Johan Van Overtveldt (N-VA)

Wij, de immobilistas: ons mobiliteitsbeleid is een drama

Johan Van Overtveldt (N-VA) Europarlementslid, voormalig minister van Financiën en ex-hoofdredacteur Trends en Knack.

Het mobiliteits- en infrastructuurbeleid is in Vlaanderen en in België een drama. Dat merken we met z’n allen elke morgen en elke avond, eigenlijk de ganse dag door.

Het zat er tijdens de zomermaanden al duidelijk aan te komen. Nooit voordien verliep bijvoorbeeld op de Antwerpse ring gedurende de maanden juli en augustus het verkeer zo stroef als tijdens de net voorbije periode. Het was alsof Vlamingen nauwelijks vakantie namen. De lijn zet zich in september gewoon door. In Vlaanderen 200 km, 300 km of nog meer file: we kijken er nauwelijks nog van op. De burger lijkt murw ge-file-eerd.

De economische kost van het fileleed is enorm. Diverse studies toonden dat reeds uitvoerig en goed onderbouwd aan. Een economische kost vertaalt zich steeds opnieuw ook in sociale kosten. Ondernemingen die hun kostenstructuur zien verzwaren als gevolg van filetoestanden zullen zich daardoor geremd zien in hun expansiemogelijkheden en dus voor minder jobs kunnen zorgen dan in een file-gewijs beter leefbare omgeving. Vanuit deze economische kosten ontstaan ook minder inkomsten en meer uitgaven voor de overheden. Dat allemaal bovenop de stilaan onmetelijke irritatie voor de burgers die dagelijks deze toestanden moet trotseren.

De kreet dat we er iets moeten aan doen, weerklinkt nu al jaren maar we kunnen enkel vaststellen dat het van kwaad naar erger gaat. De stelling dat het beleid in dezen faalt, is dan ook een simpele maar heel correcte vaststelling. De klucht rond de Lange Wapper in Antwerpen, wereldwijd één van de grootste verkeerdrama’s, is tekenend voor dat falend beleid. Jaren van zinloos gehakketak brachten een serieuze oplossing voor het gigantische verkeersinfarct in en rond Antwerpen nog geen stap dichterbij. Vooral de Vlaamse regering scoort hier absoluut niet.

Waarom slaagt het beleid er niet in de bakens te verzetten? Omdat er een gebrek aan visie en besteedbare middelen is. Dat laatste vloeit voort uit, ten eerste, het gegeven dat overheidsinvesteringen politiek en electoraal gezien – op de korte termijn tenminste – de meest “lonende” besparingen uitmaken. Je trapt daarmede weinig kiezers op een directe wijze op de tenen. Het gebrek aan visie uit zich vooral in de onwil om te onderkennen dat mobiliteit een kost heeft die nadrukkelijk in het beleid dient meegenomen te worden. Rekeningrijden is één van de manieren waarop die kost concreet kan uitgedrukt worden. Ten tweede is er ook een gebrek aan middelen omdat binnen overheidsbedrijven als NMBS en De Lijn het efficiënt gebruik van financiële middelen geen basiskenmerk van het bedrijfsbeleid uitmaakt.

Het klopt zeker en vast dat het hele mobiliteitsprobleem een erg moeilijk en complex dossier uitmaakt. Simpele, pijnloze oplossingen bestaan niet. Degelijk beleid loopt daar niet van weg. Mensen die hemel en aarde bewegen om op verkiesbare plaatsen op kieslijsten te komen en vervolgens al het mogelijke en onmogelijke doen om een ministerpost te bemachtigen, hebben niet het recht om nadien van de gezochte verantwoordelijkheid weg te lopen. De beleidsverantwoordelijken voor mobiliteit (Vlaanderen en nog een klein beetje federaal) en daaraan gerelateerde overheidsbedrijven (federaal) zijn ondertussen goed geoefend in dat weglopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content