Ik ben als een soort voodoopop gebruikt. Via mij wilden ze de hele VUB treffen’

© SASKIA VANDERSTICHELE

Filosoof, agoog en kunstkenner Willem Elias gaat met emeritaat. Nog één keer blikt hij terug op de mediastorm waarin hij verzeilde in april 2015, toen een Facebook-uitspraak na de zelfmoord van zijn vriend Steve Stevaert leidde tot zijn ontslag als decaan aan de VUB. ‘Ik ben er elke dag mee wakker geworden, meer dan een jaar lang.’

De feesttent van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) was veel te klein voor de zeshonderd aanwezigen op de vrolijk onorthodoxe emeritaatsviering van professor Willem Elias. Er waren toespraken en lofbetuigingen, zoals dat hoort bij zulke gelegenheden, maar plechtig of academisch ging het er niet toe. De net verkozen VUB-rector Caroline Pauwels sprak warme woorden voor ‘vrijdenker’ Elias. Onder zijn talrijke vrienden: politici, academici van de VUB en daarbuiten, oud-studenten en vooral veel kunstenaars, voor wie Elias nu eens inspirator en dan weer steun en toeverlaat was.

Bij de viering hoort ook een fraai uitgegeven liber amicorum, met bijdragen van bekende namen als Bert Anciaux, Noël Slangen, Tony Mary en Guy Vanhengel. En daarnaast veel prachtige illustraties van bevriende kunstenaars. Sommige daarvan werden speciaal gemaakt voor ‘Willem’, zoals iedereen hem noemt die hem één keer heeft ontmoet.

Wie is de man volgens zijn vrienden? Een intellectuele veelvraat, die kunst ademt. Een vitale, anarchistische levensgenieter. Qua filosofie ‘eerder Diogenes dan Socrates’. Een ladies’ man ook, die grote aantrekkingskracht uitoefende op vrouwen en talloze vriendinnen had. ‘Als je het beleefd vraagt en de dame in kwestie akkoord gaat, is er niets aan de hand, neem ik aan’, aldus de betrokkene, die al een hele tijd gelukkig is getrouwd met de vrouw van zijn leven.

We ontmoeten Willem Elias een paar dagen later in het Brusselse café Le Cirio. Zacht mompelend, met een Aalsterse tongval, geniet hij nog na van een geslaagd afscheid. ‘Vriendschap is, zoals ik ook heb geschreven, ongeveer mijn enige waarde’, zegt hij.

Ook al vindt hij feesten de hoogste kunstvorm en luiheid een deugd, hij heeft ook veel gewerkt. Elias bouwde de vakgroep Agogiek aan de VUB uit, en gaf aan verschillende generaties studenten zijn liefde voor en kennis van de moderne kunst door. Op zijn eigenzinnige manier. Want boeken schreef hij wel, maar een cursus heeft hij nooit gemaakt.

Sinds hij als adviseur voor minister van Cultuur Sven Gatz werkt, die hij wegwijs maakt in de wereld van de beeldende kunsten, heeft hij ook officieel een partijkaart van de Open VLD. Elias telde al langer veel liberalen onder zijn vrienden. Karel De Gucht is een jeugdvriend: hij en zijn echtgenote Mireille Schreurs schrijven in hun gezamenlijke bijdrage aan het vriendenboek dat ze hem samen al zowat honderd jaar kennen.

Willem Elias staat ook bekend om zijn cynische humor en grote mond. ‘De vrijpostigheid als opgestoken middelvinger tegen de repressie van de burgerlijkheid’, in zijn eigen woorden. Dat ging heel lang goed, tot een jaar voor zijn pensioen. Na de zelfmoord van vriend Steve Stevaert schreef hij op Facebook: ‘We zullen je missen, Steve. Je was een fijne man en bijzonder intelligent. De vrouwen… een zwakheid die we begrijpen. Aan de dame die deze beslissing op haar geweten heeft, toch graag dit. Voor een verkrachting ga je onmiddellijk naar de politie, of desnoods de dag nadien. Niet drie jaar later.’ In de commotie die volgde, besloot Elias dat hij niet langer als decaan van de faculteit Psychologie en Educatiewetenschappen kon functioneren en gaf zijn ontslag. Veel mensen namen aanstoot aan de manier waarop hij het veronderstelde slachtoffer in diskrediet had gebracht, en aan zijn onuitgesproken suggestie dat zij Stevaerts dood op haar geweten had.

