Sammy Ketz

‘Wat vandaag in Brussel op het spel staat, is de toekomst van de pers en alle creatieve beroepen’

Sammy Ketz Sammy Ketz is journalist bij AFP.

Journalist Sammy Ketz is niet opgezet met het feit dat internetgiganten als Google vandaag campagne voeren om het ‘naburige recht’ – waarmee uitgevers en persagentschappen vergoed worden voor het gebruik van hun werk – in te perken.

Twee maanden geleden, op 12 september, stemde het Europees Parlement massaal voor een ontwerprichtlijn die uitgevers en persagentschappen de hoop geeft dat internetgiganten hen eindelijk correct zullen vergoeden.

Al jarenlang nemen de internetreuzen namelijk dagelijks duizenden verhalen over zonder een cent te betalen aan de mensen die de inhoud produceren.

Deze historische stemming over het ‘naburige recht’ werd mogelijk gemaakt dankzij de mobilisatie van journalisten en de moed van de leden van het Europees Parlement, ondanks de intense en weergaloze druk van de grote platforms.

Wat vandaag in Brussel op het spel staat, is de toekomst van de pers en alle creatieve beroepen.

Over de tekst moet nu een consensus worden bereikt tussen het Europees Parlement, de Raad van Ministers en de Europese Commissie.

Door een nieuwe grootschalige lobbycampagne zijn de internetreuzen vandaag echter de kracht van de tekst aan het afbouwen: ze proberen de zogenaamde ‘korte fragmenten’, ‘feiten’ of ‘fragmenten’ uit het systeem te weren, persagentschappen en de gespecialiseerde pers uit te sluiten en de duur van de bescherming van het naburige recht te verkorten.

De feiten

Feiten zijn van iedereen. Iedereen kan ze vertellen en analyseren. Maar wanneer een zoekmachine of feedreader (een computerprogramma dat kan worden gebruikt om de webfeeds waarop men zich wil abonneren te verzamelen en te lezen, nvdr.) een productie van een krant of persagentschap overneemt, lijkt het niet meer dan normaal dat ze het naburige recht betaalt, ook al gaat het maar om een kort fragment.

Kunnen wij, onder het voorwendsel dat het om ‘korte fragmenten’ gaat, overwegen om feitelijke informatie over de brexit niet te vergoeden? Of informatie over een vluchtelingenramp voor de Griekse kust?

Laten we ons even inbeelden hoeveel onderzoeks- en schrijfwerk nodig is om deze titel te publiceren: ‘Zelfmoordaanslag in een sjiitische wijk van Bagdad: 32 doden volgens politie en ziekenhuizen’. Om deze eenvoudige regel te schrijven, deed de journalist navraag bij de politie om de aard van de explosie te bepalen, belde hij de ziekenhuizen om het aantal slachtoffers te achterhalen, en trok hij naar de plaats van de ontploffing om de locatie te beschrijven en getuigenissen te verzamelen. Hij of zij deed dit alles soms met gevaar voor eigen leven omdat het niet ongewoon is dat op eenzelfde plaats even later een nieuwe aanslag plaatsvindt. Dat gebeurde overigens onlangs nog in Kaboel: negen journalisten en fotografen kwamen om, waaronder Shah Marai van persagentschap AFP.

Onderzoek doen naar de feiten betekent ook het wegnemen van geruchten die elk belangrijk nieuwsfeit vervuilen: een vermeende gijzeling tijdens de aanslag in Nice waarbij 86 mensen in 2016 omkwamen of een nieuwe aanslag op de Eiffeltoren tijdens de tragische nacht van 13 november in Parijs… Beiden zijn fake news die de sociale media overspoelden en alleen maar verdwenen dankzij zorgvuldig werk van de media.

Dit werk is het dagelijkse leven van alle journalisten, fotografen, videasten (en het mijne) in Bagdad, Teheran, Cairo, Damascus, Beiroet… Indien de reproductie van de teksten van uitgevers en agentschappen niet onder het naburige recht valt louter omdat het om korte fragmenten gaat, zal de richtlijn van haar inhoud worden ontdaan.

