Vriend en vijand over Roberto Martínez: ‘Idealistisch op het irritante af, die man!’

© AFP
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

België bereikt niet de finale, maar ons land heeft het WK voetbal in vuur en vlam gezet, onder leiding van een koppige Spanjaard die nooit zijn goede luim verliest.

‘Het eerste wat ik dacht toen ik hoorde dat Martínez bij België getekend had? Haha, dat jullie je verdikke niet gaan vervelen’, vertrouwde Ruud Gullit ons in de herfst van 2016 toe. De Nederlandse voetbalster kent Roberto Martínez goed. Samen waren ze analist voor de BBC op de wereldbeker van 2010: omdat Nederland en Spanje de finale speelden, spendeerden ze enkele weken in elkaars gezelschap onder de Zuid-Afrikaanse zon. Gullit en Martínez huldigen een totaal andere voetbalfilosofie, het knetterde aan de ontbijttafel. ‘Eigenlijk is Roberto de Nederlander van ons twee’, vertelt Ruud Gullit. ‘Ik dweep met het Atlético Madrid van Diego Simeone, dat leep is en vecht voor elke bal. Voor Roberto zijn dat bijgedachten: hij droomt van Barcelona-voetbal dat de tegenstander van de mat tikt. En hij is een echte maniak – hij discussieert tot je onder tafel ligt. Idealistisch op het irritante af, die man! (lacht)

Terwijl zijn club in brand stond, bleef Martínez’ bij Everton alles ‘phenomenal’ vinden. Hij begon te klinken als een mooiprater.

‘Zo’n hemelbestormer belandt dan bij de Belgen – niet meteen de koningen van het zelfvertrouwen, sorry dat ik het zeg. Dit wordt ontzéttend interessant. Ik had nooit gedacht dat België voor hem zou kiezen en nog minder dat hij erop in zou gaan.’

Roberto Martínez was een gewonde coach toen hij bij onze nationale ploeg tekende. Ten tijde van zijn roadtrip met Gullit was hij nog de kroonprins van de Premier League, alle topteams maakten avances. Maar zijn Engelse droom zou op een gigantische deceptie uitdraaien. Dat hij überhaupt in die positie was geraakt, was een klein wonder. Schoenmakerszoon Roberto Martínez Montolíu stamt uit Balaguer, een anonieme plattelandsgemeente in de Catalaanse provincie Lerida. Vader Roberto coachte amateurclub CF Balaguer, Roberto junior groeide op in de kleedkamer. Hij was zo’n zeldzaam type dat looplijnen en tactiek even interessant vond als het spel zelf, al kon de jonge Martínez absoluut voetballen. Op zijn vijftiende vertrok hij naar de jeugdacademie van Real Zaragoza. Die verhuizing viel de dan nog honkvaste Martínez zwaar, maar zijn vader hield hem voor: ‘Als je niet doorzet, zul je daar je leven lang spijt van hebben.’

Bij Zaragoza speelde Roberto Martínez één profmatch – een eindeseizoenswedstrijd tegen Atlético – maar het was duidelijk dat de jonge Catalaan onvoldoende talent had voor de Primera División. In 1995 reikte het toeval hem de hand. Dave Whelan, de excentrieke eigenaar van de Engelse derdeklasser Wigan Athletic, bezat een sportwinkelketen, en een Catalaanse filiaalhouder tipte hem over Martínez. Waarop Martínez en twee andere beduusde Spanjaarden, Isidro Díaz en Jesús Seba, naar het Verenigd Koninkrijk vertrokken en de attractie werden van Division Three, waar tot dan toe amper een buitenlander was gespot. Het trio, dat al gauw bekendstond als The Three Amigos, zette zijn cultstatus graag in de verf. Bij een doelpunt dansten Martínez en zijn maats flamencopasjes aan de cornervlag. Ze poseerden met sombrero’s, hoewel zo’n Mexicaanse hoed even Spaans is als Wiener Sachertorte. Ze kregen zelfs een auto waarop in het groot ‘ The Three Amigos‘ te lezen was – zo wisten de fans waar hun helden aan het feesten waren. Want feesten, dat kón in de Engelse derde klasse, zo stelde Martínez tot zijn verbazing vast. De Spanjaard danste mee, maar van de pints bleef hij af: een belofte aan zijn vader, hoewel de gedisciplineerde voetballer die geheelonthouding ook zelf niet meer dan logisch vond.

