Servais Verherstraeten (CD&V)

Wint of verliest Vlaanderen met de nieuwe financieringswet?

Servais Verherstraeten (CD&V) Kamerfractieleider van CD&V

De nieuwe financieringswet zou Vlaanderen 7,8 miljard kosten. Vlaanderen verliest, klinkt het. Staatsecretaris Servais Verherstraeten (CD&V) nuanceert en wijst op het belang alle parameters in acht te nemen.

Kim Clijsters heeft gewonnen, Tom Boonen heeft verloren, de Rode Duivels speelden gelijk. Over sportwedstrijden wordt gewoonlijk gesproken in termen van winnaars en verliezers, helaas geldt dat ook voor de staatshervorming en de financieringswet. Vanochtend kopten enkele Vlaamse kranten dat “de nieuwe financieringswet Vlaanderen 7,8 miljard euro zal kosten”. Zoals meestal, bevat die uitspraak waarheden en onwaarheden. Ik zet ze even op een rij.

De financieringswet regelt de geldstromen in ons land en vormt het sluitstuk van de zesde staatshervorming. De wetsvoorstellen werden vorige week goedgekeurd in de Kamer en worden momenteel behandeld in de Senaat. De zesde staatshervorming geeft aan de deelstaten iets meer dan 20 miljard nieuwe bevoegdheden. In tegenstelling tot een hardnekkige mythe ontvangen de deelstaten daarvoor ook 100% van het benodigde geld uit te oefenen (100% voor alle bevoegdheden en 90% voor arbeidsmarktsmarktbeleid + 10% die in de tijd uitdooft). Dat geld gaat bovendien in één enveloppe, het is een totaalbedrag waarover de deelstaten vrij kunnen beschikken.

De Nationale Bank heeft de lange-termijnresultaten van de financieringswet gesimuleerd en in 2028 zou de federale staat 1,2 miljard euro minder hebben. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest krijgt 661 miljoen euro meer. De Franse Gemeenschap verliest 91 miljoen euro en het Waalse Gewest wint 210 miljoen euro, wat neerkomt dat op een winst van 119 euro voor Franstalig België. Vlaanderen krijgt 192 miljoen euro meer. Wanneer men dus uitsluitend deze naakte parameters van de financieringswet in rekening brengt, “wint” Vlaanderen.

Maar doorgaans gooit men verschillende zaken op één hoop. Naast de nieuwe financieringswet hebben de federale staat en de deelstaten in juli 2013 ook een saneringsinspanning afgesproken. De deelstaten zouden een sanering van 2,5 miljard euro doorvoeren tegen 2015 en tegelijk bijdragen aan de vergrijzingskosten voor 0,23 percent van het BNP tegen de horizon 2028. Concreet levert Vlaanderen 60% van die inspanningen en zal tussen 2015 en 2019 dus 1,5 miljard per jaar inleveren door de afgesproken sanering. In die zin “verliest” Vlaanderen, maar alles hangt af van welke vergelijkingspunten men kiest en wat men precies in rekening wil brengen.

Volgens de ietwat eigengereide rekenkunde van Philippe Muytters(N-VA) wordt dat bedrag met vijf vermenigvuldigd om de totale kostprijs over vijf jaar te berekenen: 7,8 miljard! Het is inderdaad een wet van de wiskunde: wie een bedrag met vijf vermenigvuldigt, maakt het vijf keer groter.

Ook de Vlaming heeft er belang bij dat de federale overheid niet in financiële problemen geraakt

(Terzijde en om de proporties te schetsen: de federale regering saneerde sedert 2012 meer dan 20 miljard en zal de komende jaren nog ongeveer 8 miljard extra-inspanningen moeten leveren. Volgens de cumulatieve rekenkunde van Muytters: de federale overheid levert 50 miljard inspanningen.)

Ik heb hierbij twee bedenkingen. Één, de hele discussie over winnaars en verliezers is eigenlijk vals, want een burger uit Kortrijk, Mechelen of Genk is natuurlijk niet uitsluitend een Vlaming of een Belg. Hij ontvangt bijvoorbeeld zijn pensioen of zijn gezondheidszorgen van de federale overheid en heeft er dus belang bij dat die federale overheid niet in de financiële problemen geraakt. Twee, niemand is profeet. Al die projecties tegen 2028 gaan uit van groeiparameters en ramingen van fiscale inkomsten in de toekomst die voor iedereen per definitie onbekend zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content