Karel De Gucht schrijft daarover in het liber amicorum dat Elias ofwel meteen door het stof had moeten kruipen, ofwel meteen welgemeend ‘Fuck you’ had moeten zeggen. Het werden enigszins halfslachtige, onduidelijke verontschuldigingen, een dag later, waardoor de storm bleef razen. Een pijnlijke zaak voor alle betrokkenen. Ook voor Elias zelf, omdat dit ene incident een briljante academische carrière en een leven in dienst van de kunst in de schaduw dreigt te stellen.

Iemand noemt u in uw liber amicorum zelfs ‘de Jan Hoet van de coulissen van de hedendaagse kunst’. Een adequate typering?

WILLEM ELIAS: Misschien wel, behalve dat ik geen paus wil zijn. Dat is geen kritiek op Jan Hoet, hoor, maar door zijn status hadden zijn uitspraken soms kwalijke gevolgen voor kunstenaars, en dat wil ik niet. Pausen kunnen excommuniceren. Zelf ben ik geen man van de macht. De kunstenaars die weinig aandacht en steun krijgen, vormen mijn lievelingsgroep. Ik bewonder Luc Tuymans, maar ik voel me niet geroepen om hem te promoten. Hij heeft mij niet nodig. Het probleem is dat vandaag maar een beperkt aantal kunstenaars succes kan hebben, omdat het aanbod van zogenoemde ‘goede kunst’ door veilinghuizen en kunstpauzen kunstmatig klein wordt gehouden. Terwijl er ontzettend veel goede kunst wordt gemaakt, en een kunstwerk gewoon verkocht zou kunnen worden tegen een behoorlijke vergoeding voor de werkuren van de kunstenaar.

Hoe herken je een goed kunstwerk?

ELIAS: Dat is een moeilijke vraag, omdat er geen geschikte woorden zijn om over kunst te praten. Kenners onder elkaar wijzen veeleer kunstwerken aan dan erover in gesprek te gaan. Maar het kaf van het koren scheiden, dat kun je in een paar jaar tijd wel onder de knie krijgen, door veel te kijken.

Leven en werk zijn bij u sterk met elkaar verbonden, zo lijkt het. Vrienden omschrijven u als een aanhanger van het libertinisme, een levensfilosofie die absolute vrijheid voorstaat. Als student filosofie schreef u al een eindverhandeling over Adriaan Beverland, een vergeten libertijn uit de zeventiende eeuw.

ELIAS: Dat heb ik te danken aan professor Leopold Flam, een flamboyante figuur die toen filosofie gaf aan de VUB. Flam, een adept van het existentialisme van Jean-Paul Sartre, heeft mij als jongeman sterk gevormd. Op het gebied van de vrijdenkerij ben ik een echte VUB’er: een vrije geest in een vrij lichaam. Flam stelde voor dat ik een verhandeling zou maken over een vergeten vrijdenker uit onze contreien. Spinoza was eigenlijk de eerste atheïst, maar hij was een handige jongen en heeft ervoor gezorgd dat hij zijn eigen leven niet in gevaar bracht. Een aantal van zijn volgelingen is wél vervolgd of vermoord. Adriaan Beverland, bijvoorbeeld, is verbannen naar Engeland omdat hij een vreemde theorie had ontwikkeld. De erfzonde, zei hij, was niet dat Adam en Eva van de boom van de kennis van goed en kwaad hadden gegeten, maar dat ze seksuele gemeenschap hadden gehad. Vanaf dat moment, en daarin is hij prefreudiaans, is seksuele begeerte volgens Beverland de drijfveer van het menselijk handelen. De grote specialist Jonathan Israël heeft Beverland later in een studie als de voorloper van de seksuele emancipatie van de vrouw bestempeld.