Martínez met Eden Hazard en Romelu Lukaku, net als hij een voetbaldier dat 24 uur per dag met spelletje bezig wil zijn.
Martínez met Eden Hazard en Romelu Lukaku, net als hij een voetbaldier dat 24 uur per dag met spelletje bezig wil zijn.© EFE

Díaz en Seba dropen uiteindelijk af, maar Roberto Martínez floreerde in Wigan. In 2001 leverde hem dat een transfer op naar de Schotse eerste klasse. Motherwell had zijn grote doorbraak moeten worden, maar ontaardde in een levensgroot trauma. De club ging failliet. Pijnlijke confrontaties in de kleedkamer, huilende clubmedewerkers vroegen vertwijfeld hoe ze hun hypotheek nu moesten afbetalen: op Martínez zou het een blijvende indruk maken. Nooit zou hij nog een contract teken zonder ijzeren financiële garanties.

Het Schotse avontuur had wel een silver lining. Martínez verbleef in het Moorings Hotel in Motherwell, waar hij de marketingstudente Beth Thompson ontmoette, die er bijkluste. Zij is de reden dat er Schotse tonen doorklinken in zijn Engels. De twee trouwden in 2009, Roberto droeg voor de gelegenheid een oogverblindende witte smoking. Die dag proefde hij voor het eerst en voorlopig ook laatst alcohol – een coupe champagne die zwaar op de maag zou liggen. Omdat de Belgische pers het thema sinds 2016 is blijven oprakelen, heeft hij beloofd een tweede keer te zondigen als België wereldkampioen wordt.

Comical Ali

Twee weken voor zijn huwelijk werd Roberto Martínez aangesteld als coach bij Wigan Athletic. Dat was niet langer het sukkelclubje waar hij als voetballer plompverloren was beland: het geld van de voetbalgekke Dave Whelan had deuren geopend, Wigan speelde ondertussen in de Premier League.

Wigan dartelde onder Martínez, maar kreeg evengoed 9-1 om de oren van Tottenham. Er was altijd wat te beleven bij de Noord-Engelsen. Met wild aanvalsspel dat normaal nooit kan renderen voor zo’n kleine club wist Martínez drie jaar op rij de degradatie te ontlopen. Een mirakel, met zijn spelersmateriaal. In zijn vierde seizoen volgde een nog grotere stunt: Wigan won de FA Cup van Manchester City met Vincent Kompany… maar de club zakte ook uit de Premier League – het eerste feit zou onthouden worden en Martínez zijn reputatie van wonderdokter opleveren, het tweede raakte ondergesneeuwd.

In 2013 tekende Martínez bij het ambitieuze Everton, waar de Rode Duivels Marouane Fellaini, Kevin Mirallas en Romelu Lukaku zijn pad zouden kruisen. In zijn eerste seizoen eindigde de Spanjaard nog vijfde en brak hij Evertons puntenrecord, nadien stortte de boel in als een kaartenhuisje. Martínez bleef trouw aan zijn aanvallende filosofie, maar meer uitgekookte coaches lokten hem in de val – iets wat vandaag bekend in de oren klinkt. In de Britse pers groeide de Spanjaard uit tot een soort Comical Ali, zoals de al te optimistische Iraakse minister van Informatie Mohammed Saïd al-Sahaf ten tijde van dictator Saddam Hoessein werd genoemd. Terwijl zijn club in brand stond, bleef hij alles ‘ phenomenal‘ en ‘ great‘ vinden. De altijd goedgemutste, positieve Spanjaard begon te klinken als een mooiprater – een kwestie die zich ook in zijn relatie met de Belgische pers zou stellen.

De volksaard dicteert volgens hem het spel: hij laat België spelen met de vechtlust van een Ronde van Vlaanderen-coureur.

In zijn derde jaar bij Everton botste Martínez stevig met Romelu Lukaku. Nu zijn club ontgoochelde, vreesde Lukaku zijn plek bij de Rode Duivels kwijt te raken. Het EK voetbal in Frankrijk naderde, en bij de nationale ploeg waren er twijfels gerezen rond de spits. Hij en Martínez liggen elkaar anders wel: ze zijn allebei voetbaldieren die 24 uur per dag met het spelletje bezig willen zijn. In mei 2016 volgde het onvermijdelijke ontslag – Roberto Martínez werd inmiddels bekeken als een wandelende grap.

