Bert Bultinck

‘Wiskunde is ontegensprekelijk elegant. En als dat te metafysisch klinkt: ze is nog verdomd nuttig ook’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

‘Alles wat vandaag rendabel en hip is, is ‘smart’. En die smartness zit ‘m niet zelden in een wiskundig algoritme,’ zegt Knack-hoofdredacteur Bert Bultinck.

Aan de alarmbel trekken: het is een van de grootste gemeenplaatsen in het maatschappelijke debat. De Orde van Vlaamse Balies, ABVV-topman Rudy De Leeuw, de Vlaamse Inspectie Dierenwelzijn: allemaal trokken ze de afgelopen week om totaal verschillende redenen aan de alarmbel. Afgelopen donderdag trok ook nog eens iedereen die onze planeet wil redden aan de alarmbel, na de lompe beslissing van de tweeter-in-chief om uit het klimaatakkoord van Parijs te stappen. Leven in de eenentwintigste eeuw is leven in een kakofonie van alarmbellen.

In dit blad is het deze week de beurt aan Ann Dooms van de Vrije Universiteit Brussel. De professor digitale wiskunde wijst met nadruk, passie en sterke argumenten op de achteruitgang van ons wiskundeonderwijs. Ja, onze leerlingen staan met hun wiskundige kennis nog altijd in de top 10 van de wereld, maar de maatgevende PISA-onderzoeken van de OESO tonen ook al bijna vijftien jaar dat onze mathematische geletterdheid afneemt. Ook de eigen steekproeven van professor Dooms – de ‘pretoetsen’ wiskunde die de VUB organiseert in het eerste bachelorjaar – bewijzen keer op keer hoe zelfs leerlingen die in het secundair onderwijs vijf uur wiskunde hebben gekregen het startniveau niet halen. Ook haar Leuvense collega Paul Igodt, die de Vlaamse Wiskunde Olympiade coördineert, maakt zich zorgen: ‘Het algemene niveau is de voorbije dertig jaar gezakt.’ Zoals wel vaker in onze onderwijsdebatten gaat het dan al snel over de didactische keuzes die gemaakt worden: ‘De groeiende aandacht voor vaardigheden is ten koste gegaan van kennis en inzicht.’

Wiskunde is ontegensprekelijk elegant en nog verdomd nuttig ook.

Die strijd tussen kennisonderwijs en vaardighedenpedagogiek is ook voor andere vakken al minstens een slordige vijftien jaar een klassieker. Het weerspiegelt hoe we in toenemende mate naar rendement en output kijken, en minder ruimte laten voor verbeelding, schoonheid of theorie. Dat zijn geen synoniemen, maar die begrippen zijn wel met elkaar verwant. En ze zijn cruciaal voor wat we nu al een kleine vijfhonderd jaar ‘wiskunde’ noemen. Wiskunde is per definitie theoretisch en ontegensprekelijk elegant. Anders dan rekenen drijft de discipline fundamenteel op momenten van inspiratie. In de zestiende eeuw vond de briljante Brugse wiskundige Simon Stevin niet alleen het decimale stelsel voor breuken uit, maar muntte hij ook de term ‘wiskunde’ zelf: ‘wisconst’, de wetenschap van wat zeker is. Of om het met de woorden van Ann Dooms te zeggen: ‘Wat wiskundig bewezen is, geldt voor eeuwig als waar. Dat vind ik zo mooi.’

Als dat allemaal te metafysisch klinkt, kunnen we de fans van het rendementsdenken geruststellen: wiskunde is nog verdomd nuttig ook. De theoretische kennis heeft zeer directe praktische toepassingen. Vandaag is ze zeker niet minder belangrijk geworden. Integendeel: de toepassingen in cryptografie, die cruciaal is om onze data te beveiligen, bij zelfrijdende auto’s of andere robotica zijn eindeloos. Alles wat vandaag rendabel en hip is, is ‘smart’. En die smartness zit ‘m niet zelden in een wiskundig algoritme. Wie klaagt over de zinloosheid van integralen krijgt al decennia het deksel op de neus met een verhaal over, bijvoorbeeld, bruggenbouw. Maar vandaag is de inzetbaarheid van wiskunde zo breed en diepgaand dat wiskundige ongeletterdheid alleen maar accentueert wat we allemaal al weten: dat de technologie waarmee we ons omringen, en waarmee we soms zelfs versmelten, een vreemd wezen wordt. We weten allemaal hoe we een kaartlezer moeten gebruiken als we internetbankieren. Maar we hebben geen idee hoe dat ding werkt, zelfs niet in de meest algemene termen. We facebooken alsof ons leven ervan afhangt, maar we hebben geen notie van de programmatuur die erachter steekt. Dan kan het geen kwaad dat we onze wiskundige kennis een beetje op peil houden. Zowel het basisniveau van de zwakkeren als de topprestaties moeten omhoog als we nog een beetje willen begrijpen wat onze levens beheerst.

Nog meer dan het streven naar schoonheid en de lokroep van de nuttigheid inspireert het verhaal van Dooms door haar gedrevenheid: de wil om stappen vooruit te zetten, onbevreesd voor het verwijt van elitarisme. ‘Toepassingen zijn belangrijk,’ zegt ze, in een verdediging van abstracties en theorie, ‘maar het lijkt wel alsof “uitdagen” een vies begrip is geworden.’ Het is precies die ingesteldheid – de basisattitude van het humanisme – die we moeten koesteren. Het is precies die houding die ons op de juiste momenten aan de alarmbel doet trekken. En dat is helemaal terecht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content