Waarom zwijgt Nationale Bank over indexstudie? (Johan Van Overtveldt)

© Belga

Waarom is de index zo opvallend afwezig in een overigens weer uitstekend jaarverslag van de Nationale Bank?

Het zonet verschenen jaarverslag van de Nationale Bank van België (NBB) vormt, naar goede jaarlijkse gewoonte, obligate lectuur voor iedereen die een oerdegelijke en gedetailleerde analyse tot zich wil nemen over wat er economisch reilt en zeilt in de wereld, in Europa en in België. De grote doses voorzichtigheid die een centrale bank nu eenmaal geacht wordt in te bouwen in haar uitspraken nopen geregeld tot grote oplettendheid voor wat er tussen de lijnen staat.

Soms gaat de vaagheid wat vervelen maar meestal is het wel fun om de ware betekenis te achterhalen van zinnen vol met krullen en grillige bochten. Maak de analyse en vooral de conclusies wat puntiger en Europees commissaris Olli Rehn kan zich de kosten van een diepgaande studie over de problemen van de Belgische economie besparen.

De Nationale Bank zet de wereldwijd mindere economische groei in reliëf en geeft informatieve duiding bij de aanslepende crisis binnen de eurozone. Wat aan de oppervlakte blijft de analyse omtrent de gezondheid van het bankwezen. De NBB van gouverneur Luc Coene toont zich wel erg optimistisch over de wijzigingen welke de politici de jongste tijd hebben aangebracht in de governance van de eurozone.

Als lid van de Europese Centrale Bank (ECB) is de NBB direct betrokken partij bij wat zich in en rond de eurozone afspeelt. Het is dan ook haar plicht te proberen het geschokt vertrouwen in die eurozone op te krikken maar het is toch wel zeer de vraag of dit doel bereikt wordt met een analyse van de wijzigende omstandigheden voor de monetaire unie die toch wel veel weg heeft van wishful thinking. Uiteraard horen we vanuit de NBB niks dan lof over het beleid van de ECB, ook al geeft dit beleid bij steeds meer waarnemers aanleiding tot het fronsen van de wenkbrauwen.

Wat de Belgische economie betreft, stelt de NBB nu ook voorop dat er dit jaar een (minimale) krimp zal optreden, zijnde – 0,1%. Een slecht eerste halfjaar gevolgd door een traag herstel in de tweede jaarhelft, zo kan men de prognose van de NBB samenvatten. De zeer aandachtige lezer merkt dat de NBB er ernstig mee rekening houdt dat de krimp groter zal uitvallen. Naast een vurig pleidooi voor een volgehouden sanering van de publieke financiën benadrukt de NBB in haar jaarverslag ook de noodzaak tot ernstige ingrepen op het vlak van onze arbeidsmarkt en inzake het concurrentievermogen van onze economie.

De NBB hecht terecht heel veel belang aan de zorg voor het concurrentievermogen: binnen de eurozone, zo weet ondertussen iedereen, is het uitermate moeilijk om een fout gelopen concurrentievermogen terug te herstellen. Wat ons internationaal concurrentievermogen betreft, draagt de NBB erg relevant cijfermateriaal aan, meer bepaald inzake de loonkosten per eenheid product, zijnde de loonkosten gecorrigeerd voor productiviteit (zie grafiek).

De NBB neemt als basisjaar 1996, het jaar waarop de wet op het behoud van het concurrentievermogen van kracht werd. Die wet voorzag dat onze loonkosten niet uit de pas mocht lopen ten aanzien van het gewogen gemiddelde van de drie buurlanden. Tegen 2011 lagen in de Belgische privé-sector de loonkosten per eenheid 12% uit koers tegenover het gemiddelde van de drie buurlanden (bovendien wijst alles er op dat er ook in 1996 reeds een handicap bestond). Dat gemiddelde van 12% verbergt echter een erg diverse realiteit. Ten opzichte van Duitsland hebben onze bedrijven geen enkel competititief verhaal meer: onze loonkosten liggen zo maar eventjes 25% hoger. Tegenover Frankrijk bleef onze positie vrij ongewijzigd en tegenover Nederland wonnen we zelfs aan concurrentievermogen.

Het is hoe dan ook wel duidelijk dat de wet op het behoud van concurrentievermogen geen enkele zin meer heeft en dringend bijgeschaafd of afgeschaft moet worden.

Wat bijzonder opvalt in de analyse van de NBB rond zowel onze concurrentiepositie als onze arbeidsmarkt is dat er maar sporadisch expliciet aandacht besteed wordt aan ons systeem van automatische koppeling van de lonen aan de index van de consumptieprijzen (correcter gezegd: aan de gezondheidsindex).

Zoals bekend doet de NBB in opdracht van de regering een onderzoek naar ons indexeringsmechanisme met aandacht voor mogelijke alternatieven. Daarover geïnterpelleerd op de persconferentie gegeven rond het jaarverslag stelde gouverneur Luc Coene dat de studie nog niet klaar is en pas in de loop van maart haar finaal beslag zal krijgen.

Vreemd, want twee regenten van de Nationale Bank, twee bronnen binnen de NBB zelf en één minister van de federale regering bevestigen ons dat de studie wel degelijk voltooid is en door Coene overhandigd werd aan eerste minister Elio Di Rupo. Toeval of niet, ook Alexander De Croo, voorzitter van Open VLD, vroeg gisteren om de vrijgave van de NBB-studie over het indexeringsmechanisme.

Premier di Rupo wil echter onder geen beding nu met de studie boven water komen. Allicht vermoedt Di Rupo dat de nu snel dichtbij komende begrotingscontrole al een zware dobber genoeg wordt voor zijn coalitie. Tegelijkertijd een sowieso ook erg moeilijke discussie over de toekomst van ons indexeringsmechanisme aangaan, is allicht te veel van het goede. Maar de discussie ten gronde over de index is hoe dan ook super-dringend.

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content