Simon Demeulemeester

Bericht uit Athene: ‘De enige goede politicus is een dode’

Bij Griekse politici klinkt de mantra: ‘Er is licht aan het einde van de tunnel’. In de Atheense straten valt te horen: ‘De enige goede politicus is een dode’. Verslag uit Athene.

“Er is licht aan het einde van de tunnel.” Had de Griekse schatkist een euro gekregen telkens die uitspraak viel op te tekenen in Athene, de renovatiewerken aan het Pantheon op de Acropolis waren betaald. Die mantra viel te horen bij Griekse toppolitici, van links en rechts, en bij bedrijfsleiders en media-lui te horen op een vierdaagse in Athene, georganiseerd door de Europese Commissie. Die slogan klonk wel niet altijd even dapper, want ook in politieke kringen worden vragen gesteld bij de zware besparingen. Maar voor echt snoeiharde kritiek, moest je in de straten van Athene zijn. Een taxichauffeur: ‘Binnen een half jaar steken we het Syntagmaplein in brand’

Griekenland heeft er twee en een half jaar hervormingen en besparingsmaatregelen opzitten. In regeringskringen viel te horen dat twee derde van de noodzakelijke fiscale en competitieversterkende maatregelen genomen zijn. Volgens een voormalige topminister is het totale pakket aan fiscale maatregelen goed voor 65 miljard euro. Of: 32 procent van het Griekse BNP – dat overigens in zes jaar recessie met 7 procent kromp.

De besparingen worden vooral doorgevoerd in de publieke sector – in Griekenland bepaald geen mager beestje. Aanwervingen zijn stilgelegd en het personeel moet inleveren. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. De rechters bijvoorbeeld, die volgens Alexis Papachelas, directeur van de Griekse krant Kathimerini, zichzelf loonsverhogingen gaven, werken uit protest maar enkele uren per dag. “Sommige diensten van de overheid slagen er zelfs niet in ook maar de basis te leveren.”

Zeggen dat de Griekse openbare sector geen toonbeeld van efficiëntie was, is een open deur instampen van jewelste. De Task Force van de Europese Commissie, het 50-koppig orgaan dat de hulp aan Griekenland moet helpen coördineren, koesterde dus weinig illusies. Toch waren ook zij geschrokken, zegt een hooggeplaatste binnen die Task Force. De belastingdienst bleek een teleurstellende verrassing.

Een diplomatieke bron ergert zich echter aan de kritiek op het langzame hervormingsproces. “Er is veel in gang gezet dat niet meteen kwantificeerbaar is. Zoals een call center voor de belastingdienst. Buitenlandse ervaringen leren dat je het geld van de meeste wanbetalers krijgt als je meteen belt. Wacht je een paar maanden, dan betaalt 80% van hen niet. Zo’n call center operationeel krijgen kost echter tijd.”

Colgate-retoriek

Het klinkt dan ook dat er evenveel redenen zijn om optimistisch te zijn als er redenen zijn om pessimistisch naar de toekomst te kijken. Zo zou het protest tegen de besparingen al bij al wel meevallen, zegt Alexis Papachelas. “Wat opmerkelijk is, want de reserves van de mensen raken op. En dat is dan weer erg verontrustend.” Wat dan met de vele beelden van protesten in Athene? “Athene is een stad van 5 miljoen inwoners,” nuanceert een eurocraat. “Een betoging van 30.000 man is eigenlijk een blamage voor de vakbonden.”

Papachelas gelooft in Griekenland: “Wij zijn goed in zelfdestructie, maar in tegenstelling tot onze Balkanburen kunnen we er op het laatste moment mee stoppen en onszelf samenrapen.” Maar voor wanneer dat is, weet hij ook niet. “Ik maak me grote zorgen over de groei van extremistische partijen. Zeker nu het politiek systeem niet meer kan tegemoet komen met baantjes bij de overheid en Europese subsidies. De regering kan niet overtuigen, wat het extremisme nog aanwakkert. Ik vrees een Weimar-scenario.”

