Willy Claes: ‘Opus Dei beïnvloedde het Agusta-proces’

Willy Claes op de begrafenis van Hugo Schiltz, 22 augustus 2006, Antwerpen. © Belga
Matthias Depuydt
Matthias Depuydt medewerker Trends

Gewezen SP.A-boegbeeld Willy Claes (79) blikt uitzonderlijk terug op het Agusta-schandaal, zijn ontslag als secretaris-generaal van de NAVO en zijn veroordeling door het Hof van Cassatie. ‘Voor de SP was ik een zoenoffer om het schandaal te kunnen overleven.’

We ontmoeten Willy Claes in zijn bureau in het rectoraat van de Universiteit Hasselt waar hij associatievoorzitter is. ‘Ik heb uitzonderlijk met dit interview ingestemd’, vat Claes aan, ‘want het is niet aangenaam om dit verhaal terug op te rakelen.’In november 1988 besliste de rooms-rode regering Martens VIII om nieuwe gevechtshelikopters te bestellen bij het Italiaanse bedrijf Agusta. Willy Claes keurde als minister van Economische Zaken voor de SP (nu SP.A) de beslissing mee goed. ‘Ik vond de aankoop van die Agusta-helikopters toen niet zo bijzonder. Er lagen destijds zoveel wapendossiers op tafel. Ik had het als vicepremier ook zeer druk’, zucht hij. ‘Daardoor hield ik me niet zoveel bezig met mijn militaire dossiers.’

In het voorjaar van 1995 kwam aan het licht dat de SP net na de bestelling van de gevechtshelikopters 51 miljoen Belgische frank smeergeld van Agusta had ontvangen. Ondertussen was Willy Claes opgeklommen tot secretaris-generaal van de NAVO, maar die functie moest hij na een klein jaar noodgedwongen opgeven, in de woelte van het schandaal: ‘Dat was een dramatische periode.’

Uw kabinetschef Johan Delanghe werkte mee aan de financiële constructie om het smeergeld van Agusta te versluizen naar de partijkas van de SP. Had u als minister niet moeten weten waar hij mee bezig was?

WILLY CLAES: Het is niet in mijn kabinet dat de corrupte operatie ineen is gestoken, maar in de partij, allicht met de toenmalige SP-penningmeester Etienne Mangé als spilfiguur. Mijn kabinetschef Delanghe heeft steeds volgehouden dat hij pas jaren na de Agusta-deal betrokken raakte, toen Mangé hem tijdens het gerechtelijk onderzoek in vertrouwen nam.

Delanghe was trouwens een uitstekend kabinetschef. Hij was de enige in het kabinet die zich volop bezighield met de economische aspecten van het Agusta-dossier. Ik had veel vertrouwen in hem, blijkbaar te veel. Ik volgde die dossiers slechts zijdelings op, wat ik mij achteraf zwaar heb beklaagd.

Wel wil ik dit duidelijk stellen: (fel) ik ben nooit aangesproken over smeergeld of corruptie, noch door Delanghe, noch door Mangé of door wie dan ook.

Willy Claes

Willy Claes (79) was een van de kopstukken van de Vlaamse socialistische partij in de tweede helft van de twintigste eeuw. Reeds op 17-jarige leeftijd werd de Hasselaar provinciaal secretaris van de Jongsocialisten. Later was hij tussen 1975 en 1977 partijvoorzitter van de toenmalige BSP, waarna hij voor de SP tussen de jaren 1970 en 1990 minister van Economische Zaken, Onderwijs en Buitenlandse Zaken werd in de regeringen van Martens en Dehaene. Hij was daarbij ook telkens vicepremier. In 1994 schopte hij het tot secretaris-generaal van de NAVO.

Er waren verschillende kandidaten om de helikopters te leveren. Daarom boden ze allen ‘economische compensaties’ aan om de bestelling te pakken te krijgen. Zo beloofde Agusta om onder andere een fabriek te bouwen in het Limburgse Lummen. Als minister van Economische Zaken beoordeelde u die verschillende compensatievoorstellen. Op die manier werd u toch bij de aankoop van de gevechtshelikopters betrokken?

CLAES: Zoals ik al zei: ik volgde de compensatiedossers niet van nabij. Johan Delanghe onderhandelde daarover concreet met de Italianen. Ik denk echt niet dat zij hem nodig hadden om een aantrekkelijke compensatie in mijn kiesgebied te bedenken.

Agusta stond bekend als een onbetrouwbaar bedrijf. Zo is de fabriek in Lummen er nooit gekomen. Waarom ging u met de Italianen in zee?

CLAES: (fel) Ik ging met niemand in zee! Ik beoordeelde enkel welke leverancier de beste economische compensaties beloofde. Het waren de militairen die de helikopters van Agusta van betere kwaliteit vonden. Hun advies gaf de doorslag. En alle ministers in de mininsterraad stemden daarmee in.