Uw doctoraalscriptie sloot dan weer aan bij een andere grote liefde: de kunst.

ELIAS: Ik dacht bij mezelf: Elias, zou je niet een doctoraat maken over iets waar je echt verstand van hebt? Ik ben geboren in de kunst, dat is me met de paplepel ingegeven. Mijn vader was kunsthandelaar en had een galerie in Wieze.

Uw scriptie ging over wat verschillende filosofische stromingen te vertellen hebben over de functie van hedendaagse kunst.

ELIAS: Dat is heel belangrijk voor mij. Ik beweer niet dat ik het postmodernisme heb uitgevonden, maar in mijn intellectuele ontwikkeling heb ik een weg bewandeld die achteraf het postmodernisme bleek te zijn. Vroeger doctoreerde je over één figuur en daar wist je dan alles van, tot en met de maat van zijn pantoffels. Ik wilde verschillende filosofische stromingen naast elkaar plaatsen, als een soort instrumentenkoffer waaruit je vrij kunt kiezen. Modernisten geloven dat hun inzichten de enige juiste zijn. In het postmodernisme mogen allerlei inzichten naast elkaar bestaan. Ik heb natuurlijk wel geprobeerd een soort besluit te formuleren. Het komt erop neer dat de functie van hedendaagse kunst vergelijkbaar is met die van wiskunde of Latijn. Kunst helpt je om complex te denken. Het is ook een oefening in anders kijken en omgaan met verscheidenheid. Vandaar dat kunst een uitstekende leerschool is om te functioneren in een multiculturele samenleving.

Bent u ook voorstander van een postmoderne houding op het gebied van normen en waarden in de samenleving?

ELIAS: Bij mij ben je sowieso aan het verkeerde adres als het over normen en waarden gaat: ik geloof daar niet in. Normen en waarden worden altijd uitgevonden voor anderen. Ik heb nog nooit iemand gekend die een moraal voor zichzelf heeft bedacht. Ik ben een estheet en esthetica is ook een soort moraal, als je wilt. Het zou geen gezicht zijn als ik jou hier nu zou vermoorden. Maar dat heeft voor mij meer te maken met de vormgeving van de samenleving. Terwijl moraal altijd een zaak is van schuld en boete.

U hebt zich, in tegenstelling tot meer dogmatische vrijzinnigen, altijd tegen een hoofddoekverbod gekant.

ELIAS: Klopt. Ik ben bang van de cultuur van het verbieden die opgang maakt. Iedereen verbiedt maar, en de vrijzinnigen gaan daarin mee. Wat kan mij het schelen wat iemand op zijn hoofd draagt? Bovendien zet je zo de deur open voor nog meer verbieden. De mensen die wij nu verbieden een hoofddoek te dragen, gaan morgen misschien de zwarte sokken verbieden die ik al heel mijn leven draag als symbool van het existentialisme. Of neem dat boerkiniverbod. Het klopt misschien dat die vrouwen onderdrukt worden, maar je daarmee gaan bemoeien, vind ik gevaarlijk. Ik heb nogal wat moslima’s in mijn klas gehad en dat waren allemaal formidabele, open en vrijgevochten dames. Met of zonder hoofddoekje.

Ook Steve Stevaert was radicaal tegen een hoofddoekverbod. Waren jullie goed bevriend?

ELIAS: Toch wel. We gingen geregeld samen op stap, en we zijn een paar keer samen op reis geweest. Hij was een oprecht socialist en groot politicus, die het niet verdient om op een eenzijdig negatieve manier de geschiedenis in te gaan. Dat was een beetje mijn bezorgdheid toen ik dat Facebook-bericht schreef. Ik heb Stevaert bijvoorbeeld meegemaakt in Cuba. We zijn bij familie van Castro op bezoek geweest (lacht). Ik heb toen gezien dat hij daar geen cent aan verdiende. Integendeel: hij heeft in Cuba gratis zonnepanelen uitgedeeld. Dat kun je net zo gemakkelijk belachelijk maken als zijn gratis openbaar vervoer, maar als idee is dat toch geweldig? Steve Stevaert was een briljante geest, en dat trok me in hem aan. En hij was een libertijn, ja. Ook op dat gebied kwamen we goed overeen.

