Herman Matthijs (UGent, VUB)

‘Wie zal het gat in de EU-begroting dichten na de brexit?’

‘De uitslag van het Brexit-referendum heeft grote gevolgen voor de Europese begroting. En dus ook voor de Belgische belastingbetaler’, zegt professor Herman Matthijs (UGent en VUB).

Al tientallen jaren is er een politieke discussie over de te hoge Britse bijdrage aan de EU-begroting. Daarom moeten de andere lidstaten een deel van de door de Britten gestorte middelen terug geven aan ‘HM Treasury’. Dit ‘rebate’-bedrag is voor 2016 berekend op 5,2 miljard euro. Maar los van dit bedrag betaalt het VK in 2016 een totaal bedrag van 19,8 miljard euro aan de EU begroting. Dit is 13,92% op een totaal van 142,2 miljard. De Belgische bijdrage voor 2016 is begroot op 5,5 miljard euro of 3,86% ten aanzien van het totaal.

‘Wie zal het gat in de EU-begroting dichten na de brexit?’

Op basis van de laatst beschikbare cijfers (2014) kan men becijferen welke landen al dan niet netto betalers zijn aan de EU-begroting of netto-ontvangers. In dat jaar kreeg het Verenigd Koninkrijk 6,9 miljard uit de begroting, maar betaald toen 14,1 miljard. Zodoende was het een nettobetaler van 7,2 miljard. Ondertussen is er een nieuw besluit in werking getreden, waardoor het VK meer dient te betalen omwille van het minder aantrekkelijke systeem van de ‘rebate’. Zodoende zal het netto te betalen bedrag voor het VK oplopen richting 10 miljard euro.

De vraag is wie gaat na de brexit het tekort dat ontstaat in de EU-begroting financieren? Gaat men besparen op de uitgaven of andere financiers zoeken? Omwille van het feit dat de EU-financiering, op basis van het eigen middelenbesluit, gebaseerd is op het welvaartsniveau der lidstaten komt men al snel tot de conclusie dat de rijkere leden dit Brits budgettair zullen moeten bijpassen. De Belgische schatkist kan zich dus verwachten aan een hogere Europese factuur na een brexit. Ruw geraamd kan dit de Belgische belastingbetaler rond de 400 à 500 miljoen euro per jaar kosten.

Europees Ontwikkelingsfonds

Maar het Verenigd Koninkrijk draagt niet alleen bij tot de EU-begroting. Er is bijvoorbeeld ook het ‘Europees Ontwikkelingsfonds’ (EOF), een akkoord tussen de lidstaten en de zogenaamde ‘ACP’ landen (Afrika, Caraïben en Pacific). Momenteel loopt het elfde EOF akkoord tot 2020. Het vastgelegde bedrag voor steun aan die landen is begroot op 26,9 miljard euro. Het VK betaalt hiervan 14,68% of 3,9 miljard euro. Wie gaat dat verschil bijpassen of wordt dat besparen op de uitgaven ?

Europese Investeringsbank

Een derde geldelijk dossier heeft te maken met de ‘Europese Investeringsbank’ ( EIB ) te Luxemburg. Deze financiële instelling staat buiten de EU begroting en komt tussen in belangrijke investeringsprojecten. Op een kapitaal van 243 miljard euro heeft het VK hier een aandeel van 39 miljard of 16 procent. Dat is evenveel als Duitsland, Frankrijk en Italië. Men moet dus wel erkennen dat het mogelijk vertrek van het VK uit de EIB een serieuze aderlating is voor het desbetreffende kapitaal.

Conclusie

Het mogelijk vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie vormt een budgettair probleem voor de EU begroting. Daarnaast is het weggaan van de tweede economie uit de EU ook geen positief nieuws. Bovendien is Verenigd Koninkrijk ook de belangrijkste politiek-diplomatieke alsook militaire macht in de huidige groep van 28 EU-leden. Met andere woorden: de brexit is een meer dan serieuze amputatie op het lichaam van de EU. In nogal wat budgettaire- en financiële Europese dossiers speekt een Brexit zeker niet in het nadeel van het Verenigd Koninkrijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content