TOM DE MEESTER: ‘Politici horen geen betaalde bijbaantjes te hebben’

TOM DE MEESTER: 'Het graailand houdt niet op aan de taalgrens.' © HATIM KAGHAT

De traditionele partijen gaan door zwaar weer en ter linkerzijde staat de PVDA klaar om misnoegde kiezers op te vangen. ‘Siegfried Bracke kan beter opstappen als Kamervoorzitter. Hij is alle geloofwaardigheid kwijt’, zegt Tom De Meester (PVDA), die de riante vergoedingen voor bijbeunende politici aan het licht bracht.

Alle informatie over die buitensporige vergoedingen, stond in het Belgisch Staatsblad. Dat is dus het echte lek’, lacht Tom De Meester. Hij wil het niet met zoveel woorden gezegd hebben, maar hij is degene die de Vlaamse politiek de voorbije twee weken op haar grondvesten deed daveren. Eén Gentse schepen en één Antwerps gemeenteraadslid namen ontslag, en de eerste burger van het land besloot maandag af te zien van het Gentse lijsttrekkerschap voor zijn partij bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2018. Maar alle beroepspolitici hebben gezichtsverlies geleden.

Tom De Meester: ‘Toen Publifin Wallonië op zijn kop zette, werd dat in Vlaanderen gezien als een onderdeel van de maffiose PS-cultuur. Maar dat is ondertussen dus als een boemerang teruggekeerd. Het graailand houdt niet op aan de taalgrens: hier zijn er voor politici ook genoeg overbetaalde mandaten bij schimmige constructies die niemand kent. Mensen zijn daar terecht bijzonder kwaad over. Ik denk dat de klassieke partijen dat nog altijd onderschatten. De standaarduitvluchten als ‘het was een inschattingsfout’ volstaan niet meer.’

Bij Publifin zijn er vergoedingen uitgekeerd voor spookvergaderingen van nepadviesraden. Bij Publipart is er niks onwettigs gebeurd.

TOM DE MEESTER: Ik zal de eerste zijn om die verschillen te zien. Ik heb bijvoorbeeld nooit de schepenen van kleine gemeentebestuurtjes geviseerd die 200 euro krijgen voor een vergadering. Dat is natuurlijk van een totaal andere orde dan een Guy Verhofstadt die naast zijn wedde als Europarlementslid nog eens 200.000 euro bijschnabbelt bij holdings als Sofina. Maar dat mag ons niet verhinderen om de wantoestanden binnen Publipart aan de kaak te stellen. Bestuurders kregen daar bijna 20.000 euro per jaar om een aandelenportefeuille te beheren. Er is zogezegd niks onwettigs gebeurd, maar bij de man in de straat komt dat totaal fout over.

Voormalig schepen Tom Balthazar had daarom al ontslag genomen uit Publipart.

DE MEESTER: Dat is waar. Hij, en zeker zijn voorzitter John Crombez, wisten natuurlijk heel goed dat dit niet te verantwoorden was. Wij hebben trouwens wel nooit het ontslag van Balthazar als schepen geëist. Onze eis was: stort het geld terug aan de stadskas, en gebruik het voor armoedebestrijding. Wij hebben van bij het begin gezegd dat het in deze zaak om inhoud moet gaan. Wat gebeurt er in Publipart of de intercommunale Publilec? Waarom investeert de stad via deze omwegen publiek geld in bijvoorbeeld EDF Luminus, de vuilste energieproducent van Vlaanderen?

Omdat de stad daar rijker van wordt?

DE MEESTER: Ik ben er niet tegen dat de stad haar geld verstandig beheert. Maar het Gentse stadsbestuur profileert zich als het meest ecologische van Vlaanderen. Dan zijn zulke beleggingen in EDF Luminus niet uit te leggen. Of waarom belegt Gent in godsnaam in Rheinmetall? Dat is een defensiebedrijf.

Allicht wist Balthazar zelf niet waarin dat geld werd belegd.

DE MEESTER: Gezien zijn riante vergoeding had hij het wel moeten weten. Want het heeft natuurlijk geen enkele zin om schepenen in dat soort structuren te parkeren als die de gang van zaken daar dan niet kritisch bekijken. Dat is niet altijd eenvoudig, maar daar worden ze net voor betaald. Tot twee jaar geleden zat Peter Mertens in het Antwerpse Havenbedrijf, tussen de havenbaronnen en politici. Het is niet voor niks dat hij er samen met de andere leden van de oppositie is uitgesmeten. Wie een kritische inhoudelijke vraag stelt, is spelbederver en moet weg.

