Marco Van Hees (PVDA)

‘We hebben geen tax shift nodig, maar een ‘rijkdom shift”

Marco Van Hees (PVDA) Marco Van Hees is federaal parlementslid voor PVDA.

‘Door de tax shift die de regering doorvoert, stijgt de fiscale ongelijkheid’, schrijft Marco Van Hees. Hij bepleit in deze opiniebijdrage voor een vermogensbelasting aan de hand van drie elementen.

De idee om de rijksten te belasten stond zelden zo in het centrum van het politieke debat als nu. De bestseller van de Franse econoom Thomas Piketty, ‘Kapitaal in de 21ste eeuw’, zette het thema wereldwijd weer op de agenda. Oxfam maakte bekend dat de rijkste 1 procent op de planeet binnenkort meer vermogen zal bezitten dan de 99 procent andere aardbewoners. De toplaag van die 1 procent wordt gevormd door nauwelijks 80 mensen, die samen even veel weelde bezitten als de 3,5 miljard armste mensen ter wereld. Het verschil is zo groot geworden dat je het nauwelijks nog in een grafiek kan visualiseren. Ook president Obama riep in zijn “State of the Union” op de rijkdom meer te belasten.

Vage termen in het regeerakkoord

En hoe zit het in België ? Een recente peiling toonde aan dat 85% van de bevolking voorstander is. Maar vooral: de sterke sociale beweging tegen het beleid van de nationalistisch-liberale regering maakt van de vermogensbelasting een centrale eis.

De regering – en dan vooral de CD&V, vooruitgestuwd door haar syndicale arm – beweert dat ze ingaat op die eis door een ’tax shift’ naar voren te schuiven. Die stond in vage termen al beschreven in het regeerakkoord. Maar hebben we het hier wel over hetzelfde? Als het echt de bedoeling is om het grootkapitaal te belasten, dan hebben we een maatregel nodig die drie belangrijke elementen bevat: de doelgroep is de rijkste laag van de bevolking, de opbrengst is meer dan louter symbolisch en het uitgangspunt is sociale herverdeling.

Eerste element: doelgroep zijn de rijksten

Het is paradoxaal, maar de partijen die het hardst roepen dat er niet mag worden geraakt aan de middenklasse, zijn dezelfde partijen die de grootste stekels opzetten als er voorstellen op tafel komen om de allerrijksten te doen bijdragen. Als antwoord op de bezwaren van Open Vld-voorzitster Gwendolyn Rutten schreef econoom Paul De Grauwe in een opiniestuk: ‘Het is dus mogelijk een vermogensbelasting in te voeren die de middenklasse ontziet.’

Niet de kleine spaarder treffen

Als je mikt op de rijken, kan je beter het vermogen belasten dan het inkomen uit dat vermogen. Niet dat het zinloos zou zijn om inkomsten uit financiële vermogens (dividenden, interesten, meerwaarde…) op dezelfde manier te belasten als inkomsten uit arbeid. Maar met die maatregel tref je iedereen die inkomsten haalt uit kapitaal, ook de kleine spaarder.

Een vermogensbelasting daarentegen kan zich specifiek richten op de grootste fortuinen. Daar valt heel wat voor te zeggen. Want – zoals Piketty aantoonde – de kloof tussen arm en rijk is al groot op het vlak inkomen, op het vlak van vermogen is het verschil nog vele malen groter.

Fortuin vergroten

Een belasting op de vermogens boven een miljoen euro (met een vrijstelling voor de eigen woning) zou slechts 2 à 3% van de gezinnen treffen. Een belasting waar 97% van de bevolking van vrijgesteld wordt, dat kunnen we toch niet laten liggen? Het is dan ook geen toeval dat 85% van de bevolking zich in een peiling achter dit model schaarde.

De roerende voorheffing verder verhogen, iets waar de vorige regering mee begon, staat haaks op deze visie. Rijk of minder rijk, zo’n verhoging raakt iedereen die inkomsten haalt uit roerend goed in dezelfde mate.

Bovendien weten grote kapitalisten als Albert Frère volledig te ontsnappen aan de roerende voorheffing. Zij halen als fysiek persoon geen enkel financieel inkomen uit hun vastgoed, maar brengen het onder in maatschappijen om hun fortuin nog te vergroten.

