Gert Jan Geling

‘Wat de uitslag van de Nederlandse verkiezingen voorspelt voor de rest van Europa’

Gert Jan Geling Kernlid van denktank Liberales en publicist.

‘Welke trends vallen af te leiden uit de Nederlandse verkiezingsuitslag en wat betekenen ze voor de rest van Europa’, vraagt Gert Jan Geling van Liberales zich af.

In 2002 was het de verkiezingsuitslag van Nederland die leidde tot een schokgolf in Europa: de rechtspopulistische LPF van de vermoordde politicus Pim Fortuyn behaalde uit het niets 26 zetels. Op dat moment leek het nog alsof deze ontwikkelingen, de totstandkoming van een politieks stroming die kritisch stond tegenover migratie, de islam en de multiculturele samenleving, zich tot Nederland zouden beperken. Maar inmiddels weten we dat 15 jaar geleden Nederland trendsetter was. Anno 2017 kennen vrijwel alle Europese landen relatief grote rechtspopulistische partijen, die een steeds grotere invloed hebben op de politiek en samenleving van die landen.

Bij de verkiezingsuitslag van 2017 in Nederland klonk echter opluchting door. De peilingen waarin de PVV van Geert Wilders maandenlang aan kop stond werden niet verzilverd. De VVD van Mark Rutte won de verkiezingen met afstand, met slechts beperkte winst voor Wilders. Het populisme was tot stoppen gebracht, zo klonk het overal. Mark Rutte claimde dat het ‘verkeerde populisme’ een halt toegeroepen was. Na een jaar van Brexit en Trump leek de uitslag van de verkiezingen in Nederland een voorspeld populistisch domino-effect een halt toegeroepen te hebben. Velen hopen dat de uitslagen in Frankrijk en Duitsland hier een voor de gevestigde politieke orde positief effect van zullen ondervinden. Of dit zo zal zijn zullen we in de zeer nabije toekomst ondervinden.

Want het blijft de vraag of dit wel de trend is die de Nederlandse uitslag zal voorspellen. En zelfs al is dat het geval, dan is het zeker niet de enige trend die we uit de Nederlandse verkiezingsuitslag kunnen aflezen. Want drie andere trends, die ook en het en ander voorspellen voor de rest van Europa, vallen eveneens op de maken uit de verkiezingsresultaten van Nederland.

Sociaal-democratische beweging in Europa

Als eerste kunnen we namelijk vaststellen dat de neergang van de Europese sociaal-democratisch/socialistische/labour partijen doorzet. Europees mainstream links kent al jaren een neergaande trent, maar de Nederlandse PvdA maakte het met 9 zetels bij de verkiezingen wel erg bond. Het is de verwachting dat de een dergelijke trend ook in Frankrijk, en ook Groot-Brittannië, gaan waarnemen de komende jaren. Duitsland zal mogelijk een uitzondering zijn, dankzij het elan van de nieuwe SPD-leider Martin Schulz. Maar een sterke, grote, sociaal-democratische beweging in Europa lijkt voorlopig tot het verleden te behoren.

Versplintering

Als gevolg hiervan kunnen we een tweede trend waarnemen, namelijk een grote versplintering op links, waar allerlei kleine partijen met een identiteitspolitiek gericht op het behartigen van de belangen van een zeer specifieke doelgroep, steeds meer kiezers naar zich toetrekken. Zo kennen we in Nederland inmiddels een partij voor ouderen, 50Plus (4 zetels), een partij die opkomt voor de rechten van dieren, de Partij voor de Dieren (5 zetels), en een overwegend Turks-islamitische partij voor minderheden, Denk (3 zetels). Al deze partijen trekken zetels weg bij de grote linkse partijen, met een uiterst versplinterd links blok tot gevolg.

Rechts kent in Nederland een dergelijke versplintering in veel mindere mate, mogelijk omdat rechtse kiezers veel minder op hebben met de identiteitspoltitiek, iets minder principieel en veeleisend zijn, en zich nog wel thuisvoelen bij grote rechtse partijen als de VVD, de PVV en het CDA. De kans bestaat dat ook deze trend doorzet in andere Europese landen, en dat ook de rest van Europa in de toekomst te maken krijgt met linkse splinterpartijtjes die de belangen van een bepaalde doelgroep behartigen in het parlement, en daarmee zetels afsnoepen van de gevestigde linkse partijen.

Dominant populisme

En een derde en laatste trend die uit de Nederlandse verkiezingsuitslag op valt te maken is het feit dat het populisme, ook al heeft het de verkiezingen niet gewonnen, de politiek blijft domineren. Mark Rutte gaf het al aan, het ‘verkeerde populisme’ is een halt toegeroepen. Hiermee impliceert hij indirect dat een andere vorm van populisme, blijkbaar het goede populisme, allesbehalve een halt toegeroepen is. Dit is het populisme dat steeds meer een onderdeel uit is gaan maken van mainstream rechts, van de VVD en het CDA in Nederland.

‘Het populisme is er om te blijven, en dat is een feit waar we in Europa voorlopig mee zullen moeten leren leven.’

Beide partijen hebben veel punten en retoriek overgenomen van de rechtspopulisten, en daarmee ook een deel van de kiezers. Hierdoor kunnen zij groot blijven, verkiezingen winnen, en regeren. Maar dan moeten zij wel ook dit populisme uit blijven dragen, zowel in hun retoriek als in regeringsbeleid. Het populisme is hiermee zeker niet verslagen. Het is en blijft sterk aanwezig, en oefent haar invloed uit op verschillende manieren. Ook dit is een trend die hoogstwaarschijnlijk ook in andere Europese landen doorgezet zal worden: mainstream rechtse partijen die een deel van het programma van de rechtspopulisten overnemen, hen daarmee verslaan bij verkiezingen, maar vervolgens wel een deel van hun beleid dienen te implementeren. Het populisme blijft op die manier een grote spelen in de Europese politiek, en is geen enkele aanwijzing dat het op korte termijn zal verdwijnen. Het populisme is er om te blijven, en dat is een feit waar we in Europa voorlopig mee zullen moeten leren leven.

Voorspellende waarde?

De komende tijd zullen we gaan zien in hoeverre de uitslag van de Nederlandse verkiezingen ook echt een voorspellende waarde heeft voor de rest van Europa. Maar gezien het feit dat Nederland eerder ook al voorop liep in bepaalde trends is het niet onwaarschijnlijk dat we de komende jaren in Europa een verdere neergang van de Europese sociaaldemocraten gaan zien, evenals een verdere versplintering en toenemende identiteitspolitiek op links, en een blijvend populisme dat is overgenomen door de gevestigde rechtse politieke partijen.

Rest ons de vraag wat deze trends voor Europa zullen betekenen. Een verzwakt links en een sterk rechts zal een duidelijke dominantie van centrumrechts in Europa, een trend die al gaande was, betekenen. En de identiteitspolitiek met versplintering tot gevolg op links zal er alleen maar aan bijdragen dat links niet in staat zal blijken te zijn om optimaal de strijd aan te kunnen gaan met rechts.

Tot slot zal het voortleven van het populisme binnen mainstream rechts waarschijnlijk leiden tot een rechterflank die een kritische houding aan blijft nemen op het gebied van migratie, islam en de multiculturele samenleving, en in mindere mate over Europa. Een populistische rechterflank die, dankzij de zwakte van links, weinig obstakels zal ondervinden om deze houding de komende jaren ook om te zetten in concreet overheidsbeleid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content