De uitzondering zal ons daarnaast ook doen geloven dat wat de essentie is van ons beroep – onderzoek en schrijven over bewezen feiten – geen waarde meer heeft. En alle investeringen die uitgevers en persagentschappen doen om net deze informatie tot bij het publiek te brengen, zullen tevergeefs zijn. Het zal ook betekenen dat het niet langer de feiten zijn die de geschiedenis maken. Op die manier zullen we uiteindelijk de baan ruimen voor al wie nepnieuws verspreidt.

Door korte fragmenten uit te sluiten zullen uitgevers en persagentschappen ook minder journalisten in dienst nemen en hun kantoren in Afghanistan, Irak, Iran, Noord-Korea sluiten. Wat zullen dan de resterende informatiebronnen zijn? Staatsmedia? Desinformatiecampagnes gevoerd door autoritaire regimes?

Laten we niet toestaan dat de ‘bots’ – robots geprogrammeerd om invloedcampagnes en ’troll farms’ te leiden – het ooit overnemen van verslaggevers. Laten we niet toestaan dat online fictie het overneemt van geverifieerde feiten.

Als korte fragmenten buiten het naburige recht vallen, zal de plundering van journalistiek werk worden voortgezet. Want wat internetgebruikers massaal lezen, wat miljoenen interacties op de sites en dus aanzienlijke inkomsten voor de platforms genereren, zijn precies deze korte fragmenten.

News tegen fake news

Een ander strijdpaard van de internetgiganten is het verwijderen van nieuwsagentschappen uit de naburige rechten. En toch staan net deze agentschappen in de voorhoede van ons nieuws. Elke dag, elk uur, elke minuut produceren ze teksten, foto’s, video’s dankzij een netwerk dat zich uitstrekt over de hele wereld. Ze blijven het essentiële kompas waarmee iedereen – dankzij geverifieerde, pluralistische en volledige informatie – kan weten wat er gebeurt in de wereld, van Syrië tot Rusland, van afgelegen provincies tot hoofdsteden.

Zonder agentschappen verliezen televisie, radio, kranten en websites een groot deel van de grondstoffen van het nieuws. Zonder agentschappen worden beelden zeldzamer. En net als de producties van uitgevers worden die van agentschappen vandaag geplunderd. Voor de democratie is het van essentieel belang dat agentschappen kunnen blijven bestaan, en dit vereist dat zij op eigen kracht en op gelijke voet met de uitgevers in het toepassingsgebied van de richtlijn worden opgenomen.

De duur van de rechten

Tot slot is de duur van de bescherming van naburige rechten een belangrijke inzet. Sommige mensen willen de duurtijd terugbrengen tot een jaar. Is het niet absurd dat de tragische foto’s van de Parijse bombardementen van 2015 gratis kunnen worden gebruikt door internetreuzen louter omdat er twaalf maanden zijn verstreken? Het is evident dat de levensduur van foto’s niet beperkt is tot één jaar en dat beelden regelmatig worden hergebruikt. Het is niet meer dan het tentoonspreiden van gezond verstand en het volgen van het principe van billijkheid om terug te keren naar de oorspronkelijk voorziene termijn van twintig jaar.

Kan de Europese Unie het risico nemen dit naburige recht af te schaffen, in een tijd waarin we getuige zijn van een toename van de gevaren in de wereld en een vermenigvuldiging van zogenaamd ‘fake news’?

De invoering van het onvertekende naburige recht is een cruciale kwestie voor onze democratie.

We worden er terecht op gewezen hoe cruciaal de Europese verkiezingen van volgend jaar mei zijn voor de democratie. Laten we een parlementaire tekst die op 12 september is aangenomen na twee jaar werk door een zeer grote meerderheid van 438 leden dus niet vernietigen.

Wat op dit moment in Brussel op het spel staat, is de toekomst van de pers en alle creatieve beroepen, of het nu gaat om muziek, literatuur, film of theater, in Europa. En dit zonder negatieve gevolgen voor de consument, die gratis toegang zal behouden.

Beste ministers, Kamerleden, Commissieleden en journalisten; uitgevers en persagentschappen vragen om een eerlijke vergoeding voor hun werk en de investeringen die zij doen om het publiek te informeren. Daarom is de invoering van het onvertekende naburige recht een cruciale kwestie voor onze democratie.

Sammy Ketz is reporter in het Midden-Oosten en laureaat van de Prix Albert Londres en de Prix Bayeux des correspondants de guerre.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content