Tweede element: een opbrengst die meer dan symbolisch is

Een andere val waar we niet mogen intrappen: een rijkentaks met een louter symbolische opbrengst zou dienen om het besparingsbeleid te rechtvaardigen, terwijl zo’n taks net in de plaats van dat beleid zou moeten komen. Op sociaal vlak zou het effect dus contraproductief zijn.

Toen de Franse president een taks van 75% op de allerhoogste inkomens invoerde, leverde dat wel veel heisa op, maar slechts weinig euro’s. De opbrengst van die inkomstenbelasting lag tien keer lager dan die van de vermogensbelasting ISF (Impôt de Solidarité sur la Fortune). De ISF, voor alle duidelijkheid, is niet afgevoerd in Frankrijk, wat minister van Financiën Johan Van Overveldt (N-VA) er ook over mag beweren. Al dan niet bewust haalt hij de twee door elkaar.

Achterpoortjes

De ISF zelf zou nog veel meer kunnen opbrengen, mochten er geen talloze vrijstellingen en uitzonderingen voor bestaan. Piketty berekende dat de ISF acht keer meer zou opbrengen mochten alle achterpoortjes gesloten worden.

In ons land werd onlangs de taks op beursverrichtingen verhoogd. Lachwekkend. Mocht Marc Coucke zijn aandelen van Omega Pharma via de Beurs verkocht hebben, dan had hij op een meerwaarde van 1,5 miljard euro – hou u vast – 60 euro meer belastingen betaald hebben.

Een eventuele belasting op de meerwaarde op aandelen zou zeker gerechtvaardigd zijn, maar de opbrengst ervan zou sterk schommelen naargelang de conjunctuur, zoals Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank al stelde. Ook daarom is het meer aangewezen om het kapitaal te belasten dan de inkomsten uit kapitaal.

Kapitaal sparen

Het VBO-voorstel om toe te spitsen op “speculatief” kapitaal, lijkt vooral een techniek om het kapitaal eenvoudigweg te sparen. Speculatieve meerwaarden worden trouwens al belast sinds de regering-Di Rupo. Maar die maatregel brengt echter heel weinig op.

Een belasting op het vermogen daarentegen – zoals de “Miljonairstaks” van de PVDA – kan enorm veel opbrengen, omdat de rijkdom sterk geconcentreerd zit bij een kleine groep. In België bezitten de 1% rijksten even veel als de 60% minst rijken.

Derde element: sociale herverdeling

De enige – beperkte – tax shift, die de regering tot op heden doorvoert, is een verschuiving van de personenbelasting naar indirecte belastingen (btw en accijnzen). Dat betekent dat de werkende bevolking aan de ene kant wint wat ze aan de andere kant weer verliest. Maar daarbij groeit wel de fiscale ongelijkheid, want indirecte belastingen zijn niet progressief.

Zelfs indien een eventuele toekomstige nieuwe tax shift toch het kapitaal zou viseren, dan nog moeten we zien waarvoor de opbrengst gebruikt wordt. Als we de meerderheidspartijen van de regering-Michel horen, dan willen zij de “lasten” op arbeid verminderen, ten behoeve van de concurrentiekracht.

Indirect loon als slachtoffer

Concreet: ze willen de brutolonen matigen, zelfs verminderen, en daarbij de negatieve impact op de nettolonen beperken. Mocht het kapitaal al mee bijdragen aan de toekomstige tax shift, dan kan het op beide oren slapen: het zal er ook het meest van profiteren. Met het indirect loon van de werknemers als grootste slachtoffer.

Als we echt gaan voor een wealth-shift, een verschuiving van de rijkdom, dan moet de belasting op grote vermogens eerder dienen om sociale noden en publieke investeringen te financieren: pensioenen, onderwijs, zorg, hernieuwbare energie, sociale woningen, openbaar vervoer…

Vermogenskadaster

Als we al deze elementen samenbrengen, is het enige dat we nog moeten doen, de taks ook invoeren. Maar in België bestaat geen vermogenskadaster, werpen sommigen op. Geen nood: Luc Coene zei eind vorig jaar nog dat een belasting op kapitaal nauwelijks praktische problemen stelt, aangezien de meeste roerende en financiële activa reeds gekend zijn. Het enige dat nog ontbreekt, is de politieke wil…

(Marco Van Hees is federaal volksvertegenwoordiger voor PVDA en auteur van o.a. “Belastingparadijs België” (Epo, 2013) en “Les riches aussi ont le droit de payer des impôts” (Aden, 2013).)

Partner Content