Ludo Bekkers

Besparingen hebben geen vat op Nederlandse musea

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

Ook de culturele sector in Nederland ontsnapt niet aan de kaasschaafdoctrine. Behalve de musea, zo lijkt het. Die breiden zelfs nog uit en vernieuwen dat het een lieve lust is.

In de Nederlandse pers vullen klaagzangen over besparingen en budgetinkrimpingen volle pagina’s Ook de culturele sector ontsnapt niet aan de kaasschaafdoctrine. Orkesten en toneelgezelschappen fuseren of verdwijnen maar musea blijven bestaan. Meer nog, ze breiden uit en vernieuwen dat het een lieve lust is. In Amsterdam werden het Stedelijk, het Rijksmuseum en het Van Gogh museum gerenoveerd en ook in de provincie zijn onlangs ook musea grondig uitgebreid en gemoderniseerd. Dat de besparingen daar geen vat op hadden is te wijten aan het vastleggen van kredieten en het afsluiten van contracten die dateren van voor de ingrijpende bezuinigingen Op naar enkele voorbeelden.

In Zwolle, Noordelijke provincie Overijssel, werd het bestaande museum De Fundatie dat resideert in het voormalig neo-klassieke paleis van justitie, uitgebreid met een spectaculaire nieuwbouw. Boven op het dak van het bestaande gebouw verrees een eivormige structuur (het Oog, de Wolk, de Zeepbel, de Ufo, de Zeppelin, het Ruimteschip) ontworpen door het bureau Bierman Henkel architecten. Samen vormen de twee totaal verschillende volumes één nieuw contrasterend maar boeiend geheel. Ook in het interieur mengen zich twee opvattingen : de klassieke aaneenschakeling van rechthoekige museumzalen op het gelijkvloers versus de vloeiende open ruimtes in het elliptische volume erboven. Vanuit het spectaculair atrium dat tot de hele hoogte van het gebouw reikt, kan de bezoeker wandelen naar de 21e-eeuwse “wolk” met haar twee grote ovale zalen. Daar zijn nergens rechte wanden om werken aan op te hangen en dat is voor een museum heel speciaal. Het vraagt om onconventionele tentoonstellingsconcepten en het probleem werd handig opgelost door panelen te plaatsen die schuin en los staan van de wanden.

Wat is er te zien. De eigen collectie van het museum bevat een groot aantal belangrijke werken uit meer dan vier eeuwen kunstgeschiedenis Het beheert bovendien de kunstcollectie van de provincie Overijssel waarin de grootste verzameling werken te vinden is van Paul Citroen, Bauhaus-leerling en uitstekend portrettist. De eigen verzameling wordt permanent uitgebreid door recente aanwinsten van een schilderij van Marc Chagall (Devant la maison au toit jaune) en met de installatie van Jan Fabre “Tafel voor de Ridders van de Wanhoop (VERZET)”. Op een tiental kilometer van Zwolle ligt een annex van het museum, het kasteel Nijenhuis, waar een beeldentuin werd ingericht inhoudelijk vergelijkbaar met de basiswerken van het Antwerpse Middelheim. Naar aanleiding van de heropening van het museum werd die beeldentuin uitgebreid met ruim veertig werken uit de collectie Beelden aan Zee (Scheveningen) die het “mensbeeld” centraal stellen.

Nog andere openingsexposities gaan over het oeuvre van de fotograaf Pieter Henket (The way I see it) die in New York faam maakte, toont tekenaar en schilder Jeroen Crabbé zijn semi-surrealistische werken (Dum vivimus vivamus) en is er het belangrijke overzicht “Dans op de vulkaan” met topstukken van kunstenaars die actief waren tijdens de periode van de Weimar Republiek. Käthe Kollwitz, Lovis Corinth, Max Beckmann, Otto Dix en Georg Grosz vertellen er het indringend verhaal van een land, toen in totale verwarring en in een spagaat tussen een verloren oorlog en een dreigende toekomst. Een uitbarsting van vormen en stijlen waarbij expressionisme en modernisme om voorrang streden. Post factum en zonder enige twijfel een van de meest boeiende periodes uit de Duitse kunstgeschiedenis die tot op vandaag in de kunst van dit complexe land zijn invloed laat gelden.