De Antwerpse schepen Koen Kennis (N-VA) onthulde dat hij 7200 euro netto per maand verdient. Gezien zijn talloze mandaten is dat misschien wel te rechtvaardigen.

DE MEESTER: Dat zei hij ook zelf: ‘Ik moet er wel hard voor werken.’ Zo’n uitspraak is natuurlijk een klap in het gezicht voor mensen die even hard moeten werken en maar 1900 euro netto verdienen.

Koen Kennis draagt wel een grotere verantwoordelijkheid.

DE MEESTER: Ik zeg ook niet dat hij maar 1900 euro mag verdienen. Als partij pleiten wij voor een maximumloon van drie keer het mediaan inkomen, wat neerkomt op iets minder dan 6000 euro. Dat lijkt me voldoende, en daarnaast zouden politici geen betaalde bijbaantjes of zetels in raden van bestuur meer mogen aannemen. Dat is hoe dan ook ongehoord. Toen het Publipart-schandaal uitbrak, zag Siegfried Bracke zichzelf als witte ridder. Bracke, de Kamervoorzitter die meer verdient dan Angela Merkel en ook nog eens hand-en-spandiensten verleende aan Telenet. Aberrant vind ik dat.

Moet Bracke ook opstappen als Kamervoorzitter? Hij doet uiteindelijk niets verkeerds.

DE MEESTER: Bracke is elke geloofwaardigheid kwijt. En het is wel duidelijk dat hij gelogen heeft. Begin vorige week, net na het uitbreken van het schandaal, beweerde hij nooit eerder van Publipart te hebben gehoord. Sinds 2013 was hij commissaris bij Publilec, waar hij de jaarrekeningen van onder meer Publipart moest goedkeuren. Ik denk dat Bracke de politiek en zijn partij een dienst zou bewijzen door een stap terug te zetten. Maar blijkbaar is dat niet hoe deze man in elkaar zit.

Uw onthullingen hebben in Vlaanderen vooral de SP.A en daarmee de linkerzijde hard getroffen. Van liberale ‘graaiers’ als Christophe Peeters of Geert Versnick glijdt het af als water van een eend.

DE MEESTER: Ik kan het ook niet helpen dat Peeters er niet over dénkt om ontslag te nemen, of dat Versnick in de Optima Commissie volledig buiten schot is gebleven. Links kan zich blijkbaar veel minder permitteren, en in zekere zin is dat ook niet zo gek. Of links hier daarom slechter uit komt, valt trouwens nog te bezien. Ik ben ervan overtuigd dat je maar een sterke linkerzijde kunt bouwen als je dat soort praktijken uitroeit. Met de Luc Van den Bossches van deze wereld ga je er niet komen.

Hoeveel verdient u zelf?

DE MEESTER: Ik heb als gescheiden vader van drie kinderen een inkomen van de partij van ongeveer 2000 euro netto per maand. Dat betekent dat ik goed moet rekenen. Wij zijn daarmee absoluut niet voor een gelijkschakeling van alle lonen. Laatst moest ik naar het ziekenhuis voor een kleine operatie. Ik vond het een geruststellende gedachte dat die chirurg zich kon concentreren op de operatie, en niet bezig hoefde te zijn met de vraag of hij zijn energiefactuur deze maand kan betalen. Maar een minister die 10.000 euro verdient, beseft niet welke gevolgen zijn maatregelen kunnen hebben. Neem Bart Tommelein (Open VLD). Over de Turteltaks zei hij dat die niet meer kost dan een paar pinten per week. Hij beseft kennelijk niet dat die honderd euro voor nogal wat mensen de honderd euro te veel kan zijn.

U hebt de term Turteltaks bedacht. Dat kostte Annemie Turtelboom de kop, maar de taks is er nog altijd.

DE MEESTER: Zo werkt het establishment blijkbaar. Als ze daar in de problemen komen, steken ze iemand een mes in de rug en verschijnt de volgende op het toneel. Wij hebben nooit om het ontslag van Turtelboom gevraagd. Tommelein heeft het draagvlak voor die taks proberen te vergroten door een uitzonderingsmaatregel in te voeren voor enkele duizenden gezinnen, maar dat is uiteraard niet voldoende. Mensen zijn daar nog altijd woedend over.

Tommelein komt er wel mee weg.