Het geschipper van de journalist tussen licht en duisternis is tekenend: iedereen wil optimistisch zijn, alsof het een morele plicht is. Maar in die Colgate-retoriek sluipt altijd weer de twijfel. Een minister zegt vastberaden te zijn “het gevecht van onze generatie te zullen winnen”. Om daarna toe te geven, daarbij bijgetreden door een collega, dat de maatregelen die Europa Griekenland oplegt veel te zwaar zijn: “De politieke kosten van de fiscale maatregelen worden genegeerd.” Zijn collega: “De doelen die van Griekenland gevraagd worden, zijn redelijk. De maatregelen om die doelen te bereiken zijn dat niet. Ik zeg dit als econoom, niet als minister. Als minister kan ik niet anders dan dit aanvaarden, de trojka vraagt dit van ons.”

Hij heeft het niet gemakkelijk, de minister: hij moet eigenlijk onderhandelen met twee trojka’s. “Aan de ene kant staan de Europese Centrale Bank, de Europese Commissie en het Internationaal Monetair Fonds. Aan de andere kant de drie regeringspartijen Nea Dimokratia, Pasok en Democratisch Links.”

‘Deze regering is een nationale partij’

Of die drie partijen het zullen uithouden is een veelgestelde vraag. Griekenland is immers geen coalitieregeringen gewoon, laat staan een waarin erfvijanden Pasok en Nea Dimokratia samenzitten. De verzoening tussen hen beiden was een “nationale plicht”, zo luidt het. Of sterker nog: “Deze regering is geen tripartite, maar een nationale partij.” Woorden die door cynici als politieke verkooppraatjes kunnen opzijgezet worden. Niet cynisch, maar wel nuchter, analyseert een diplomaat: “Wie de stekker uit deze regering trekt, pleegt politieke zelfmoord. Ze kunnen niet anders dan verder doen.”

Het antwoord op de crisis zal hoe dan ook politiek zijn. De Griekse tragedie uit zich dan wel vooral in recessie en werkloosheid, ze is immers het gevolg van een compleet pervers beleid.

De slachtvette overheid is al genoemd. Er is ook het probleem van de overbescherming van bepaalde sectoren. Zoals het vervoer van goederen van openbaar nut, om er maar een te noemen: wie brandstof, groenten en fruit wou vervoeren, moest daarvoor een vergunning hebben. Die werden eind jaren ’70, begin jaren ’80 uitgedeeld. Ondertussen zijn die lustig doorverkocht, waardoor ze op vandaag kunnen oplopen tot 200.000 euro. Dat vertelt Bruno Tersago, een Belg die al enkele jaren in Griekenland woont en werkt.

De impact van een sterk beschermde transportsector liet zich hevig gevoelen. De transporteurs maakten prijsafspraken. Een perfide systeem dat niet alleen de boeren onderbetaalde, maar er ook voor zorgde dat Belgische tomaten goedkoper waren dan de Griekse.

‘Wat in Griekenland werkt, werkt in België ook’

En zo zijn er nog voorbeelden, weten ze bij de Helleense Ondernemersfederatie SEV. Uit een presentatie van McKinsey&Company viel te leren dat Griekenland slechts 30 procent van de globale feta-markt voor de rekening neemt. Feta, Griekser dan een Sirtaki dansende Demis Roussos met een op handen zijnde Ouzo-kater. Ook de olijfolie-industrie is niet meer of minder dan deerniswekkend. 60 procent van de productie wordt naar Italië geëxporteerd. De Italianen mengen de Griekse olijfolie met die van hun, en verkopen die met 50 procent winst door.

Bruno Tersago kent het hemeltergende verhaal van een Belg die Griekse olijfolie wilde importeren in België. “Hij probeerde een olijfboer ervan te overtuigen de olijfolie in mooie flesjes te doen, met wat kruiden erbij. Want zoals ze de olijfolie verkopen in Griekenland, in plastic flessen van anderhalve liter, zo raak je die in België aan de straatstenen niet kwijt. Maar dat ging er bij die boer niet in: ‘Als dat in Griekenland werkt, moet dat elders ook werken.'”

