Wouter De Vriendt (Groen)

Besparen op ontwikkelingssamenwerking is kortzichtig

Wouter De Vriendt (Groen) Volksvertegenwoordiger (Groen)

Zonder ontwikkelingssamenwerking tuimelen heel wat landen uit het Zuiden opnieuw de dieperik in. En dat is niet in ons eigenbelang.

Als de klassieke tripartite van CD&V, Open VLD en SP.A wil besparen, is het slechts een kwestie van tijd vooraleer ontwikkelingssamenwerking in het vizier komt. En de budgettaire hakbijl is vaak bot en hard. Dat blijkt opnieuw uit het jaarverslag van 11.11.11 dat een beschamend beeld schetst van onze inspanningen voor ontwikkeling in het Zuiden. In 2012 werd maar liefst 420 miljoen euro op ontwikkelingssamenwerking bespaard, wat de federale uitgaven op 1,032 miljard euro brengt.

Wie maalt om hulp aan het Zuiden in crisistijden? Traditionele politici zien ontwikkelingssamenwerking hoe langer hoe meer als een soort bancontact met ongelimiteerd trekkingsrecht waarmee besparingen worden gefinancierd. Hoeveel kiezers zouden wakker liggen van ontwikkelingssamenwerking? Weinig, denkt men. En zo verzaakt de regering-Di Rupo I aan haar pedagogische opdracht om het langetermijnbelang van ontwikkelingssamenwerking te duiden. Niet alleen voor het Zuiden zelf, maar ook voor onszelf.

Ontwikkelingssamenwerking verandert het leven van miljoenen mensen per jaar. In Tanzania ging de helft van de kinderen in 2000 niet naar school. Tien jaar later heeft elk kind een plaats op de schoolbanken. Elke dag redt ontwikkelingssamenwerking het leven van 500 kinderen door muggennetten en medicijnen tegen malaria. Natuurlijk is coherentie met andere beleidsdomeinen, zoals het handelsbeleid, cruciaal. Maar zonder ontwikkelingssamenwerking tuimelen heel wat landen uit het Zuiden opnieuw de dieperik in.

En dat is niet in ons eigenbelang. Wij hebben er alle baat bij dat landen uit het Zuiden zich opwerken en integreren in de wereldeconomie. Een land dat erin slaagt zijn eigen bevolking perspectief te geven, zal migratiestromen richting rijke landen (of regio’s) kunnen beperken. Hetzelfde geldt voor klimaatvluchtelingen en de strijd tegen de klimaatverandering.

Net daarom is het zo kortzichtig om de kaalpluk van ontwikkelingssamenwerking ook dit jaar verder te zetten. Nochtans is het dat wat onder Di Rupo I gebeurt. Dit jaar sneuvelt nog maar eens 125 miljoen euro, waardoor de Belgische steun volgens onze eigen berekeningen op amper 0,49 procent van het BNI strandt. Dat is het laagste begrotingscijfer uit deze regeerperiode. Europa vraagt aan België om 0,7 procent te halen tegen 2015 en alhoewel de Belgische regering zich in haar regeerakkoord achter deze doelstelling schaart, bewijst de praktijk en het budget 2013 het tegendeel.

Zo knipte de regering bij de begrotingsopmaak 100 miljoen euro weg uit ontwikkelingssamenwerking. Bij de voorbije begrotingscontrole kwam daar nog eens 25 miljoen euro bovenop. Verder rekende de regering initieel op 51 miljoen euro schuldkwijtscheldingen om haar hulpcijfer op te krikken. Uit een antwoord van Minister van Financiën Koen Geens (CD&V) op mijn parlementaire vraag blijkt dat daar nauwelijks iets van overblijft. De grote schuldkwijtschelding van zo’n 50 miljoen euro aan Zimbabwe gaat niet door. Enkel een schuldkwijtschelding van Myanmar ter waarde van 1,89 miljoen euro blijft overeind. Het gaat meestal om schulden die al jaren niet meer afbetaald worden en er is geen enkele garantie dat de bevolking in het Zuiden iets heeft aan een schuldkwijtschelding. Toch betekent de bijgestelde ambitie dat de regering op zoek moet naar extra vers geld, indien het budget ontwikkelingssamenwerking niet verder ineenzakt.

De invoering van de Financiële Transactietaks (FTT) kan de nodige bijkomende middelen voor ontwikkelingssamenwerking genereren, maar de regeringspartijen staan niet op dezelfde lijn. In de Kamercommissie Buitenlandse Zaken werd een resolutie voor de invoering van alternatieve financieringsbronnen voor ontwikkeling goedgekeurd, maar zonder de steun van Open VLD. CD&V stelde de financiering van de strijd tegen de klimaatopwarming in vraag.

Groen vraagt de regering om zich te herpakken en de geloofwaardigheid van onze ontwikkelingssamenwerking te herstellen. Dat vergt niet alleen budgettaire vastheid, maar ook politieke stabiliteit. Sinds februari 2011 passeerden achtereenvolgens Olivier Chastel (MR), Paul Magnette (PS) en Jean-Pascal Labille (PS) langs het departement. De snelle opeenvolging van verschillende bevoegde ministers heeft niet bepaald bijgedragen tot een efficiënt en daadkrachtig beleid. Maar is veeleer de illustratie van het belang dat de regering aan ontwikkelingssamenwerking hecht. Een koerswijziging is nodig, in het belang van het Zuiden en van onszelf.

Wouter De Vriendt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content