DE MEESTER: Dat zullen we nog zien. Ondertussen hebben 18.000 mensen zich aangesloten bij het proces dat wij tegen de Turteltaks voeren. In het voorjaar moet het Grondwettelijk hof daar een uitspraak over doen, en dan zal blijken dat deze Vlaamse regering er absoluut niet in geslaagd is het protest in de kiem te smoren.

De Freyafactuur voor de overmatige subsidiëring van zonnepanelen moet wel betaald worden. Hoe hadden jullie dat aangepakt?

DE MEESTER: We zitten vandaag in een absurde situatie. De kosten voor investeringen in de energie van de toekomst worden met een vlaktaks aan alle mensen doorberekend, terwijl de winsten van nucleaire en fossiele energie verdwijnen naar de grote bedrijven zoals Engie-Electrabel en EDF Luminus. Ondertussen worden er nog altijd subsidies uitgedeeld aan rijke ondernemers. Die wilden zich niet tevredenstellen met een rendement van vier of vijf procent, en pas investeren in groene stroom als ze meer dan twaalf procent winst konden krijgen. Zij hebben de belofte gekregen dat ze nog jarenlang subsidies zullen ontvangen, en dat kost ons honderden miljoenen euro’s. De energiewaakhond CREG zegt nochtans dat voor een risicoloze investering in groene stroom met een gegarandeerde opbrengst vijf procent rendement ruim voldoende is. Helaas, daarvoor komen mensen als Fernand Huts en Jan De Nul niet buiten. Zij willen meer geld, en de Vlaamse regering heeft hen dat gegeven.

Zonder die subsidies was er waarschijnlijk niets geïnvesteerd in hernieuwbare energie.

DE MEESTER: Dus moeten gewone mensen die zelf niet het geld hebben om een zonnepaneel op hun dak te leggen opdraaien voor de investeringen van multinationals? Dat is fundamenteel onrechtvaardig. Als zij er niet in geïnteresseerd waren, had de overheid er ook voor kunnen kiezen om zelf te investeren in groene stroom. In Stuttgart heeft een stadsbedrijf 80.000 daken van zonnepanelen voorzien omdat mensen die investering niet konden betalen. Dat idee van die stadsbedrijven is besmettelijk: in Denemarken en Engeland bestaat het ook al. Op stedelijk niveau werkt dat laagdrempelig en van onderuit, ook al zou hier beter op het Vlaamse niveau worden gedacht aan zo’n energiebedrijf dat de sector opnieuw in handen neemt. Met een publieke logica raken we veel verder dan met de overtuiging dat de markt het wel zal oplossen als we er maar genoeg subsidies tegenover zetten.

Zo klinkt het ook sympathieker dan de oude staatsbedrijven.

DE MEESTER: Inderdaad, ja. (lacht) Maar die stadsbedrijven hoeven niet in handen van de staat te zijn. Dat kunnen ook burgercoöperaties zijn, of stadsbedrijven die worden beheerd door burgers en niet enkel beroepspolitici. Dat kan de ingewikkelde en weinig doorzichtige labyrinten van intercommunales, waarin alleen lieden als Geert Versnick de weg nog kennen, ook helpen vervangen.

Wil de doorsneeburger wel zelf over dit soort ingewikkelde zaken meedenken en beslissen?

DE MEESTER: Daar ben ik van overtuigd. Als het over onze energievoorziening gaat, liggen mensen absoluut wakker van betaalbare en duurzame stroom. Daarom moeten ze ook rechtstreeks inspraak krijgen. Waarom zouden experts of klimaatactivisten geen stem mogen hebben in zulke openbare bedrijven en politici die daar door de partijen zijn gezet wel?

Dus straks krijgen we ook nog verkiezingen voor alle intercommunales?

DE MEESTER: Waarom niet? Ik verwijs in dit verband graag naar de Amerikaanse stad Sacramento, toch niet onmiddellijk een Sovjetrepubliek. Daar heb je een groot energiebedrijf waar de raad van bestuur elk jaar wordt verkozen door de klanten. Bij jaarlijkse afrekeningen krijg je naast een factuur ook een stembrief, met daarop de namen van burgers die zich kandidaat hebben gesteld. En daar houdt het niet op. Burgers hebben spreekrecht op vergaderingen, die openbaar zijn en waarop iedereen een agendapunt kan agenderen.

Vlaanderen kiest voor biomassacentrales om de doelstellingen voor hernieuwbare energie te halen. Is dat een goed idee?