Anderhalve maand later zochten de Rode Duivels een vervanger voor bondscoach Marc Wilmots. Een 43-jarige Spanjaard, net weggehoond uit Engeland, was niet de meest voor de hand liggende kandidaat, maar makelaar Jesse De Preter dacht dat Bart Verhaeghe – de man die álles beslist bij de Voetbalbond – wel een risicootje wilde nemen. Hij vermoedde dat het geweldig zou klikken tussen Martínez en Verhaeghe. De Preter polste of zijn cliënt een kans maakte – het antwoord: ‘Alle opties liggen open.’ Bij zijn sollicitatiegesprek in het kasteel van Bever, hoofdzetel van Verhaeghes bedrijf Uplace, verblufte Martínez zijn toehoorders. De Spanjaard, slim gecoacht door De Preter, profileerde zich als de tegenpool van Wilmots. Hij liet vallen dat bondscoaches niet hard genoeg werken, tekende voor zichzelf een voltijds weekschema uit, en zei: ‘Ik wil het Belgisch voetbal in zijn geheel optrekken, niet alleen de nationale ploeg.’

Zijn critici zagen het anders, maar de ergste naïviteit was er op dat moment wel uit bij Martínez. Nog in 2016 bliezen twee voetbalverhalen hem van zijn sokken: Portugal dat Europees kampioen werd en Leicester City dat de Premier League won. Stugge teams die domineren dom vonden en hun resultaten op de counter haalden: volgens Martínez was het geen duurzame manier om succes te halen, eerder een recept dat per toeval eens een keer werkt. Kopiëren wilde hij Leicester en Portugal niet, er een antwoord op bedenken wél.

Zijn oplossing? Het tempo moest omhoog, door vóór de verdediging een speler te zetten met een versnelling in de voeten. Teruggetrokken spelmaker Kevin De Bruyne zorgt er bij de Rode Duivels voor dat een counterende tegenstander op zijn tellen moet passen. Loopt hun aanval mis, dan ligt de bal binnen de tien seconden in hun eigen doel: de Japanners weten er sinds de achtste finales in Rusland alles van. Niemand beheerst dat taaie reactievoetbal beter dan Portugal, meende de Belgische bondscoach. In de aanloop naar het WK werden de Portugezen op zijn expliciete vraag uitgenodigd voor een oefeninterland, hoewel er ook lucratievere tegenstanders beschikbaar waren.

Videoboodschap

Roberto Martínez is in wezen een voetbalfilosoof, of zelfs een voetbalsocioloog. De volksaard dicteert volgens hem het spel: Barcelona moet je laten spelen op maat van Barcelona, Portugal naar de sterktes van Portugezen, Everton moet evertoniaans voetballen.

Spelers en staf vieren de winst tegen Brazilië - een tactisch meesterstuk van Martínez.
Spelers en staf vieren de winst tegen Brazilië – een tactisch meesterstuk van Martínez.© BELGA

Maar wat is nu de eigenheid van de Belgen? De Catalaan verdiepte zich in de sportcultuur van ons land. De immer charmante bondscoach bezocht elke eersteklasseclub, hij stond zelfs aan de kant bij de Ronde van Vlaanderen. Dat was geen plezieruitstap: de passie van de Vlaamse wielerfans overdonderde hem. In Spanje is wielrennen geen sport voor de massa – drie weken Vuelta brengt minder publiek op de been dan de Ronde die door Sint-Niklaas passeert. Martínez meende eruit te kunnen afleiden dat Belgen ‘mentale kracht’ willen uitstralen. Nooit het kopje laten hangen, ook al zitten de omstandigheden tegen. Het kan allemaal wat flou klinken, maar de bondscoach zou er ernstig mee aan de slag gaan. In de reactie van zijn elftal tegen Japan, waartegen de Belgen 0-2 achterkwamen, zag je de vechtlust van een Ronde-coureur.

Roberto Martínez slaagde erin verhalen zoals zijn bezoek aan de Ronde op de achtergrond te houden. Hij stond open voor de pers, maar liet nooit het achterste van zijn tong zien. Een erfenis uit zijn Engelse tijd: daar zijn journalisten in regel de vijand, of op zijn minst een gevaar dat je beter op afstand kunt houden. De Spanjaard voorzag dat de niet-selectie van Radja Nainggolan, in de aanloop naar de wereldbeker, het land op zijn kop zou zetten, maar hij had er zijn redenen voor – en liet zich niet op andere gedachten brengen.

