Ewald Pironet

Wat we tot nu toe van PS en N-VA te zien kregen is deerniswekkend

Alle begin is moeilijk. Dat geldt voor de N-VA, die voor het eerst deel uitmaakt van een federale regering, maar ook voor de PS, die na een kwarteeuw aan de macht op de oppositiebanken terechtkwam.

Wat we tot nu toe met de installatie van de nieuwe regering onder leiding van Charles Michel (MR) van beide partijen te zien kregen, is deerniswekkend.

Het begon twee weken geleden. Nog voor premier Michel zijn regeringsverklaring voor het parlement kon afleggen, meende de PS stampij te moeten maken. Zo riep Kamerlid Laurette Onkelinx dat ‘het geluid van laarzen’ in de regering weerklonk. Meer dan een week later vindt de ze nog steeds niet dat ze daarbij te ver ging. Het getier kon niet verhullen dat de Waalse socialisten – net als de Vlaamse kameraden – inhoudelijk nauwelijks iets te bieden hadden: ze kwamen niet met een alternatief plan voor de besparingen die noodzakelijk zijn om onze overheidsfinanciën opnieuw op de rails te krijgen. Dat die besparingen zo diep snijden – 12 miljard euro vinden tegen 2018 is niet niks – kun je gedeeltelijk toeschrijven aan de banken die ons met hun roekeloze beleid in een zware economische crisis hebben gestort. Maar de PS, die 25 jaar onafgebroken mee aan het roer stond, kan haar deel van de verantwoordelijkheid niet ontlopen.

De N-VA maakte ook geen al te beste indruk. Vicepremier en minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon verdedigde stuntelig zijn warrige uitspraken die collaboratie leken goed te praten, en staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken kon niet anders dan zich verontschuldigen omdat hij ooit de economische meerwaarde van immigranten uit Marokko in twijfel had getrokken. Voorzitter Bart De Wever zat in Shanghai en vergeleek achteraf het schouwspel met ‘een vismijn’, maar ook hij zal wel beseffen dat zijn ministers geen goede start maakten. Dat Siegfried Bracke zich onvoldoende had voorbereid op zijn nieuwe taak als Kamervoorzitter, droeg ook al niet bij tot de kwaliteit van het debat.

Daarbovenop kwamen voor de N-VA nog de strapatsen van Joy Donné, die met zijn Porsche met verschillende nummerplaten De Wever wegvoerde en daarbij voor de camera’s een boete op straat gooide. Dat hoort niet bij een partij die steeds wijst op de plichten van de burgers. Dat Donné, ooit cabinettard bij liberale ministers, vervolgens benoemd werd tot kabinetschef van Jambon, gaf aanleiding tot nog meer gemor bij heel wat N-VA’ers. Er is al vaker getwijfeld of de N-VA over voldoende bekwaam personeel beschikt om de grote verantwoordelijkheid te dragen die de kiezer haar heeft gegeven. De afgelopen weken is die twijfel alleen maar gegroeid.

Belangrijker dan die personele kwesties is wat de regering-Michel er inhoudelijk van bakt. ‘Deze coalitie wilde ik’, verklaarde De Wever toen het akkoord tussen N-VA, CD&V, Open VLD en MR een feit was. ‘Eindelijk wordt er hervormd, en alle maatregelen die we nemen, zijn structureel.’ Dat valt nogal tegen als je het regeerakkoord en de begroting erbij neemt. Los van de vele vaagheden blijken de hervormingsplannen weinig doortastend, concludeerde de Leuvense begrotingsexpert Wim Moesen vorige week in Knack. Zo wordt al langer gezegd dat onze belastingen moeten worden hervormd, maar éminence grise Frans Vanistendael (KULeuven) stelde in De Standaard vast dat het fiscale gedeelte van het akkoord ‘geschreven zou kunnen zijn door om het even welke regeringscoalitie van de laatste vijftig jaar’ en dat we blijven hangen ‘in de middeleeuwen der fiscaliteit’. Dat moet De Wever steken, zeker nadat hij met Johan Van Overtveldt de minister van Financiën leverde.

Dat alles betekent niet dat de genomen maatregelen geen pijn zullen doen. Samen met de ingrepen van de Vlaamse regering en de gemeenten zullen de federale besparingen zorgen voor ‘collectieve verarming’, zegt expert overheidsfinanciën Herman Matthijs (UGent en VUB) in Knack. Als we de overheidsfinanciën op orde willen krijgen – en dat hadden we al veel eerder moeten doen – valt aan een zekere verarming niet te ontsnappen. En alsof dat niet voldoende is, wordt dan plots bekend dat de elektriciteitsprijzen met 30 procent kunnen stijgen omdat de groenestroomsubsidies uit het verleden een put van 1,7 miljard euro hebben achtergelaten. We zullen het dus echt aan alle kanten voelen.

Als al die inleveringen er komen zonder structurele hervormingen en zonder een bezield toekomstproject, dreigt het gevoel naar boven te komen dat deze centrumrechtse coalitie een botte besparingsregering is zonder veel visie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content