DE MEESTER: Nee. Windmolens en zonnepanelen zouden dezelfde energie kunnen opwekken voor veel minder geld. Windenergie heeft bijna geen subsidies meer nodig, terwijl die biomassacentrales ons veel geld zullen kosten. Maar de Vlaamse regering is gevoelig voor het lobbywerk van de sector. Die stelt één project voor – een biomassacentrale in Langerlo – waarmee in één klap de milieudoelstellingen kunnen worden gehaald. Terwijl de overheid die veel beter zou realiseren door op veel verschillende daken zonnepanelen te helpen leggen.

De vrijmaking van de energiemarkt zou goedkopere prijzen opleveren voor iedereen, zo werd lange tijd beweerd. Het tegendeel is ondertussen gebleken: we hebben daar de Turteltaks aan te danken.

Wat zouden jullie graag nog meer opnieuw in publieke handen zien?

DE MEESTER: Belangrijke voorzieningen zoals water en gezondheidszorg moeten we zeker niet aan de markt overlaten. De financiële crisis heeft ook bewezen dat banken een wereldvreemde logica volgen die de samenleving niet ten goede komt. Wij willen een publieke bank oprichten die investeert in alle jonge ondernemers en start-ups die vandaag geen lening krijgen. Ook verzekeringen worden beter door de overheid geregeld: liever een wettelijk pensioen dat volstaat dan dat iedereen elders op zoek moet naar verzekeringen voor zijn oude dag.

Mogen wij nog een bank oprichten als jullie aan de macht zijn?

DE MEESTER: Waarom zouden jullie dat willen? (lacht) In eerste instantie wel, ja. Maar wij zullen bewijzen dat het anders kan, en dat die private banken nergens voor nodig zijn. De ravages die het neoliberalisme heeft aangericht, kunnen we in de toekomst vermijden.

DE MEESTER: Waarom heeft de PVDA momenteel dan de wind zo in de zeilen?

Er stemt nog altijd tien keer meer volk op de regeringspartijen dan op jullie.

DE MEESTER: Wij beweren ook niet dat Vlaanderen een Griekenland aan de Noordzee is. Maar mensen hoeven zelf niet in miserie te leven om de onrechtvaardigheden te zien. Iemand hoeft niet bij de 144.000 gezinnen te horen die langs de voedselbank gaan om te weten dat wij – in tegenstelling tot wat politici graag beweren – niet boven onze stand leven. Nu moet iedereen zelfs langer werken terwijl geen enkele partij dat durfde te verdedigen tijdens de campagne. Als dat niet resulteert in succes voor links, is het omdat het debat wordt gekaapt door rechtse thema’s zoals migratie en het bashen van de islam. Wanneer Peter Mertens met Graailand onze thema’s onder de aandacht brengt, beginnen de traditionele partijen weer te schreeuwen over Stalin en Noord-Korea. Ze hebben geen verweer.

Het ging ook weer over Noord-Korea omdat PVDA’ers in oktober nog op een conferentie aanwezig waren waar ook een delegatie van die dictatuur aanwezig was.

DE MEESTER: Wij hebben nooit met die mensen gesproken. Dat was een conferentie waar heel veel verschillende linkse partijen aanwezig waren. Maar het is onaanvaardbaar dat die Noord-Koreanen daar waren, en dat hebben wij ook gezegd. Met die militaire dictatuur hebben wij niets te maken, maar het establishment vindt er niets beter op dan ons daar altijd maar weer mee in verband te brengen. Iedereen kan onze partij nochtans leren kennen, en iedereen kan onze teksten lezen over onze democratische visie op de samenleving.

Maar iedereen kent ook jullie verleden, en niet iedereen gelooft dat jullie er zo snel als jullie zelf beweren in zijn geslaagd om dat achter jullie te laten.

DE MEESTER: In 2008 zijn wij met het vernieuwingscongres duidelijk een andere weg ingeslagen. Dat is bijna tien jaar geleden. Maar journalisten en opiniemakers kennen ons inderdaad niet goed. Ze hebben alleen zo’n vaag idee dat wij vroeger wat radicaler waren.

Is dat het enige verschil met vroeger?

DE MEESTER: We waren veel dogmatischer, ja. Maar het verhaal is genuanceerd. Uit die tijd stamt ook Geneeskunde voor het Volk. Het is niet zo dat PVDA’ers vroeger rond een altaar voor Noord-Korea zaten. Dat waren mensen die in een fabriek werkten en opkwamen voor de rechten van hun collega’s. Dat oprechte engagement heb ik altijd fantastisch gevonden.

