VS: medeplichtigheid van Shell aan folterpraktijken in Nigeria voor Hooggerechtshof

(Belga) Het Hooggerechtshof in Washington heeft een geschil in behandeling genomen tussen het olieconcern Shell en een aantal Nigerianen, die willen dat de Britse groep vervolgd wordt wegens medeplichtigheid aan folterpraktijken begaan in Nigeria tussen 1992 en 1995.

De negen rechters van de hoogste jurisdictie van de Verenigde Staten hebben beslist om zich te buigen over dit dossier, dat in beroep werd afgewezen, om te bepalen of grote ondernemingen aansprakelijk kunnen gesteld worden voor schendingen van de mensenrechten in het buitenland krachtens de Amerikaanse wet Alien Tort Status. In deze zaak beschuldigen twaalf Nigerianen Shell van “medeplichtigheid aan schendingen van de mensenrechten tegen hen in de regio Ogoni van de Nigerdelta in Nigeria tussen 1992 en 1995. Deze schendingen (van de mensenrechten) behelsen folterpraktijken, buitengerechtelijke executies en misdaden tegen de menselijkheid”, aldus de klacht die werd neergelegd bij het Hooggerechtshof. Een gelijkaardig rechtsmiddel werd gedeponeerd bij het Amerikaanse Hooggerechtshof door 19 Nigerianen tegen de oliereus Chevron. Het Hooggerechtshof moet zich uitspreken over het dossier Shell vooraleer het kan beslissen over dat van Chevron. De datum van de zitting werd niet vastgelegd, maar moet gebeuren in de loop van de zittingsperiode die eindigt in juni 2012. (LRT)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content