Voedselfraudeurs vragen strafvermindering in beroep

(Belga) Een 70-jarige handelaar en zijn 45-jarige zoon vragen voor het hof van beroep in Gent een mildere straf voor een gigantische fraude met bedorven vlees, dat bovendien vaak vals onder het label ‘eendelever’ werd verkocht.

Het bedrijf Elpa uit Merelbeke, dat inmiddels failliet is verklaard, knoeide jarenlang met zijn voedselstock. Producten waarvan de houdbaarheidsdatum was overschreden, kregen een nieuwe verpakking en dus ook een nieuwe houdbaarheidsdatum. Bovendien rekende het gerecht uit dat tussen 2005 en 2007 het bedrijf liefst 250 ton meer eendenlever had verkocht, dan er volgens de boekhouding werd aangekocht. Veelal werden goedkopere kippen- en kalkoenlevers verkocht onder het mum van eendenlever. Bij een inval van het FAVV, het federaal agentschap voor de voedselveiligheid, werden tal van inbreuken vastgesteld op de hygiënevoorschriften. De eigenaar van het bedrijf kreeg vier jaar cel en een boete van 11.000 euro, zijn zoon twee jaar en een boete van 5.500 euro. Ook ruim 311.000 euro inkomsten werden verbeurd verklaard. Beiden tekenden beroep aan en willen een mildere straf. Telkens wijzen ze met een beschuldigende vinger naar elkaar. Volgens de versie van de vader hield hij zich niet bezig met de productie, maar enkel met de verkoop van de producten. De zoon minimaliseert zijn aandeel dan weer door te benadrukken dat hij enkel afgevaardigd bestuurder was op papier en verder slaafs volgde wat zijn vader hem opdroeg. Arrest op 28 maart. (JDH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content