Sinds wanneer bent u bij de partij?

DE MEESTER: Ik ben twintig jaar lid. Ik heb geschiedenis gestudeerd aan de Universiteit Gent, en heb daarna drie jaar aan een doctoraat gewerkt over de koloniale geschiedenis van Afrika. Tegen de zin van mijn promotor, Jan Blommaert, ben ik daarmee opgehouden toen ik inzag dat amper zeven mensen mijn doctoraat zouden lezen. Ik wilde meer betekenen in de wereld. Ik was vroeger al betrokken bij de vluchtelingenbeweging, en kende vandaar de PVDA.

Als historicus moet u het niet altijd eens zijn geweest met de kijk van de partij op de geschiedenis.

DE MEESTER: Tijdens mijn studie heb ik een halfjaar lang niets anders gedaan dan de Sovjet-Unie en de erfenis van Stalin te bestuderen. Laten we zeggen dat ik dus geen grote fan was van Een andere kijk op Stalin van onze toenmalige voorzitter Ludo Martens. Ik vind Graailand pakken beter, en dat boek is bovendien verfilmd. (lacht)

Met extreemrechts en Donald Trump hebben jullie een aversie tegen ‘de elites’ gemeen. Zorgt dat niet voor een gevaarlijke sfeer?

DE MEESTER: Precies vanwege dat rechts populisme is het goed dat het ongenoegen over de graaicultuur van de elites zich ook in een linkse stem kan vertalen. Wij kunnen die boosheid toch niet volledig in handen laten van de demagogen van extreemrechts?

Jullie zijn nu voorstanders van maximale burgerdemocratie. Mogen burgers dan ook rechtstreeks beslissen over onderwerpen als opvang voor vluchtelingen?

DE MEESTER: Ik geloof in de kracht van de directe burgerdemocratie, ja. Ook over dit debat moet je rechtstreeks in dialoog gaan met de mensen in de wijken. Praten, discussiëren, en overtuigen met argumenten. Eenvoudig zal dat niet zijn, maar het is volgens mij de enige weg. Je lost dit probleem in ieder geval niet op door het debat – uit angst voor de stem van het volk – te isoleren in het parlement.

Iets anders: denkt u dat SP.A ooit nog een succesvolle, linkse partij kan worden?

DE MEESTER: Ik hoop eigenlijk van wel. De linkerzijde moet het debat weer beheersen en hegemonisch worden in Vlaanderen. De PVDA is daar ook voor nodig. Waarom denkt u dat Paul Magnette dwars heeft gelegen tijdens de onderhandelingen voor CETA? Omdat onze Waalse collega’s hem hebben opgejaagd. De SP.A zal nog serieus moeten herbronnen, maar dat moet ze vooral zelf doen. Ik ben niet van plan om het rapport van John Crombez op te maken.

SP.A’ers maken graag jullie rapport op. Maya Detiège zei onlangs in Knack dat zij in Antwerpen na de verkiezingen niet wil samenwerken met jullie.

DE MEESTER: Ik heb dat ook gelezen. Was ze niet bang dat we alles wilden nationaliseren? Waar slaat het op om dat argument te gebruiken voor lokale politiek? Misschien wil de SP.A de centrumkiezer niet voor het hoofd stoten, en het makkelijker maken om een coalitie te sluiten met CD&V en Open VLD. Maar dat is natuurlijk geen strategie om de linkerzijde te versterken.

Wil het rood-groene kartel in Gent graag met Tom De Meester samenwerken?

DE MEESTER: Het is duidelijk dat ook zij liever verder willen besturen met Mathias De Clercq en de paars-groene meerderheid. Dat is hun keuze, en ik denk ook dat dat de uitkomst van de verkiezingen zal zijn. Met de klap die N-VA heeft gekregen, is het onwaarschijnlijk dat zij de volgende burgemeester mogen leveren.

Door PETER CASTEELS en JEROEN DE PRETER, foto’s HATIM KAGHAT

‘Het heeft geen enkele zin om schepenen in intercommunales te parkeren als zij de gang van zaken daar dan niet kritisch bekijken.’

‘Mensen liggen absoluut wakker van betaalbare en duurzame stroom. Daarom moeten ze ook rechtstreeks inspraak krijgen.’

‘Belangrijke voorzieningen zoals water en gezondheidszorg moeten we zeker niet aan de markt overlaten.’

‘Het is duidelijk dat het rood-groene kartel in Gent liever verder bestuurt met de liberalen dan met de PVDA.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content