Wat weet de Belg over sparen?

© ThinkStock

De clichés over sparen en beleggen in België zijn bekend: we spreken niet graag over geld, we potten het liever op. We sparen ons arm, want de rente op spaargeld ligt lager dan de inflatie. Maar wat weet de Belg nu eigenlijk over sparen? Drie experts aan het woord.

1. De bank is de baas

De Belgische spaarder laat zich vooral informeren door zijn bankadviseur of door de website van de bank. Niet meer dan twee procent werkt met een effectenmakelaar. Is dat verstandig?

Paul Huybrechts: In elke transactie heb je twee partijen, een koper en een verkoper. Bijna altijd beschikken de verkopers over meer informatie dan de kopers. Dat is een structurele ongelijkheid. Het moet de bedoeling zijn om die altijd minder geïnformeerde koper toch zo goed mogelijk in te lichten. Eigenlijk is de eerlijkheid en de integriteit van de bankier belangrijker dan de eindeloze pogingen om de gebruikers van financiële producten tot financiële experts op te voeden.

Nancy Huyghebaert: De Belg laat zijn bankier zijn financiën behartigen zoals hij de huisarts voor zijn gezondheid laat zorgen: in vertrouwen en zonder daar al te veel vragen bij te stellen. Bankmedewerkers zijn opgeleid om de financiën van hun klanten op een degelijke manier te behandelen, maar soms laten ze zich leiden door de strategie van de bank eerder dan door het belang van de klant. Banken zouden de beste informatiebron moeten zijn over persoonlijke financiën, maar je moet altijd je gezond verstand blijven gebruiken.

Pascal Paepen: Er kan inderdaad sprake zijn van belangenvermenging, de grens tussen advies en verkoop is soms dun. Het is wellicht verstandiger om een onafhankelijk expert te betalen voor financieel advies. Probleem is dat ze dun gezaaid zijn en dat ze eerst een goede reputatie moeten opbouwen. Dan kiest de Belg liever voor zijn bank. Wat mij opvalt, is dat het vertrouwen in de bank als instelling minder groot is dan het vertrouwen in de persoonlijke adviseur van de bank. Als die adviseur de klant wijst op de mogelijke risico’s en hem realistische rendementen voorhoudt, kunnen zij hem terecht vertrouwen. Banken nemen tegenwoordig ook echt meer tijd om te luisteren naar hun klanten en dat lijkt me essentieel om een degelijk risicoprofiel op te stellen.

Opmerkelijk ook dat slechts negen procent van de spaarders en beleggers zijn heil zoekt in gespecialiseerde vakbladen.

Huyghebaert: De financiële pers en de vakbladen hebben de crisis niet of niet voldoende zien aankomen. Uit academisch onderzoek blijkt dat beleggers tegenwoordig niet meer zomaar geloven wat hen wordt verteld, maar dat ze zelf hun huiswerk beginnen te maken, jaarrekeningen bekijken en cijfers analyseren. De belegger is kritischer geworden.

2 Onwetendheid troef

Met de kennis van de gemiddelde spaarder en belegger is het anders pover gesteld. 50 procent van de spaarders weet niet welke rente zijn spaarrekening opbrengt. En 52 procent van de beleggers heeft geen idee of hij een portefeuille heeft met huisfondsen van de bank of een open architectuur.

Paepen: Het klopt dat we niet precies weten hoeveel de spaarrente bedraagt, behalve dat het momenteel heel weinig is. Ik kan me ook goed voorstellen dat mensen onvoldoende vertrouwd zijn met het financiële jargon. Een heel selecte groep mensen is geïnteresseerd in de finesses van het financiële, maar over het algemeen heerst er bijzonder veel financiële ongeletterdheid. Vreemd dat mensen zich voor een nieuwe wasmachine of auto wel uitgebreid documenteren, maar niet voor wat er met hun geld gebeurt.

Wat is de remedie tegen het wijdverspreide financiële analfabetisme?

Paepen: Een basiskennis financiën verplicht maken in de eindtermen van het secundair onderwijs. Daarnaast helpt het ook niet dat het in veel regio’s van ons land taboe is om, zelfs onder vrienden of familie, te spreken over geld.

Huybrechts: Het onderwijs zou inderdaad aandacht moeten hebben voor inzicht in economie en ondernemerschap. Toch wil ik dat probleem niet te zeer dramatiseren. Ik vind dat de mensen die de financiële crisis hebben aangericht weinig recht van spreken hebben over de domheid van de massa. Overigens, is die massa wel dom? Als je naar de spaarzin kijkt, het vermogen van de Belgen, naar de spreiding over verschillende spaarvormen en vastgoed en naar de rijkdom aan fondsen, dan vind ik dat de Belgen het helemaal niet slecht doen.