Later bleek dat minister van Landsverdediging Guy Coëme (PS) in ruil voor smeergeld dat militair advies had vervalst ten voordele van Agusta. Sprak hij u daarover ooit aan?

CLAES: Absoluut niet. Ik ben er trouwens van overtuigd dat hij niet de man was die het zwart geld binnenbracht bij de PS. Hij was geen politicus die zijn eigen zakken vulde. Dat was iemand anders, een toonaangevende politicus. Ik ga echter geen namen noemen, want ik heb geen bewijzen.

Wat vond uw partij eigenlijk van de keuze voor Agusta?

CLAES: Binnen de SP boog niemand zich intens over de aan de militaire dossiers gekoppelde compensaties. Het Agusta-dossier kwam bij mijn weten eind 1988 zelfs niet eens ter sprake tijdens de wekelijkse vergadering van het partijbestuur.

Doofpot

Tijdens het gerechtelijk onderzoek naar de omkoping door Agusta biechtte Frank Vandenbroucke voor de camera’s op dat hij in 1991 als SP-voorzitter het smeergeld had laten verbranden. Wat was zijn rol in dit hele dossier?

CLAES: Frank heeft ter zake geen enkele rol gespeeld. Hij is daar gewoon ingetuimeld.Wat had hij met het gevonden smeergeld moeten doen?

Claes: (zucht) Het in elk geval niet laten verbranden. Hij had het moeten aangeven bij de politie of aan een goed doel moeten schenken. Maar ja, de partij dacht toen nog dat ze het schandaal in de doofpot kon houden.

De regeringsonderhandelingen waren blijkbaar belangrijker dan het behoud van mijn internationale topfunctie.

Op 6 september 1995 wilde het gerecht u doorverwijzen naar het Hof van Cassatie, waar alle ministers berecht worden. Het leek alsof uw partij u toen liet vallen om de regeringsonderhandelingen met de christendemocraten van Jean-Luc Dehaene niet in gevaar te brengen.

CLAES: Dat klopt. De regeringsonderhandelingen waren blijkbaar belangrijker dan het behoud van mijn internationale topfunctie. Bovendien wilde SP-voorzitter Louis Tobback redden wat er te redden viel. Stel je voor: een socialistische partij die zwart geld aanneemt van een wapenhandelaar! Voor de SP werd ik een zoenoffer om het schandaal te kunnen overleven.

Vrij snel keurde het parlement op vraag van het gerecht uw doorverwijzing naar Cassatie goed. U nam meteen ontslag als secretaris-generaal van de NAVO. Was er een afspraak binnen de partij dat u uzelf zou opofferen?

CLAES: Helemaal niet. Louis Tobback kwam me na mijn ontslag thuis opzoeken. Hij leek zich te willen excuseren omdat de partij mij niet kon verdedigen. Als ik daarop terugkijk, begrijp ik hem wel. De meubels moesten gered worden en dat heeft Louis toen voortreffelijk gedaan, vind ik.

Nu begrijpt u hem, maar hoe voelde het op dat moment om als enige het gelag te moeten betalen? U was als Belg secretaris-generaal van de NAVO geworden, wat enkel Paul-Henri Spaak u voordeed.

CLAES: Ik voelde me totaal verlaten. Vermeende vrienden lieten me een voor een vallen, ook binnen de partij. Er waren mensen zoals Freddy Willockx(oud-SP-minister, nvdr.) die wél in mijn onschuld geloofden, maar het merendeel van mijn partijgenoten deed dat niet. Daar heb ik levenslessen uit getrokken.

Ging uw partij in tegen haar principes door u te laten vallen?

CLAES: Ze ging zelfs in tegen een van haar basisprincipes, namelijk de solidariteit.

Uw internationale functie was voor de partij electoraal oninteressant.

CLAES: Inderdaad.

Zo helpe mij God

U beweerde in meerdere interviews dat er ‘hogere kringen’ betrokken waren bij uw veroordeling aan het Hof van Cassatie in 1998.

CLAES: Een hooggeplaatste geestelijke vertelde me dat bepaalde krachten invloed hadden uitgeoefend op het verloop van mijn proces. De naam van de geestelijke zal ik niet geven, maar hij sprak over krachten die het daglicht niet mogen zien.

Wat bedoelt u met ‘bepaalde krachten’?

CLAES: Ik heb het over Opus Dei (controversiële en extreem katholieke organisatie, nvdr.). Hun invloed werd duidelijk toen bepaalde getuigen zich kenbaar maakten als leden van die organisatie. Dat deden ze door tijdens hun eedaflegging steeds ‘Zo helpe mij God’ uit te roepen. De voorzitter van Cassatie riep hen dan wel tot orde, maar het teken was gegeven. Opus Dei beïnvloedde het Agusta-proces, dat is duidelijk.