Anekdotes die bewijzen wat een compleet gebrek aan concurrentie en nood aan innovatie aanricht. Gemakzucht worstelt zich in het denken en doen. Er zijn ook culturele factoren die de crisis lastiger maken, duidt een ambassadeur. “Grieken zijn huizenbezitters, net zoals de Portugezen en de Spanjaarden. Ze erven een huisje van hun ouders. Een koppel heeft zo al snel drie huizen. Als een Griek twee huizen heeft, en een inkomen van 500 euro per maand, is hij dan arm? Neen, maar hij heeft wel een liquiditeitsprobleem. En dat geldt voor de meerderheid van de Grieken. In tijden van crisis raak je die huizen ook niet kwijt, wat het probleem vergroot.”

Gouden Dageraad predikt geweld – en houdt woord

Met dat politiek systeem, een mix van verschillenden factoren, moet Griekenland afrekenen, anders rijdt het land het ravijn in. Of in de armen van Gouden Dageraad, de neonazistische partij die 18 zetels heeft in het parlement en oproept tot geweld tegen buitenlanders. Jammer genoeg is die partij – althans in dat opzicht – er wel een die doet wat ze zegt.

Neonazi’s in het parlement zijn het ultieme bewijs van een politieke crisis, een democratie die op haar zwakst staat. Gouden Dageraad is dat niet: ze organiseert zich goed, doet aan voedselbedelingen en deelt kaartjes uit met telefoonnummers. Voor wie ‘bescherming’ nodig heeft wanneer de politie faalt. Het gaat dat de politie zelfs de mensen adviseert bij de knokploegen van Gouden Dageraad verhaal te halen. Weimar-scenario, zei Alexis Papachelas al. Historische vergelijkingen zijn moeilijk en gevaarlijk, en deze is wellicht overtrokken: maar wie zijn of haar geschiedenis kent, weet dat ook de NSDAP van Adolf Hitler een parallelle staatsstructuur opbouwde (en behield, eenmaal aan de macht).

Het wordt Gouden Dageraad ook niet meteen moeilijk gemaakt te profiteren van en te capituleren op de perverse politieke graaicultuur. Alle Griekse parlementairen hebben recht op een dienstwagen. Gouden Dageraad doet daar echter afstand van en besteedt dat geld aan voedselbedelingen, weet Bruno Tersago.

Het geurt naar houtvuur in Athene

Het Griekse systeem heeft dus – los van de ideologische onderbouw van die analyse – een dringende schoonmaak nodig. Als we de Griekse politici mogen geloven, dan wordt die nu gehouden door Griekenland grondig te hervormen. Een minister zwoer dat de genoemde transportsector, “vanaf nu”, helemaal opengebroken is. Er schijnt inderdaad al een beetje licht in de tunnel: de ECB aanvaardt sinds kort weer Griekse staatsobligaties als onderpand voor kredietverlening, Griekenland kreeg een zes stappen hogere ranking van kredietbeoordelaar Standard & Poor’s (S&P) en zag zo de rente op 10-jarige Griekse staatsleningen zakken tot iets meer dan 12 procent – het laagste niveau sinds maart 2011. En er werd een nieuwe schijf noodhulp van zo’n 49 miljard euro gestort.

Allemaal goed nieuws, dat de optimistische zijde van de medaille doet blinken. Toch blijven de wrange kanten van het verhaal nasmaken. Als bedrijfsleiders het eens zijn met linkse politici dat de besparingen te eendimensionaal en te zwaar zijn, dan schort er iets. Het wordt al helemaal griezelig als bijna unisono klinkt dat in 2013 de recessie nog het zwaarste zal toeslaan: vanaf januari krimpen de lonen weer en gaat de energiefactuur met 30 à 40 procent de hoogte in. En dat tijdens de winter. Een winter waarin Bruno Tersago de tip geeft ’s avonds de geur in Athene eens op te snuiven: houtvuur. “Veel Grieken verwarmen zich met illegaal gekapt hout, omdat de facturen niet meer te betalen zijn.”

‘Ik heb jarenlang als een idioot mijn belastingen betaald’

De straat op dus, en gaan luisteren wat de modale Griek denkt van dat licht aan het einde van de tunnel. “Ik zou dat wel willen geloven,” zegt Antares, “maar ik weet hoegenaamd het einde van de tunnel niet te vinden”. Antares heeft een winkeltje waarin je T-shirts kan laten bedrukken. Hij formuleert zijn kritiek rustig en met kennis van zaken, maar er zit heel wat kwaadheid in de man.

