Om ter langst stilzitten

PETER CASTEELS

Wie houdt er van theatermarathons?

Terwijl ik deze column schrijf, ben ik me mentaal aan het voorbereiden op de drie dagen durende theatermarathon Odysseus van de KVS. Donderdagavond van acht uur tot na twaalven, vrijdag van vier uur ’s middags tot middernacht, en zaterdag van elf uur ’s ochtends tot de nacht opnieuw invalt. Al zijn het de beste Vlaamse acteurs die elk een monoloog brengen, en al wordt een van de grootste teksten uit de wereldliteratuur gebracht: ik weet dat ik er niet zo heel veel van zal onthouden. Mij was vroeger een college van drie uur al iets te hoog gegrepen.

Odysseus wordt opgevoerd als een voorstelling die langer dan een etmaal duurt, net zoals Mount Olympus. Hoewel die laatste voorstelling als een van de beste van 2016 te boek staat, herinner ik me daar nu alleen nog het indrukwekkende slotnummer van, en een terugkerende vrijscène met kerstboompjes. Maar wie zichzelf vierentwintig uur laat opsluiten in de Bourla mág niet veel meer verwachten dan een bezwerende ervaring. Na een uur of vijf waren de teksten van Jeroen Olyslaegers parels voor de zwijnen.

Theatermarathons zijn anders wel een dingetje. Op hetzelfde TheaterFestival waar ik Mount Olympus zag, was ook Borgen (acht uur) te zien, en Ivo van Hoves bewerking van drie koningsdrama’s van Shakespeare (vierenhalf uur). Vorig jaar zag ik ook de trilogie Hebzucht, Angst & Hoop van Het Nieuwstedelijk: opnieuw een hele zit. Dit jaar doet STAN hetzelfde met drie teksten van Thomas Bernhard, en binnenkort speelt Lazarus in drie dagen evenveel voorstellingen: Oblomow, Idioot en Karamazow. Daarbij verbleekt de tijd dat Tom Lanoye en Luk Perceval indruk maakten met Ten oorlog. En ik denk nog weleens terug aan de Romeinse tragedies van Ivo van Hove, terwijl er op het podium door de toeschouwers kon worden gegeten en gedronken, maar ook dat is er niet meer bij.

Wat kan het idee achter dat belevingstheater zijn? Wie geen zin heeft om anderhalf uur in een theaterzaal door te brengen, wil misschien wel komen als het tíén uur duurt. Aan mijn moeder krijg ik zoiets niet uitgelegd, maar er zijn natuurlijk mensen die daarvoor te vinden zijn. Het zijn dezelfde jongens die alleen in een museum komen tijdens Museumnacht, en zich – al zijn ze zelden op te merken met een boek in hun hand – binnenkort abonneren op Kobo Plus, de ‘Spotify voor digitale boeken’ van bol.com. Ik haal ze er straks in het publiek zo uit. Ze lijken namelijk een klein beetje op mij.

Door PETER CASTEELS

Wie geen zin heeft om anderhalf uur in een theaterzaal door te brengen, wil misschien wel komen als het tíén uur duurt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content