In het dossier-Nainggolan gaf hij een masterclass in crisiscommunicatie. Hij vloog naar Rome voor een persoonlijk gesprek met de speler. Daarbij werd niets expliciet gemaakt, maar de betrokkene begreep hoe laat het was. Nainggolan lekte zelf aan de pers dat hij er niet bij zou zijn; Martínez had wel gedacht dat dat ging gebeuren. De hetze begon heftig maar doofde lang voor het WK alweer uit: zodra de Belgen in Rusland waren, sprak niemand nog over Nainggolan.

Op het WK liep Martínez de voorbije weken bijzonder ontspannen rond. Als er al sprake was van stress, heeft hij dat meesterlijk verstopt. Tijdens de drukste maand van zijn leven vond de eeuwige workaholic zelfs de tijd om een videoboodschap in te spreken voor het klasje van de zoon van Chris Van Puyvelde, die was afgestudeerd van de lagere school – Van Puyvelde is, als technisch directeur bij de Voetbalbond, de rechtstreekse overste van de bondscoach.

Punten gescoord bij de baas, dus. Of zal dat binnenkort niet meer van tel zijn? Insiders vielen van hun stoel toen Roberto Martínez zijn contract nog voor de wereldbeker verlengde. Een goede prestatie in Rusland kan een opstap zijn naar Engels eerherstel. ‘De Premier League: dat is unfinished business. We hebben daar iets recht te zetten’, vertelde assistent-trainer Graeme Jones aan Knack, vlak voor de afreis naar Rusland. Jones volgt Martínez al zijn halve carrière en kan minder goed verstoppen dat zijn chef oneerlijk behandeld is aan de overkant van het Kanaal. Toch lijkt de weg naar Engeland afgesloten voor Martínez: uit de voorbeschouwingen op Engeland-België bleek zonneklaar dat de Britse pers hem een fluttrainer vindt. Zelfs na zijn tactische meesterstuk tegen Brazilië lijken de Britten niet van mening veranderd.

Hij stond open voor de pers, maar liet nooit het achterste van zijn tong zien. Een erfenis uit zijn Engelse tijd

Er verschijnt een andere kaper op de kust: Spanje zoekt een nieuwe bondscoach. Julen Lopetegui tekende op de vooravond van het WK bij Real Madrid, en zijn tijdelijke opvolger Fernando Hierro is zelf vragende partij voor een job achter de schermen. Almaar luider weerklinkt de naam Martínez in de Spaanse pers, enkele kranten menen zelfs dat de deal al rond is. In zijn voordeel spreekt dat Martínez te linken valt aan Barcelona noch Real: hij kan over die eeuwige rivaliteit heen stappen.

In zijn thuisland kennen ze Roberto Martínez amper, want hij is er jong vertrokken. Het was een aangename verrassing dat hij geen politieke controverse met zich meedraagt. ‘Er drijft een wolk over Catalonië, een streven naar onafhankelijkheid. Daarvan kan ik bedroefd worden’, zei hij in een opmerkelijk interview met de Volkskrant. De voorzichtige Martínez laat zich niet gauw op een politieke uitspraak betrappen, maar in dit geval speelt zijn achtergrond mee. Hij is maar een halve Catalaan – zijn vader komt uit Aragon – en profileert zich als een kosmopoliet. Hij floreert in de internationale vriendenkring die zijn Schotse vrouw opbouwde in de villawijken van Waterloo.

Toch verandert de Spaanse interesse niets, zegt Jesse De Preter. ‘Roberto was twee jaar geleden al in de running bij Spanje en heeft toen bewust voor België gekozen. En dat heeft hij nu, door zijn contractverlenging, opnieuw gedaan.’

Roberto Martínez: een portret

– 13 juli 1973: geboren in Balaguer, Spanje

– 1993: speelt met Zaragoza één wedstrijd in de Primera División, maar zakt dan af naar de Spaanse derde klasse

– 1995: verhuist naar Wigan Athletic, in de Engelse derde klasse. Speelt daarna bij Motherwell, Walsall, Swansea en Chester City

– 2007: traint Swansea, wordt kampioen in de Engelse derde klasse

– 2009: traint Wigan, wint de FA Cup maar degradeert ook uit de Premier League

– 2013: wordt vijfde met Everton, gevolgd door twee tegenvallende seizoenen

– 2016: wordt ontslagen bij Everton en aangesteld tot Belgisch bondscoach

– 2018: coacht België op het WK in Rusland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content