Die heren lieten zich trouwens niet alleen tijdens het proces kennen. Net na mijn ontslag als secretaris-generaal verzekerde premier Jean-Luc Dehaene (CVP) me dat ik opnieuw een mandaat zou krijgen, weliswaar in de politieke marge. Ik kreeg daarna echter te horen dat ‘hogere kringen’ hem hadden tegengehouden en de zaak manipuleerden.

Welke motieven zou Opus Dei gehad hebben?

CLAES: Dat weet ik niet zeker. Misschien omdat ik een uitgesproken vrijmetselaar ben.

Opus Dei haalt toch niet elke uitgesproken vrijmetselaar onderuit.

Claes: Zelfs de hoge geestelijke die me in de richting van Opus Dei wees, gaf geen motieven aan.

Ik heb nooit een cent van dat smeergeld gezien, maar ik was als minister inderdaad politiek verantwoordelijk.

U werd uiteindelijk veroordeeld wegens passieve corruptie. U kreeg drie jaar voorwaardelijke celstraf, vijf jaar ontzetting uit uw politieke- en burgerlijke rechten en een boete van 60.000 Belgische frank. Journalist Rik Van Cauwelaert schreef in zijn boek over het Agusta-schandaal dat u eigenlijk onschuldig bent, maar wel politiek verantwoordelijk. Gaat u daarmee akkoord?

CLAES: Ik heb nooit een cent van dat smeergeld gezien, maar ik was als minister inderdaad politiek verantwoordelijk. Het is mijn eigen schuld dat ik het dossier niet genoeg heb opgevolgd. Ik heb daarom ook geen moment getwijfeld om in oktober 1995 mijn job bij de NAVO op te geven en de gevolgen van mijn fouten te dragen. Zelfs toenmalig Amerikaans president Bill Clinton zag mij niet graag in het midden van de Joegoslavië-crisis vertrekken. Maar ik bewees het bondgenootschap geen dienst door aan te blijven.

Het Agusta-schandaal wordt nog steeds met de Belgische socialisten in verband gebracht. Denkt u dat ook andere politieke strekkingen bij de zaak betrokken waren?

CLAES: Niet alleen de socialisten hadden boter op het hoofd. Meer kan ik daar niet over kwijt, want ik heb geen bewijzen.

Wel vermoedens.

CLAES: (twijfelt)

Was de CVP (nu CD&V) betrokken partij?

CLAES: Ik beschik over geen enkel element dat in die richting zou wijzen.

De Franstalige christendemocraten van de PSC (nu cdH) werden vaak genoemd. Heeft toenmalig minister van Justitie Melchior Wathelet een rol gespeeld?

CLAES: U spreekt namen uit. Dat brengt me in een lastig parket. (denkt na) U mag het zo noteren: het zou me verbazen mocht hij toen geen rol gespeeld hebben.Véronique Ancia was de onderzoeksrechter die het Agusta-onderzoek voerde. Had zij een PSC-stempel?

CLAES: Ze was zelfs een uitgesproken PSC-militant. Ze was anti-socialist tot en met, dat is wel duidelijk.

Niet alleen de socialisten hadden boter op het hoofd.

Mag ik stellen dat uw vermoeden ten aanzien van de PSC het grootst is?

CLAES: Ja.Zal de volledige waarheid ooit aan het licht komen?

CLAES: Ik wil daarover na dit interview geen bijkomende verklaringen meer afleggen. Wie weet leeft er nog iemand die gewetensbezwaren krijgt. Maar ik denk het niet. Andere betrokkenen hebben blijkbaar alle redenen om te zwijgen. Uw naam wordt sindsdien aan het Agusta-schandaal gelinkt. Blijven uw politieke verdiensten daardoor onderbelicht?

CLAES: Daar bestaat geen twijfel over. Het schandaal is een stempel die ik zal blijven dragen, maar toch ben ik erin geslaagd mijn leven verder te zetten.

Vergeet ook niet dat ik zwaar veroordeeld ben geweest en toch met politieke instemming van de regering betekenisvolle functies heb gekregen. Zo ben ik aangesteld als voorzitter van de Associatie Universiteit-Hogescholen Limburg en ook als voorzitter van de Vlaamse koepelorganisatie van het hoger onderwijs. Dat zegt iets over mijn politiek eerherstel.

Natuurlijk zal de pers meteen over Agusta beginnen bij het schrijven van mijn in memoriam. Ja, dat gevoel knaagt nog.

De auteurs van dit artikel zijn derdejaarsstudenten aan de opleiding Journalistiek van de Arteveldehogeschool.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content