‘Wat Vlaamse regering wil doen met WO I, doet ons vrezen voor het ergste’

© Tom Verbruggen
Hubert van Humbeeck

Historici Rudi Van Doorslaer en Bruno De Wever roepen hun vakbroeders op om zich meer te mengen in het het maatschappelijke debat.

Bruno De Wever: Ik behoor tot het kamp dat gelooft dat academici met hun werk een brug moeten bouwen naar de brede maatschappij. De publicatie van Gewillig België over de rol van de overheid bij de Jodenvervolging leidde na goed vijf jaar tot de excuses die een paar weken geleden in de Senaat werden uitgesproken. Dat is eigenlijk snel. Ik publiceerde mijn inzichten over de geschiedenis van het VNV in de jaren dertig in 1994. Twintig jaar later merk je dat de brug eindelijk is genomen: ook in Vlaams-nationalistische kringen staat vandaag eigenlijk niet meer ter discussie dat het VNV een fascistische partij was.

Rudi Van Doorslaer: Hoe komt het dat de liberale democratie bij zo veel mensen zo veel legitimiteit verloor? Dat is, denk ik, de kernvraag van de twintigste eeuw. Die was aan de orde in de jaren dertig, en het is ook de vraag die we vandaag nog moeten beantwoorden. Onder Mussolini reden de treinen zogezegd op tijd en dat maakte indruk. Iemand die een beetje orde schept in de chaos krijgt bij veel mensen krediet. Wij vergeten vaak dat ook toen dictators een populaire aanhang hadden. Dat gaf hen een legitimiteit, en zonder die legitimiteit hadden ze niet zo lang aan de macht kunnen blijven. Dus hoe komt het dat zo veel mensen de democratie als staatsvorm hebben verworpen? Dat is ook vandaag nog essentieel.

Geschiedenis wordt door regeringen en elites altijd ‘gebruikt’, stelt u. Ook in Vlaanderen en in België?

Van Doorslaer: Met de nakende herdenking van de Eerste Wereldoorlog is die kwestie zelfs urgenter dan ooit. Hoe moeten we ons in de 21e eeuw verhouden tot die oorlog? Welke mythes kunnen we overeind houden? Welke pedagogische boodschappen willen we uit die Eerste Wereldoorlog distilleren? Wat ik in de voorbereidende teksten lees, doet mij vrezen voor het ergste. In haar missionstatement koos de Vlaamse overheid voor het thema ‘vrede’. Dat is de les die wij zogezegd uit de Eerste Wereldoorlog moeten trekken: dat mensen snakten naar vrede. Maar zowel tijdens als na de Grote Oorlog triomfeerde vooral het Belgische patriottisme. Er was natuurlijk de Vlaamsgezinde Frontbeweging en er was de collaboratie van het activisme, maar dat waren kleine minderheidsgroepen.

De Wever: Er was natuurlijk wel een kleine pacifistische stroming, maar de grote hoop van de Belgische soldaten wilde gewoon doorvechten om de oorlog te winnen. Ze wisten ook waarom ze wilden vechten: de Duitsers hielden het land bezet. En in dat land woonden hun families, hun gezinnen.

Van Doorslaer: Ik ben dus zeer nieuwsgierig hoe die herdenking zich zal voltrekken. Als je echt iets te vertellen wilt hebben aan de jongere generaties, dan kun je je niet beperken tot het overnemen van de mythes van de vorige eeuw. Zeker niet voor een herdenking die zo duur zal zijn als die van de Eerste Wereldoorlog in Vlaanderen.

Het volledige interview met Rudi Van Doorslaer en Bruno De Wever vindt u deze week in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content