3. De kracht van regelmaat

Maar liefst 85 procent van de respondenten slaagt erin om geld opzij te zetten, en 42 procent van hen slaagt erin om maandelijks een vast bedrag van 200 euro of meer te sparen.

Paepen: Meer en meer mensen beseffen dat het verstandig is om gespreid te sparen én te beleggen. Door elke maand voor een vast bedrag aandelen of fondsen te kopen, vermijd je om altijd op de top te kopen. Je kunt dan veel aandelen kopen als ze laag staan en weinig als de beurs hoge toppen scheert. Het is trouwens ook logisch dat niet iedereen erin slaagt om elke maand geld opzij te zetten: het is geen enkel probleem om eens een maand minder of niets te sparen.

Mensen zijn harder gaan sparen door de crisis: 50 procent tracht meer geld opzij te zetten.

Paepen: Economen en overheden zouden liever zien dat mensen in crisistijd meer uitgeven, maar de Belgen doen precies het tegenovergestelde. Een van de redenen dat de economie in België nog min of meer overeind blijft, is dat er volgens mij tegenwoordig massaal zwart geld wordt opgemaakt, omdat men bang is dat het wordt ontdekt. Maar het geld echt weer laten rollen, zal pas gebeuren als het consumentenvertrouwen nog verder stijgt.

Huybrechts: De mensen beseffen kennelijk dat het sparen van vandaag de welvaart van morgen is. Als de politici hun pensioenbeloften gestand doen, is dat sparen misschien niet nodig, maar zullen ze hun beloften kunnen waarmaken?

Huyghebaert: Het klopt dat als er minder geconsumeerd wordt, dat nefast is voor de economie. Uit eigen onderzoek blijkt dat er inderdaad meer gespaard wordt sinds de crisis. Twee fundamentele factoren beïnvloeden het spaargedrag: enerzijds een toename van het beschikbare inkomen, anderzijds een toename van de werkloosheid. Het effect van toenemende werkloosheid is trouwens veel sterker: 1 procent toename in de werkloosheid leidt tot een aangroei van 2,7 miljard euro aan Belgische deposito’s. Het psychologisch effect dat dan wellicht speelt, is dat mensen bij toenemende werkloosheid in de maatschappij onzekerder worden over hun eigen job en meer geld opzijzetten, terwijl de economie dat dan net niet nodig heeft. Ook in andere landen wordt trouwens meer gespaard in periodes van economische onzekerheid.

Vooral de spaarrekening lijkt een veilige haven voor de Belg.

Huyghebaert: Op basis van eigen onderzoek stel ik een opvallende trendbreuk vast sinds de crisis. Waar mensen vroeger vaker kozen voor een termijnrekening met een welbepaalde looptijd, kiest men nu voor onmiddellijk opvraagbare deposito’s. Door het afgenomen vertrouwen in de banken is men ook zijn geld gaan spreiden over verschillende spaarboekjes bij diverse instellingen.

4. Trouw aan bank

Belgen blijven erg trouw aan hun bank: slechts 13 procent van de respondenten is van bank veranderd in de afgelopen 5 jaar.

Huybrechts: De migratie uit de grootbanken is minder groot dan we dachten en de jongeren lijken de grootbanken te verkiezen. Dat zou te maken kunnen hebben met de grote inspanningen die onze grootbanken leveren inzake elektronisch bankieren, ook via allerlei draagbaar speelgoed. We hebben goede banken. Jammer dat het tussen 2005 en 2011 bij sommige zo verschrikkelijk is misgelopen.

Paepen: Ik merk een groot verschil tussen woorden en daden: veel mensen plannen om van bank te veranderen, maar weinigen zetten de stap. We zijn uiteindelijk heel loyaal: als je als jongere voor een bank kiest, is de kans groot dat je blijft. Misschien beseffen we te weinig dat een half procent meer of minder rente uiteindelijk wel een groot verschil kan maken, zeker op een groot bedrag.

Wie toch van bank verandert, doet dat in de eerste plaats om minder kosten te betalen.

Paepen: Er lijkt inderdaad een kostenslag bezig. Wellicht letten mensen ook meer op de kleintjes door de crisis. Via internet is dat ook erg gemakkelijk, bijvoorbeeld via wikifin.be of spaargids.be. Al kan het geen kwaad om niet alleen rekening te houden met de kosten, maar ook met de kredietwaardigheid van een bank.

Jan Bosteels

Partner Content