Meer naar het zuiden, in Noord-Brabant, en meer bepaald in ‘s-Hertogenbosch, werden twee bestaande musea samengebracht onder één dak onder de naam Museumkwartier. Het gaat om het verbouwde Noord-Brabants Museum en de nieuwbouw van het Stedelijk Museum ‘s-Hertogenbosch die nu met elkaar verbonden zijn door een glazen galerij rondom een grote binnentuin. Bovendien ligt dit museumkwartier helemaal centraal in de stad en haast in de schaduw van de prachtige St-Janskathedraal, een monument van de Brabantse hooggotiek. Het Noord-Brabants Museum was al altijd een bezienswaardige instelling omdat er geschiedenis verteld wordt aan de hand van meer dan 27.000 objecten die teruggaan tot de Romeinse tijd. Buiten archeologische schatten zijn er prenten en schilderijen te zien, textiel, munten en penningen, glas, zilver en kunstnijverheid.

Het Stedelijk Museum, dat vroeger als een ondergeschoven kindje in de nabijheid van de kathedraal huisde, was lange jaren zeker geen must voor de kunstliefhebbers. Maar daar is de jongste jaren verandering in gekomen. De huidige directeur René Pingen heeft al geruime tijd geijverd om ook Den Bos op de kaart van de landelijke musea voor moderne en actuele kunst te zetten. Typisch is dat dit museum verbanden legt tussen hedendaagse kunst en design.

Het museumconglomeraat heeft voor de zomer een reeks van exposities samengebracht die de specificiteit van de twee instellingen benadrukken. In het Noord-Brabantsmuseum werd met tachtig werken een evolutief overzicht samengebracht van het oeuvre van de Nederlandse kunstenaar Marc Mulders (1958) “The Moonlight Garden”. Alle genres die hij beoefent komen er aan bod, olieverfschilderijen, aquarellen, glaskunst, natuurfotografie, politieke collages en tapijtontwerpen. Een bijzonder waardevolle tentoonstelling toont een tiental werken van de onvolprezen tekenaar en schilder Pieter Saenredam (1597-1665) die beroemd werd om zijn nauwkeurige weergave van gebouwen, monumenten en vooral kerkinterieurs. Verder zijn er nog tentoonstellingen met werk van jonge ontwerpers, Ted Noten (Framed) en Jullie Verhoeven (Your fly is open).

En om de reeks te besluiten is er het Kunstencentrum Rozet in Arnhem dat op 1 september officieel opent. Het nieuwe gebouw ontworpen door het bureau Neutelings Riedijk dat ook het Antwerpse MAS vorm gaf omvat de bibliotheek, het Erfgoedcentrum, het Kunstbedrijf en de Volksuniversiteit. De hoofdtentoonstelling van de mode-biënneale die de opening zal begeleiden kreeg als thema “Fetishism in Fashion”. Net zoals bij het MAS wordt Rozet een publiek gebouw waar men ongehinderd binnen en buiten kan lopen naar het dakterras, een soort plein met café, de leeszaal van de bib en een uitzicht over de stad. De gevel die in Antwerpen versierd werd met handjes krijgt in Arnhem rozetten ingewerkt. Langs de lange; brede trappen die taps toelopen, werden muurkasten ingebouwd en die vitrines worden straks gevuld met tekeningen, schilderijen, lichtkranten, animaties en boeken waarmee de verschillende kunstinstellingen die er huizen zich zullen presenteren.

Ludo Bekkers

(Behalve voor Arnhem dat pas op1 september opent, zijn zowel in Zwolle als in ‘s-Hertogenbosch alle tentoonstellingen te zien in juli en augustius.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content