Lieven De Schamphelaere

‘We moeten vermijden dat Limburg het wolvenkerkhof wordt van Europa’

Lieven De Schamphelaere Voorzitter van Natuurpunt

Vlaanderen beleefde een waar wolvenweekend: zaterdag liepen meldingen binnen van schapenhouders in Bree en Rotem. Een wolf, maar niet Naya, had er schapen gedood. Zondagmiddag bleek diezelfde wolf doodgereden te zijn in Opoeteren. De tweede Vlaamse wolf legt meteen het grootste knelpunt bloot voor de terugkeer van iconische zoogdieren, zegt Lieven De Schamphelaere: ons drukke wegennet. ‘Ook voor autobestuurders zijn aanvaringen met wilde dieren niet zonder gevaar. Tijd voor actie.’

Het bleek om een mannetje te gaan dat zich van noord naar zuid door de Maasvallei verplaatste. Hij zou tijdens die tocht op nauwelijks tien kilometer van wolvin Naya gepasseerd zijn. In wolventermen is dat een zucht. De eerste Vlaamse roedel lag binnen handbereik, maar dat was buiten het drukke wegennet gerekend.

We moeten vermijden dat Limburg het wolvenkerkhof wordt van Europa

Wolven leggen – als ze op zoek zijn naar een partner of een eigen leefgebied – afstanden tot 200 kilometer per dag af. Met wolvenpopulaties in Nederland, Frankrijk en Duitsland bevindt de oervader van onze hond zich op loopafstand van de grens. Dat rondzwervende wolven vaker zullen opduiken in Limburg, ligt dan ook helemaal in de lijn der verwachtingen. Dat het verkeersnet de belangrijkste uitdaging zal vormen jammer genoeg ook.

We hebben namelijk de bedenkelijke eer om het dichtste wegennet van Europa te bezitten. Geen land heeft evenveel wegen per vierkante kilometer dan België. Gemiddeld moet een dier om de 300 meter een weg oversteken. Die wegen verdelen de natuur in duizenden van elkaar gescheiden snippers.

Hoe dramatisch dat is voor wilde dieren, blijkt uit de monitoring van ‘Dieren onder de wielen’, een project dat Natuurpunt de afgelopen acht jaar uitvoerde in opdracht van het departement Omgeving. Jaarlijks sterven zo’n tien miljoen dieren in het verkeer, één dier elke drie seconden. Voor langeafstandslopers zoals wolven, oogt de toekomst somber.

Gemiddeld moet een dier om de 300 meter een weg oversteken

Het track record van de eerste Belgische wolven doet sterk denken aan dat van de otter. Ook die iconische soort is terug van weggeweest en kan beschouwd worden als een mascotte voor het natuurherstel in Vlaanderen. Ook van de otter waren er in 2012 drie bevestigde waarnemingen in ons land, waarvan één verkeersslachtoffer. Als we de terugkeer van grote zoogdieren mogelijk willen maken, zullen we meer inspanningen moeten doen om het probleem op te lossen.

Het is trouwens niet alleen een natuurprobleem: ook voor autobestuurders zijn aanrijdingen met grote wilde dieren niet zonder gevaar.

29 ecoducten

Het oplossen van knelpunten moet een essentieel onderdeel vormen van het Wolvenplan dat minister Joke Schauvliege (CD&V) momenteel opmaakt. Dankzij de data uit het ‘Dieren onder de wielen’-project kunnen de zwartste punten op kaart gezet worden en kan een prioriteitenlijst opgesteld worden.

Ervaringen uit het buitenland bewijzen dat het mogelijk is. In Nederland, waar het wegennet een stuk minder dicht is, is het zogenaamde ‘meerjarenplan ontsnippering’ inmiddels bijna uitgevoerd. Je vindt er 66 ecoducten, dat is er 1 per 2.100 km weg. In Vlaanderen zijn er nog maar vijf, dat staat gelijk met 1 per 14.000 km. Om aan dezelfde ontsnipperingsgraad te komen, moeten er in Vlaanderen alleen al nog 29 bijkomen. Doodgereden wolven en otters maken duidelijk dat een inhaalbeweging dringend nodig is.

Door haar centrale ligging tussen andere Europese wolvengebieden kan Limburg het wolvenkruispunt worden tussen de Franse en Duitse wolvenpopulaties. En misschien vestigt zich ooit wel een roedel van de iconische dieren in de Limburgse bossen. Maar dan moeten de inspanningen om robuuste natuur te herstellen gepaard gaan met ambitieuze oplossingen voor het versnipperingsprobleem.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content