“Ik moet wel optimistisch zijn, anders kan ik me meteen ophangen. Maar het is erg lastig te zien dat de schuldigen voor deze crisis ermee weg komen. Er zit maar één politicus in de gevangenis, oud-minister van Defensie Akis Tsochadzopoulos (Pasok). Jarenlang hebben ze met geld gegooid. Wie de juiste vrienden had, kreeg een baantje bij de staat. En ik? Ik heb jarenlang als een idioot al mijn belastingen betaald, voor niets.”

‘We worden elke dag genaaid: de enige goede politicus is een dode’

Veel feller en stukken radicaler is Damianne. Als ik haar stripwinkel verlaat en weer door de Griekse ‘anarchistenwijk’ Exarcheia stap, zindert mijn gezicht nog na van haar hoongelach en scheldtirade. ‘Ik hoor dat uw politici nogal optimistisch zijn. Wat met jullie?’, vroeg ik aan haar en haar man. Hij lachte de tanden onder een enorme snor bloot, zij schaterde bitter. “Er zijn geen Griekse politici! Alles wordt verkocht aan het buitenland. Niemand komt voor ons op. We worden elke dag genaaid. De volgende die aan de macht komt is sowieso Alexis Tsipras van Syriza, maar die is al even onbetrouwbaar. De enige goede politicus is een dode!”

Volgens Damianne moeten er enkele politici opgehangen worden op het Syntagmaplein, dat voor het Griekse parlementsgebouw ligt in hartje Athene. Maar ze ziet niemand die het kan doen: “Alle jeugd is weg, ze vluchten naar het buitenland. Zie je het mij al doen, een oud vrouwtje?” Een taxichauffeur zou later gelijkaardige kritiek spuien: “Binnen een half jaar staat het Syntagmaplein in brand”.

Wat vinden de politici hiervan, van die diepe haat jegens hun kaste? De leider van een regeringspartij wuift die woede weg: “U zal weinig mensen vinden die zo denken. Akkoord, er is een politieke crisis, maar daarom zijn we het politieke systeem aan het hervormen. En trouwens: het volk kiest de politici. Wij hebben onszelf niet verkozen. We dragen dus allemaal verantwoordelijkheid.”

Leve de samenleving, dood aan het individu?

Een antwoord dat misschien arrogant mag klinken, maar toch vooral de pijnlijke realiteit blootlegt. Zowel het volk als de politiek heeft zich in Griekenland schuldig gemaakt. De politiek heeft een systeem geschapen waarin geen creativiteit nodig was, enkel connecties. Miljarden euro’s Europese landbouwsubsidies gingen op aan fictieve oogsten. Het Griekse volk, zo zegt Alexis Papachelas, heeft lang de ogen gesloten voor kritiek. “We hebben mensen verkozen gewoon omdat ze de zoon waren van iemand die we kenden,” zo formuleerde een Griek het.

Maar hoe ver gaat de verantwoordelijkheid van het individu? In hoeverre kon er eerlijk zaken gedaan worden in dit uit de hand gelopen bestel? Wie blijft onbewogen bij de woede en de wanhoop van een vrachtwagenchauffeur die voor die dure vergunning zijn huis in onderpand gaf, en nu bij het – overduidelijk noodzakelijke – openbreken van de transportsector zijn inkomen ziet kelderen? Voor die man is wat nodig is om de samenleving, het systeem, de economie, er weer bovenop te krijgen een nekschot.

Griekenland toont de eeuwige kloof tussen politiek en individu. Aan de ene kant premier Antonis Samaras die breed lachend aan de persmeute in zijn ambtswoning proclameert dat de ‘drachmafobie’ voorbij is, dat de Grieken hun geloofwaardigheid terug hebben. Aan zijn zijde staan op blinkend papier gedrukte PowerPoint-presentaties, tabellen vol anonieme cijfers die het hoofd doen tollen en een steriel beeld geven van een samenleving. Aan de andere kant de mensen die in “het gevecht van onze generatie” een huis, een loon of de toekomst van hun kinderen verliezen.

Door Simon Demeulemeester in Athene

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content