Wist u dat het slecht met hem ging?

ELIAS: Nee. Hij had nog prachtige plannen en ideeën, en wilde dat ik daaraan meewerkte. Ik had hem ook getroost bij de zelfdoding van zijn broer. Ik had hem gezegd dat je iemand die vrijheid moet geven. Ik ben zelf een extreme euthanasievoorstander. Niemand heeft er zaken mee als iemand wil verdwijnen. Mensen die het beu zijn, moet je het recht geven om op een goede manier te vertrekken, zonder dat ze voor een trein moeten springen. Stevaert zei toen, heel terecht, tegen mij: ‘Willem, in principe heb je gelijk, maar je hebt ook verantwoordelijkheden tegenover andere mensen.’ Dat speelt nu ook in mijn gedachten. Je kunt zo’n beslissing eigenlijk alleen maar nemen als je geen enkele verantwoordelijkheid meer draagt.

Hoe kijkt u vandaag terug op de mediastorm na uw uitspraak op Facebook in april 2015?

ELIAS: Ik blijf het er moeilijk mee hebben. Laten we zeggen dat ik er tot voor de grote vakantie, dus meer dan een jaar lang, elke dag mee wakker ben geworden. Je moet eens ‘Elias’ intikken in Google. Vreselijke dingen waar je dan op uitkomt. Vrienden weten wel beter, maar in een professionele context is dat niet fijn.

Kijk, ik heb gewoon iets op Facebook geschreven waar allerlei mensen die ik niet ken allerlei interpretaties aan hebben gegeven. Zonder mij te vragen wat ik ermee bedoelde. Ik had eigenlijk een discussie op Facebook verwacht na wat ik had geschreven, geen mediastorm.

Hoe moesten we uw uitspraak dan lezen?

ELIAS: Als goede raad.

Goede raad?

ELIAS: Ja, wat is er nu verkeerd aan om te zeggen: ‘Wie een verkrachting meemaakt, kan maar beter niet wachten om naar de politie te gaan’?

Zo stond het er toch niet? U zette vraagtekens bij de geloofwaardigheid van het veronderstelde slachtoffer van Stevaert, omdat ze drie jaar had gewacht voor ze aangifte deed.

ELIAS: Drie jaar wachten vermindert inderdaad je geloofwaardigheid. Daar kun je niet omheen. Als je iets meemaakt en je hoopt geholpen te worden, ben je erbij gebaat je geloofwaardigheid maximaal te houden.

Volgens deskundigen is het volkomen normaal dat slachtoffers van een verkrachting pas jaren later aangifte doen.

ELIAS: Dat is een inzicht, geef ik toe, dat ik niet in mijn redenering heb meegenomen. Ik begrijp goed hoe kwetsend mijn uitspraak daardoor kan zijn voor slachtoffers van een verkrachting. Dat vind ik heel erg. Ik heb me ook verontschuldigd, maar zonder resultaat.

In de ogen van nogal wat mensen was de zelfmoord van Stevaert een schuldbekentenis.

ELIAS: De ware toedracht zullen we nooit kennen. Dat is jammer, zowel voor het veronderstelde slachtoffer als voor Steve Stevaert. Hij heeft in elk geval nooit verteld dat iets zou zijn gebeurd, niet aan zijn beste vrienden en niet aan zijn vrouw. Zijn vrouw is vandaag weduwe en dus ook een slachtoffer. Maar daarover heeft niemand het.

Uw vriend Tony Mary schreef in uw liber amicorum: ‘Toen onze gemeenschappelijke vriend Steve Stevaert zelf besliste om ons te verlaten omdat hij geen tweede keer de spitsroeden van de media wou verdragen, was Willem de enige die zei wat velen wisten: er was iets met die madame en toen… Ja, toen kreeg hij de volle laag.’ Bent u het daarmee eens?

ELIAS: Dat is Tony Mary, hè. Maar nee, ik zou dat zelf niet zo zeggen. Niet zo expliciet.

