. Niet alleen worden schrijvers zoals Hugo Claus en Paul Van Ostaijen naar het Albanees vertaald, hun poëzie wordt ook – in het Nederlands – voorgedragen. En ook daar zijn de mensen ander de indruk van de klank van die vreemde taal.

De vereniging zelf is gegroeid uit een aantal los-vaste initiatieven die ijveren voor een dialoog tussen de beide culturen. Niet alleen willen ze een spreekbuis zijn voor Belgisch-Albanees literair talent, maar ook willen ze de clichés over hun land en (ex-) inwoners ervan overstijgen. De Albanezen zijn een poëtisch volk. “In Albanië zijn niet minder dan 20 000 schrijvers”, zegt Elona Zhama. En er wordt niet alleen in de moedertaal gedicht, sommige van de Belgisch-Albanese schrijvers wagen zich aan teksten in het Frans, en zelfs het Nederlands. Het feit dat deze jonge dichters zich proberen uit de drukken in de taal van hun geadopteerde natie, benadrukt hun positie als artists in exile. De veranderende relatie met het moederland, en die met ‘gastland’, vindt dan ook regelmatig zijn weg naar de gedichten.

Na het drukke literaire gewirwar is het tijd voor muziek. De accordeon jankt en er wordt gedanst. Glazen worden rondgedeeld en het wordt – in één woord – gezellig.

Michiel Leen & Martijn Sermeus

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content