Vrije Tribune

‘Wat Brussel niet kan, lukt ons onderwijs wél: meer Nederlands in Brussel’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Wij laten het Nederlandstalig onderwijs in Brussel niet in handen vallen van de Vervoorts of de Onckelinkxen’, schrijven de Brusselse N-VA-parlementsleden Liesbet Dhaene, Cieltje Van Achter, Johan Van den Driessche en Karl Vanlouwe, in een reactie op een opiniestuk van Bruno De Lille (Groen) voor Knack.be.

‘Het is lovenswaardig dat er zoveel geld wordt geïnvesteerd om het aanbod van Nederlandstalig onderwijs in Brussel te handhaven’. Aan het woord is Luckas Vander Taelen, in een recent opiniestuk in De Standaard. Vlaanderen neemt haar verantwoordelijkheid op in Brussel.

Brussels volksvertegenwoordiger voor Groen, Bruno De Lille, deelt de mening van zijn partijgenoot niet. Zijn analyse over het capaciteitsprobleem in het Brussels Nederlandstalig onderwijs is kort samen te vatten: alles is de schuld van Vlaanderen en van de N-VA. Vlaanderen investeert niet genoeg en de N-VA wil geen anderstaligen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs. Maar is het wel zo simpel als Bruno De Lille laat uitschijnen?

Het is natuurlijk moeilijk te begrijpen dat ondanks de enorme bedragen die Vlaanderen investeert in het Brussels Nederlandstalig onderwijs, er toch honderden kinderen geen plaats vinden. De oorzaak hiervan is – naast de demografische groei – het grote kwaliteitsverschil tussen het Franstalig en het Nederlandstalig onderwijs. Het Nederlandstalig onderwijs staat voor kwaliteit, een ticket naar meertaligheid en een job. Het Franstalig onderwijs staat voor perfect eentalige leerlingen die – om het met de woorden van FDF-minister Didier Gosuin te zeggen – een ticket naar werkloosheid krijgen. Brusselaars hebben de enorme luxe om te kunnen kiezen. Geen keuze tussen Coca-Cola en Pepsi, eerder een keuze tussen Coca-Cola en azijn. En als iedereen voor Coca-Cola kiest, dan ontstaan er leveringsproblemen.

De prachtige resultaten van het Nederlandstalig onderwijs zijn al voelbaar in het dagelijkse leven van onze veelkleurige en veeltalige stad. Wat het Brussels beleid niet wou realiseren, daar slaagt ons onderwijs wél in. Meer en meer krijgt het Nederlands eindelijk zijn verdiende plaats in Brussel.

Maar onderwijs bieden aan een grote meerderheid anderstalige leerlingen is niet vrijblijvend. Alhoewel ons onderwijs meer kwaliteit blijft bieden dan het Franstalig onderwijs, scoort het Brussels Nederlandstalig onderwijs in vergelijking met Vlaanderen maar matig. Taalachterstand bij de leerlingen heeft leerachterstand tot gevolg. Een op vijf jongeren verlaat de school zonder diploma. Er zijn grote twijfels bij leerkrachten over het behalen van de eindtermen. 40% van de jonge leerkrachten verlaat Brussel binnen de vijf jaar. De kwaliteit van ons onderwijs in Brussel op punt houden, zowel voor de Vlaamse leerlingen als voor de anderstalige leerlingen, is dé uitdaging waar we voor staan. Dit vraagt genuanceerde en open debatten, bijvoorbeeld over de voorrangsregel. Maar om ideologische redenen bewust blind zijn voor deze uitdagingen – zoals Groen doet – helpt ons Brussels Nederlandstalig onderwijs geen stap vooruit.

Bruno De Lille meent bovendien te weten dat N-VA de Vlaamse instellingen in Brussel niet wenst open te stellen voor anderstaligen. Weet hij dan niet dat in het Vlaams regeerakkoord – met een minister-president van N-VA – 30 % van de Brusselse bevolking als doelgroep wordt beschouwd? Muntpunt en KVS, bijvoorbeeld, tellen naar schatting respectievelijk 35 % en 30 % anderstalige klanten. Het Nederlandstalig basisonderwijs telt 70 % anderstaligen, het secundair 61 % . Als van instellingen in Brussel kan worden gezegd dat het open huizen zijn, dan zijn het wel de Vlaamse instellingen, waar onthaal en aanduidingen dan nog dikwijls meertalig zijn.

Brusselaars die zich ook Vlaming voelen, beschouwt Bruno De Lille als verwende expats die niet willen inburgeren. Velen van hen zijn hier wel geboren, Bruno. Men kan trouwens meer dan één identiteit hebben maar volgens De Lille geldt dat niet voor de Brusselaars. Wij huiveren voor het soort inburgeringsbeleid in deze multiculturele stad dat moet leiden tot één, uniforme identiteit wat neerkomt op assimilatie.

Wij wensen daarom ook de sterke band tussen Vlaanderen en Brussel te behouden en verder aan te halen omdat dit in het voordeel van alle Brusselaars is. Wij zijn absoluut tegen de overdracht , zoals Groen wenst, van de onderwijsbevoegdheid van de Vlaamse gemeenschap naar het Brussels gewest. Wij laten het Nederlandstalig onderwijs in Brussel niet in handen vallen van de Vervoorts of de Onckelinkxen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content