In uw afscheidsbrief aan uw studenten noemde u zichzelf wel een schoolvoorbeeld van hoe iemand op de sociale media in no time kan worden verguisd.

ELIAS: Ik ben een ‘case’. Ik heb zelfs een sympathiek briefje gekregen van tweedejaarsstudenten die me later graag als thesisonderwerp willen. Ik ben natuurlijk niet de enige die zoiets is overkomen, maar aangenaam is het zeker niet. Ik heb helemaal geen verstand van Facebook. Dus ik maak geen onderscheid tussen publiek en privé, en aanvaard iedereen als vriend. Iedereen heeft mijn uitspraak dus kunnen zien, ongetwijfeld ook mijn vijanden. Aan de andere kant zeg ik op Facebook geen dingen die de buitenwereld niet mag weten. Het is een plek waar ik bedenkingen of vragen formuleer.

Volgens Open VLD’ster Ann Brusseel, lid van de raad van bestuur van de VUB, bent u iemand die manifest neerkijkt op vrouwen. Ze vond dat u daarom niet langer kon functioneren aan de universiteit.

ELIAS: Ann Brusseel heeft die zaak aangegrepen om een paar stemmen te winnen bij feministen. Maar wat weet zij daar nu van? Als ik echt iemand was die op vrouwen neerkijkt, dan zou mijn Facebook-uitspraak toch de ideale aanleiding geweest zijn om mij de rekening te presenteren? Geen enkele dame uit mijn verleden is opgestaan, zelfs niet anoniem, om vuile was buiten te hangen. Ik heb juist veel mails van vrouwen ontvangen met de boodschap: ‘Dat jou dit nu net moet overkomen.’ Ik sta bekend als een heel vrouwvriendelijk man.

Er doken toen ook oudere Facebook-berichten op. Zo schreef u tijdens de affaire-Dominique Strauss-Kahn, in 2011: ‘Als men het kamermeisje al niet meer mag neuken.’ Zou het kunnen dat u een maatschappelijke omslag hebt gemist, namelijk dat seksistische uitspraken niet meer door de beugel kunnen?

ELIAS: Geloof me, die uitspraak over DSK was pure ironie. Denkt die man, die president van Frankrijk wil worden, nu echt dat hij Lodewijk XIV is? Een andere uitspraak waarover men is gestruikeld, namelijk dat een bepaald lichaamsdeel van een vrouw (‘een kut’, aldus het bewuste Facebook-bericht, nvdr.) niet gemaakt is om door één man te worden versleten, heb ik van een feministe van vijfenzeventig. Die zei dat tegen haar dochter. Waarmee ze bedoelde: ‘Mannen doen hun zin, profiteer jij ook maar van het leven.’ Dat is de deftige burgermannen dus allemaal in het verkeerde keelgat geschoten. Terwijl je, als je het vooraf aankondigt, rustig zulke moppen mag vertellen, zelfs in het parlementaire halfrond. Bovendien heb ik zulke grappen ook vaak in openbare toespraken gemaakt. Dat is juist vrije meningsuiting.

In de mediastorm werd er ook op gewezen dat u vrijmetselaar bent, net zoals Steve Stevaert.

ELIAS: Door de onbeschoftheid van sommige journalisten weet iedereen dat nu, dus ik ga het ook niet ontkennen. Maar ik neem het de mensen die mij dat hebben gelapt zeer kwalijk. Mijn bevriende collega Jean Paul Van Bendegem, ook vrijmetselaar, is altijd voor bekendmaking geweest. Ik altijd tegen. Ik koester al heel mijn leven het recht om mijn vrijmetselaarsschap geheim te houden. Dat is gewoon een kwestie van intimiteit. Het gaat niemand iets aan, omdat er in de loge ook niets gebeurt wat anderen kan benadelen. Dit is de eerste keer dat ik hier openlijk over spreek.

Er werd geschreven dat logebroeders binnen en buiten de VUB u de hand boven het hoofd probeerden te houden.

