Jan De Volder

‘Zou het niet billijk zijn om mensen die duidelijk geïntegreerd zijn verblijfspapieren te geven?’

Jan De Volder Professor aan de faculteit Theologie en Religiewetenschappen aan de KULeuven

‘Nu en dan zijn ook andere gevallen, waar het terugkeerbeleid niet spoort met het rechtvaardigheidsgevoel’, schrijft Jan De Volder (K.U.Leuven) naar aanleiding van het cijfermateriaal van Theo Francken. Hij vraagt aandacht voor de situatie van veel Armeniërs in ons land.

Vorig jaar werden meer dan tienduizend mensen die geen recht op verblijf kregen, naar hun land van herkomst teruggestuurd. Ongeveer 40 procent vertrok op vrijwillige basis, ongeveer 60 procent werd tot vertrek gedwongen. Die cijfers maakte het kabinet van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken vorige vrijdag bekend.

Daarbij werd de nadruk gelegd op de vergelijking met het voorgaande jaar 2014: in 2015 ging het om een stijging van een goede vijftien procent.

‘In sommige gevallen spoort het terugkeerbeleid van de regering niet met het rechtvaardigheidsgevoel’

We kunnen begrijpen dat staatssecretaris Francken deze ‘groeicijfers’ als goed nieuws de wereld instuurt. Het sluit aan bij zijn harde imago dat hij zich destijds vanuit de oppositie aanmat over asiel-en migratiekwesties. Als bewindsman werd hij nadien geconfronteerd met de grootste instroom van asielzoekers sinds vijftien jaar. En, in weerwil van zijn vaak gespierde uitspraken hierover, moet het gezegd dat hij en zijn ploeg zich de afgelopen maanden ernstig van hun verantwoordelijkheid gekweten hebben om om voor deze asielzoekers opvang te voorzien. Om de indruk te pareren dat hij te ‘soft’ zou zijn geworden, laat hij zich voorstaan op een doorgedreven terugkeerbeleid.

Cijfers zeggen niet alles

Maar cijfers zeggen niet alles. Wie zijn de mensen die vrijwillig of gedwongen terugkeerden? De staatssecretaris zegt te focussen op mensen die strafbare feiten hebben gepleegd. Volgens het kabinet betrof het een derde van de gedwongen repatriëringen, een stijging met 129 procent. De gedwongen repatriëring van criminelen zonder verblijfspapieren kan allicht op een groot draagvlak rekenen onder de bevolking. Dat landen van herkomst nu meer bereid zijn ‘hun’ misdadigers terug te nemen, is winst en wellicht ook de vrucht van een pro-actief beleid vanuit Brussel.

Bij de vrijwillige terugkeer kan het gaan om asielzoekers die begrepen hebben dat ze hier niet in aanmerking kwamen voor asiel, omdat ze uit veilige gebieden kwamen. Dat geldt bijvoorbeeld voor meer dan duizend Irakezen uit Bagdad. Het zijn mensen die terugkeer verkozen boven een onzeker verblijf in de illegaliteit hier. Ook dat is een goede zaak voor alle partijen.

Maar er zijn ook andere gevallen, waar het terugkeerbeleid niet spoort met het rechtvaardigheidsgevoel. Nu en dan krijgen die een gezicht. Zoals het Armeense gezin in Tongeren dat al zes jaar in ons land verblijft, en waarvan de kinderen school liepen, zoals de 18-jarige Aram. Zij werden recentelijk opgepakt en naar een gesloten opvangverblijf gebracht in afwachting van hun repatriëring. De verontwaardiging in Tongeren en op de school waar de kinderen verbleven is groot. Begrijpelijk: dit zijn geen criminelen, maar gewoon mensen die op zoek zijn naar een beter leven en die zich goed hadden geïntegreerd.

Verpauperd en corrupt land

Ik ken dit gezin en hun dossier niet, maar ik ken wel veel Armeniërs, met en zonder papieren. Ze zijn een volk dat sowieso in een grote diaspora in tal van landen leeft. Vaak blijken het dynamische handelaars en harde werkers waarmee het ontvangende land zijn voordeel doet. Dat Armeniërs christenen zijn, is op zich niet doorslaggevend, maar in Europa is het wel een integratiebevorderende factor. Mijn vraag is: welke zin heeft het die mensen alsnog terug te drijven? Zeker nu ons land op het punt staat vele duizenden asielzoekers papieren te geven, voor het grootste gedeelte moslims overigens, waarbij de integratie van vooraf aan moet beginnen? Zou het dan niet billijk zijn mensen die duidelijk geïntegreerd zijn verblijfspapieren te geven? Ook al komen ze dan niet uit een oorlogsgebied, maar uit een verpauperd en corrupt land waar het alleen voor een beperkte elite goed leven is?

De kinderrechtencommissaris pleitte voor een terugkeerstop voor de duur van de studietijd. Staatssecretaris Francken wil daar niet van weten: het zou volgens hem neerkomen op een nieuwe regularisatieronde, waar hij zich steeds consequent tegen verzet heeft.

Populariteit van Theo Francken

Er is evenwel een andere oplossing. De wetgever kent aan de Staatssecretaris een discretionaire bevoegdheid toe: dat betekent dat hij – en hij alleen – eigenhandig kan beslissen om mensen en gezinnen om bepaalde redenen verblijfsrecht te geven. Hij maakt van dat recht nu amper gebruik. En dat is jammer. Want met het regulariseren van mensen en gezinnen die blijk hebben gegeven van grote wil om zich te integreren, vaak in heel moeilijke omstandigheden, krijgt onze samenleving er als geheel ambitieuze burgers bij. Denken we maar aan de Afghaanse loodgieter Navid Sharifi in Waregem, die na een verplichte uitwijzing, alsnog naar ons land kon terugkeren. Het is niet dwaas om bij de beoordeling van regularisatieaanvragen ook ‘merites’ in rekening te nemen. Daar is draagvlak voor. Want ook dat spoort met het rechtvaardigheidsgevoel van veel mensen.

We durven de hoop uitspreken dat de Staatssecretaris in de toekomst meer van zijn discretionaire bevoegheid gebruik gaat maken om geïntegreerde en verdienstelijke mensen – die alleen geen geldige verblijfspapieren hebben – hier een toekomst te geven. Wedden dat ook dit zijn populariteit ten goede zal komen?

Jan De Volder is titularis van de Cusanus Leerstoel ‘Religie, Conflict en Vrede’ aan de Faculteit Theologie en Religiestudies van de KU Leuven.

Met de Gemeenschap van Sant’Egidio zet hij zich in voor interlevensbeschouwelijke dialoog, de opvang en integratie van nieuwkomers.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content