‘Voorrang voor Vlaamse kinderen in Brusselse kinderopvang moet kunnen’

Het voornemen om in de Nederlandstalige gesubsidieerde crèches in Brussel voorrang te geven aan kinderen van Nederlandstalige ouders zet kwaad bloed, maar volgens Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) is er niets aan de hand.

Kan dat wel, de schaarse beschikbare plaatsen in de Vlaamse gesubsidieerde kinderopvang in Brussel deels afhankelijk maken van de taal van (een van) de ouders? Brigitte Grouwels: Ik sta achter deze maatregel. De kinderopvang heeft een belangrijke pedagogische taak en moet kinderen voorbereiden op het Nederlandstalige onderwijs. Bovendien willen we in de Nederlandstalige crèches niet dezelfde situaties meemaken zoals eerder in de basisscholen in Brussel, namelijk dat Nederlandstalige ouders voor hun kinderen geen plek meer vinden.

De geplande voorrangsregel slaat ook maar op 55 procent van de beschikbare plaatsen. De Nederlandstalige crèches blijven dus openstaan voor anderstaligen. Ook voorziet het nieuwe Vlaamse kinderopvangdecreet in een verplichte voorrangsregel voor kinderen uit sociaal kwetsbare gezinnen.

Brusselse PS-politici gewagen van ‘sociale xenofobie.’ Brigitte Grouwels: Dat is een schokkende uitspraak. In de Nederlandstalige crèches in Brussel zitten heel veel kinderen van vreemde afkomst. Wij voeren in die crèches in samenwerking met het Huis van het Nederlands ook al jaren een actief taalbeleid, ook voor de ouders, zodat ze zich in het Nederlands uit de slag leren trekken.

In veel Brusselse gezinnen is de thuistaal Nederlands noch Frans. Als de ook Franse Gemeenschap zulke voorwaarden aan de toegang tot haar crèches zou verbinden, krijgen die Brusselaars het wel erg moeilijk.

Brigitte Grouwels: Om te beginnen: de kinderopvang in Brussel kampt met een groot plaatsgebrek. Maar ik heb hier de cijfers van 2010 bij de hand. Kind en Gezin gaf in dat jaar in Brussel subsidie aan 3255 opvangplaatsen. De Franstalige tegenhanger ONE (Office de la Naissance et de l’Enfance) subsidieerde 6347 opvangplaatsen. Dat wil zeggen dat Kind en Gezin 33 procent van alle Brusselse gesubsidieerde opvangplaatsen voor zijn rekening neemt. De Vlaamse Gemeenschap schiet in Brussel dus niet tekort. Hetzelfde kan jammer genoeg niet van het ONE worden gezegd.

De Franstaligen overwegen om het Vlaamse opvangdecreet juridisch aan te vechten. Brigitte Grouwels: Ik denk dat ze van een koude kermis zullen thuiskomen. Het Grondwettelijk Hof heeft de Vlaamse voorrangsregel in het basisonderwijs ook aanvaard, er is geen reden om aan te nemen dat het Hof in dit geval anders zou oordelen. En nogmaals: het gaat ons om een goed evenwicht, zodat we alle kinderen in de Nederlandstalige crèches voldoende kunnen voorbereiden op de kleuterschool.

Han Renard

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content