ELIAS: Pure stemmingmakerij van iemand die de VUB in een kwaad daglicht wilde stellen. Ik ben als een soort voodoopop gebruikt: je stopt er een speld in en hoopt het echte lichaam, de instelling, te treffen. Ik ben overigens best trots dat men mij heeft willen gebruiken om de VUB te beschadigen. Niet iedereen kan zeggen dat hij zijn universiteit belichaamt.

Maar is de VUB dan niet één groot vrijmetselaarsbastion?

ELIAS: Dat is prietpraat. Vrijmetselaars zijn bij ons quantité négligeable. Aan de Université libre de Bruxelles van de negentiende eeuw was lidmaatschap van de vrijmetselarij misschien nog een voorwaarde om te mogen lesgeven. Vandaag niet meer, en zeker niet aan de VUB. De VUB is in ijltempo katholiek aan het worden. Niet qua gedachtegoed, maar qua personeel. Bij de laatste sociale verkiezingen is voor het eerst iemand van de christelijke vakbond ACV verkozen. Dat is toch een teken. Exacte cijfers heb ik niet, maar ik schat dat twintig procent van het VUB-personeel bij de loge zit en tachtig procent niet.

Als men via u de VUB wilde beschadigen, waarom heeft de universiteit het tijdens de mediarel dan niet voor u opgenomen?

ELIAS: Dat was een grote vergissing. De VUB-hiërarchie dacht dat het beter was om afstand van mij te nemen. Sindsdien zijn er twee kampen ontstaan: mensen die zeggen dat dat goed was, en mensen die vinden dat de VUB net had moeten zeggen: ‘Willem Elias is een goede professor, een goede decaan, zijn studenten zijn tevreden, en daarmee is de kous af.’ Zo denken velen erover. Anders zouden er geen zeshonderd mensen, waaronder veel VUB’ers, naar mijn emeritaatsviering gekomen zijn. Ik heb aan deze zaak geen vijanden overgehouden die ik ervoor niet had.

Bent u teleurgesteld in toenmalig VUB-rector Paul De Knop, die u publiekelijk de mantel heeft uitgeveegd?

ELIAS: Zeker en vast. Was de vrije meningsuiting misschien afgeschaft aan de VUB zonder dat ik daar iets van wist? Het zal er uiteindelijk nog wel van komen, want wie durft in dit klimaat nog iets te zeggen?

In De Morgen zei gewezen VUB-professor Frank Thevissen dat u had gezegd dat de loge uw levensverzekering is, en dat u geloofde dat u zich dankzij de loge aan de VUB alles kon veroorloven.

ELIAS: Het eerste heb ik gezegd, het tweede zeker niet. Dat heeft Frank Thevissen eraan toegevoegd, omdat de loge zijn fixatie is. Thevissen heeft in zijn hoofd gestoken dat zijn ontslag een complot van de loge is. Dat klopt niet: hij is ontslagen wegens incompetentie. Ik heb hem inderdaad ooit gezegd: ‘De loge is mijn levensverzekering.’ Maar ik bedoelde: op sociaal vlak. Als ik over vijfentwintig jaar, als negentigjarige met mijn wandelstok, de loge binnenstap, krijg ik een kus van twintig mannen. Ik mag samen met die mannen eten en een fijne avond doorbrengen. Maar voor je carrière aan de VUB biedt het vrijmetselaarschap geen enkel voordeel – integendeel.

Voor de buitenwacht is de vrijmetselarij een duister genootschap waar de maatschappelijke en politieke elite handjeklap spelen.

ELIAS: Golfclubs zijn op dat vlak véél gevaarlijker dan de loge. Reken maar. Dáár worden de deals gesloten. En golfclubs zijn evenmin verplicht om hun ledenlijsten openbaar te maken.

Gert De Coorde en Sven Vanderstichelen (samenstellers), Liber amicorum Willem Elias, Garant, 222 blz., 33 euro.

DOOR HAN RENARD, FOTO’S SASKIA VANDERSTICHELE

‘Vriendschap is ongeveer mijn enige waarde.’

‘Steve Stevaert was een groot politicus. Hij verdient het niet om op een negatieve manier de geschiedenis in te gaan.’

‘De VUB is in ijltempo katholiek aan het worden.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content