Zorgverlening in gevangenissen schiet tekort

© Belga

Het Federaal Kenniscentrum beveelt aan dat de penitentiaire gezondheidszorg van Justitie naar Volksgezondheid wordt overgeheveld.

Zowel vanuit België als het buitenland kwam er al vaker kritiek op de Belgische penitentiaire zorg. In een rapport van het Federaal Kenniscentrum (KCE) blijkt opnieuw dat er nog veel werk aan de winkel is. De zorgverleners in de gevangenissen zijn weliswaar vaak zeer toegewijd, maar ze kampen met vele problemen: te weinig financiële en menselijke middelen, gebrek aan coördinatie, zorgcontinuïteit, communicatie, opleiding en versnipperde bevoegdheden.

Penitentiaire zorg is niet alleen van belang voor de gevangenissen zelf, maar voor de volledige samenleving.

Gedetineerden zelf gebruiken vaak geneesmiddelen, vooral psychofarmaca. Er is een hoge frequentie van infectieziekten, psychische aandoeningen en druggebruik. Gemiddeld gaan gedetineerden 18 keer per jaar naar een huisarts en drie keer naar een psychiater. Het KCE spreekt van ‘ontoereikende zorg’ in de gevangenissen, met een slechte gezondheid als gevolg.

Penitentiaire zorg is daarom niet alleen van belang voor de gevangenissen zelf, maar voor de volledige samenleving. In het rapport wordt nog een hele reeks vaststellingen en problemen opgelijst die niet bijdragen tot een zorg van goede kwaliteit. De drie principes daarover van de zogenaamde Mandela Rules, die de VN in 2015 aannamen, worden al vermeld in de Belgische wetgeving, maar zijn nog maar gedeeltelijk geïmplementeerd.

Volksgezondheid

Uit talrijke buitenlandse voorbeelden bleek al dat voor de naleving van die principes de penitentiaire zorg het best onder Volksgezondheid valt.

De politieke wil om de bevoegdheden over te hevelen, is er alvast, zo wordt bevestigd bij Justitie. Minister Koen Geens (CD&V) zegt ook ‘een trouwe gesprekspartner’ te hebben aan zijn collega-minister van Volksgezondheid, Maggie De Block (Open VLD). In een aantal domeinen zoals het interneringsbeleid hebben Justitie en Volksgezondheid al stappen gezet, luidt het. ‘Er zijn bijzondere zorgunits gekomen, de interneringswet is in werking getreden en de minister heeft heel wat inspanningen gedaan om de populatie in te dijken’.

‘Gedetineerden hebben geen baat bij een snelle overheveling als de kwaliteit van zorg op het terrein niet verbetert.’

Maggie De Block, minister van Volksgezondheid

Maar voor het luik rond de gezondheidszorg in de gevangenissen is het wachten tot eind dit jaar. Dan zou een wetsontwerp naar het parlement worden gestuurd. ‘Gezien er een studie was besteld (bij het KCE, red.), is het normaal dat Volksgezondheid en Justitie die studie wensten af te wachten om de aanpassingen aan de wet samen te doen’. Het kabinet van Geens wijst er ook op dat er nu al geschoolde artsen werkzaam zijn in de gevangenissen. ‘Als de gedetineerde niet kan verzorgd worden binnen de instelling, moeten zij hem doorverwijzen naar een dokter buiten de gevangenismuren. Dat is een deontologische plicht en de Orde van Geneesheren moet daarover waken dat zij deze correct uitvoeren’.

Enorm complex

Over timing en extra middelen voor de overheveling van bevoegdheden blijft het kabinet Justitie dinsdag op de vlakte. Ook minister De Block wijst in een reactie op de al genomen stappen rond de uitbouw van de zorg voor geïnterneerden en spreekt van een ‘zeer goede’ samenwerking met minister Geens.

De overheveling van de penitentiaire gezondheidszorg van Justitie naar Volksgezondheid belooft wel ‘enorm complex’ te worden, klinkt het. ‘We zullen de aanbevelingen van het Kenniscentrum nu grondig bestuderen en samen een stappenplan opstellen. We willen dit grondig doen. Gedetineerden hebben geen baat bij een snelle overheveling als de kwaliteit van zorg op het terrein niet verbetert.’

‘Intussen zetten we al enkele stappen’, benadrukt De Block. ‘We werken verder aan het Masterplan Internering en straks starten we ook met projecten rond drugs in drie gevangenissen vanuit Volksgezondheid, om gezondheidszorg voor gedetineerden te verbeteren.’

Partner Content