Ann Peuteman

‘Wat heb ik nog meer nodig om mijn auto thuis te laten?’

‘Mensen zoals ik moeten zich erbij neerleggen dat het anders zal moeten’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman over haar verknochtheid aan haar wagen. ‘En dat betekent: vrijheid opgeven, meer geduld opbrengen en ergernissen inslikken.’

De files worden steeds langer, meer en meer steden weren auto’s en de Co2-uitstoot dreigt ons te verstikken. En toch blijven ontzettend veel chauffeurs hun auto hondstrouw. ‘Mensen zoals ik moeten zich erbij neerleggen dat het anders zal moeten’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘En dat betekent: vrijheid opgeven, meer geduld opbrengen en ergernissen inslikken.’

Ik beken: ik ben een automobilist. Ik ben totaal verknocht aan mijn wagen, heb de grootste moeite om me in de Gentse binnenstad aan de nieuwe snelheidsbeperking van 30 kilometer per uur te houden, neem hoogstens vier keer per jaar de trein en sta om de paar dagen zeker twee uur in de file tussen Gent en Brussel.

Ik heb zo’n bedrijfswagen, wellicht met Volkswagen-motor: hoog tijd om mij te schamen, dus. En toch doe ik dat niet

Bovendien bestaat de kans dat mijn auto, een Skoda, ook nog eens met zo’n gewraakte Volkswagen-motor is uitgerust. Hoog tijd om me te schamen, zou je dus denken. Maar dat doe ik – als ik eerlijk ben – niet.

Ook al begint me op te vallen dat steeds meer (fietsende) vrienden de laatste tijd wat lacherig doen over mijn innige autoliefde. ‘Jouw relatie met je auto is een pak stabieler dan het gemiddelde Vlaamse huwelijk’, zei iemand me vorige week nog. Dat soort opmerkingen krijg ik steeds vaker. Zeker als ik weer eens te laat een café of restaurant binnenval omdat alle parkeergarages van de stad volzet zijn.

Nu heb ik al jaren een vast repertoire van argumenten om mijn autogebruik te verdedigen.

Om te beginnen – en daar heeft nog niemand iets tegen kunnen inbrengen – heb ik mijn auto echt wel nodig voor mijn werk. Met het openbaar vervoer is het een heel karwei om met niet op elkaar aansluitende bussen, treinen en trams op onze redactie te geraken. Bovendien moet ik als journaliste de verste uithoeken van Vlaanderen aandoen, en dan is de auto toch net iets sneller dan de gemiddelde belbus.

Ik kan niet zonder bedrijfswagen

En die auto van me is dus inderdaad zo’n verafschuwde bedrijfswagen. Nu snap ik ook wel dat het systeem van bedrijfswagens een beetje van de pot gerukt is en zowel de files verlengt als het milieu belast. Alleen: ik kan niet zonder. Een degelijke auto, de verzekeringen, het onderhoud, brandstof voor zo’n 40.000 kilometer per jaar: ik weet niet hoe ik dat uit eigen zak zou moeten betalen.

Geen bedrijfswagen meer zou dus betekenen dat ik er veel langer over doe om op mijn afgelegen bestemmingen te geraken, minder interviews kan afnemen en dus ook minder productief ben.

Flauw excuus vindt u? Daar kan ik best inkomen. Alleen: zo voel ik het wel.

Misschien vraagt u zich af waarom ik mezelf hier zo te kijk zet. Wel, de waarheid is dat ik natuurlijk ook wel snap dat het zo niet verder kan. En vooral: ik ben gaan inzien dat heel veel Belgen om dezelfde reden net zo verknocht zijn aan hun wagen als ik en dat ik daardoor straks weer zal moeten aanschuiven in de file op de E40.

En dus vraag ik me af: wat hebben mensen nog meer nodig om hun auto (vaker) thuis te laten? Of beter: wat heb ík nog meer nodig?

Meer dan beter openbaar vervoer nog, moeten mensen zoals ik zich erbij neerleggen dat het simpelweg anders zal moeten

Om te beginnen betere treinverbindingen, stiptere treinen en bussen en trams die naadloos op die lijnen aansluiten. En als we dan toch bezig zijn: een paar stiltecoupés, meer zitbanken op het perron en correcte tijdstabellen in de bushokjes.

Maar meer dan dat moeten mensen zoals ik zich erbij neerleggen dat het simpelweg anders zal moeten. Niet omdat dat makkelijker of comfortabeler zou zijn, maar omdat het algemene belang daar nu eenmaal bij gebaat is. En dat betekent dus: een stukje vrijheid opgeven, een beetje meer geduld opbrengen en een boel ergernissen inslikken.

Later deze week moet ik voor een interview naar Amsterdam. Ik ga met de trein. Niet omdat dat vanzelf zou spreken, maar omdat ik er een paar weken geleden meer dan vier uur over heb gedaan om door de file op de Amsterdamse ring naar huis te geraken. Ik leer het dus wel. Op het tempo van een doorsnee dinsdagochtendfile.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content