Wie heeft recht op uitkering in de cel?

De heisa rond de uitkering van een van de moordenaars van agente Kitty Van Nieuwenhuysen doet de vraag rijzen welke gevangenen recht hebben op welke uitkering.

Het Riziv liet echter weten dat die uitkering werd stopgezet in 2002 omdat Kurum niet langer arbeidsongeschikt was. Gevangenen en geïnterneerden die dat wél zijn, krijgen wel een (al dan niet verminderde) uitkering, zo meldt Artsenkrant.

Galip Kurum, één van de drie moordenaars van agente Kitty Van Nieuwenhuyse, werd in 1999 arbeidsongeschikt verklaard nadat hij tijdens een overval op 7 april van dat jaar een politiekogel in zijn rug kreeg. Tot 22 december 2002 ontving hij een invaliditeitsuitkering. Maar na een onderzoek door de bevoegde medische commissie werd die uitkering stopgezet.

De berichten in de media als zou Kurum nog een uitkering ontvangen, waren dus niet correct. Het Riziv betreurt die foute berichtgeving en uitte al zijn vrees dat ze onnodige schade heeft berokkend aan de nabestaanden.

Media en politiek
De verspreiding van het foute nieuws zorgde voor verontwaardiging in de mediasector. De discussie over bronnencontrole en rechtzettingen van fouten flakkerde nog eens (lichtjes) op.

In de politieke wereld zorgde het foute nieuws – en niet de verspreiding van fout nieuws – voor verbolgenheid. N-VA-kamerlid Nadia Sminate was duidelijk: “Aangezien gevangenen kost en inwoon krijgen van de gemeenschap, is er geen enkele reden om hun uitkering door te betalen.”

Een wetsvoorstel om de uitkering tijdens een celstraf of een voorlopige hechtenis op te schorten, lag meteen klaar op het bureau van het N-VA-kamerlid. En hoewel het een reactie was op ‘verkeerd nieuws’, moet het voorstel de vuilbak niet in. De uitkering van Kurum werd dan wel stopgezet, arbeidsongeschikte gevangen ontvangen wel degelijk een uitkering. Hoe groot die groep is, weet noch de ziekteverzekering noch justitie, aldus Sminate. “Ik heb die gegevens opgevraagd maar men kan ze mij niet geven.”

Personen ten laste
Artsenkrant klopte ook aan bij het Riziv en kreeg enkele – weliswaar onvolledige – cijfers in handen: in 2009 kregen 819 personen een gehalveerde uitkering tijdens hun celstraf, voorlopige hechtenis of internering, in 2010 waren dat er 886.

Over het aantal ‘van vrijheid beroofde personen’ met een volledige uitkering is niets geweten. Waarom niet? Tijdens een periode van vrijheidsberoving loopt een arbeidsongeschiktheidsuitkering onverminderd voort als de titularis van de uitkering personen ten laste heeft.

Zo’n uitkering wordt niet gehalveerd tijdens de celstraf/internering, omdat die personen ten laste nog steeds onderhouden moeten worden. Daarom acht men het niet relevant gegevens bij te houden over het feit of de titularis al dan niet van zijn vrijheid is beroofd.

De cijfers van gehalveerde uitkeringen voor personen in hechtenis zónder personen ten laste zijn wel bekend. Over ‘verminderde’ uitkeringen worden gegevens ter controle immers wel genoteerd, bijvoorbeeld om te na te gaan of de persoon in kwestie toegelaten arbeid mag verrichten.

Tijs Ruysschaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content