Dirk Draulans

Vlamingen hebben niet altijd meer empathie voor dieren dan voor migranten

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

‘De doorsnee mens heeft weinig empathie voor menselijke migranten, tenzij ze in zijn buurt wonen en vriendelijk zijn. De doorsnee mens heeft echter ook weinig empathie voor dieren, tenzij ze als een onderdeel van zijn gezin fungeren’, reageert Dirk Draulans op de uitspraak van Wouter Van Bellingen.

Alle begrip voor de uitspraak van Wouter Van Bellingen in Knack, overgenomen als titel boven een lang interview en vervolgens een eigen leven gaan leiden in de praatbarak die de media geworden zijn. Als je Van Bellingen ontmoet, ontmoet je een volbloed Vlaming, maar hij ziet er wel uit als de Rwandees die hij voor zijn adoptie was. Het is levendig voor te stellen dat het niet altijd gemakkelijk voor hem moet zijn geweest, zo ‘anders’ door het leven te moeten gaan. Dat je dan de indruk krijgt dat Vlamingen meer empathie voor dieren hebben dan voor migranten, is begrijpelijk.

Vlamingen hebben niet altijd meer empathie voor dieren dan voor migranten

Maar dat onderscheid tussen dieren en migranten kan niet als een regel worden beschouwd. Er kan een lange lijst worden gemaakt van dieren die NIET op empathie van mensen kunnen rekenen. Terwijl er migranten (of nazaten ervan) met een hoge aaibaarheidsfactor zijn die omarmd worden door de goegemeente. Succesvolle voetballers zijn er het beste voorbeeld van, of succesvolle zangers en toppolitici. Zet Vincent Kompany, de kapitein van de Rode Duivels, op een trein en hij zal vriendelijker bejegend worden dan het hondje dat een klopje op zijn kop krijgt. En veel mensen hebben ongetwijfeld al vertederd naar een klein zwart krullenkopje zitten kijken.

‘Kutmarter’

Er is geen algemene empathie voor dieren, zeker niet als je verder kijkt dan de katten en honden die mensen koesteren, en ook dat is een relatief gegeven, getuige de vaststellingen van zware verwaarlozing en de asielen die nodig zijn om aan hun lot overgelaten diertjes op te vangen – asiel is een woord dat ook in het kader van mensenmigratie opduikt. Hoe zwaar krijgen dieren met een totaal gebrek aan aaibaarheidsfactor het niet te verduren, zoals spinnen, nochtans nuttige beesten, of mollen, mieren en muizen. Om écht als verderfelijk beschouwde mensen te typeren, worden analogieën met verderfelijke dieren gebruikt, zoals kakkerlakken of ratten. Die beesten hebben daar niet om gevraagd, die zouden zich terecht misbruikt kunnen voelen indien ze de mentale capaciteiten zouden hebben om dat te doen.

De steenmarter doet het de jongste tijd erg goed, maar hij is een soort die aan overlast gekoppeld wordt, zoals schade aan wagens, en wordt dus steeds meer geviseerd door de doorsnee burger. In een andere context zou hier het woord ‘kutmarter’ kunnen opduiken, maar inzake de marter is zelfs politieke correctheid niet aan de orde: volgens de goegemeente moet hij verdelgd worden. Hoe hard wordt er op vele fronten niet geageerd tegen de vos en de wolf, dieren die de perceptie tegen hebben, die worstelen met een negatief imago dat hen door de mens is aangepraat, die in de visie van sommigen niet in positieve zin bijdragen tot de economische ontwikkeling en daarom ononderbroken – en in het geval van de vos met wettelijke steun – naar het leven worden gestaan, alleen maar omdat sommigen met een grote mond vinden dat ze niet in onze cultuur passen en schade berokkenen.

Dat vossen en wolven nuttige dieren kunnen zijn die hun plaats verdienen in een gezond ecosysteem, is een argument dat heel moeilijk in de hoofden van zelfs mensen met een gezonde dosis empathie voor migranten te hameren is. Zowel culturele als biologische diversiteit zijn concepten die niet iedereen verdedigbaar vindt.

Migratie in dierenwereld

Er is ook migratie in de dierenwereld, en deze migranten kunnen evenmin altijd op clementie rekenen. De onverdroten aanslag op de groeiende populaties van uitheemse ganzen kan op de goedkeuring van zelfs bezorgde natuurbeschermers rekenen, omdat de ganzen zo succesvol zijn dat ze dreigen lokale vogelpopulaties en ecosystemen te overwoekeren. Een argument dat eveneens wordt gebruikt om menselijke migranten te stigmatiseren, want ze zouden zich voortplanten als konijnen en op termijn onze wereld gaan overvleugelen.

Er is echter een essentieel, maar blijkbaar enkel voor biologen belangrijk, onderscheid tussen migrerende ganzen en menselijke migranten: in het geval van ganzen gaat het om verschillende soorten, in het geval van mensen om andere rassen, wat genetisch gesproken een wereld van verschil is. Het ene is een kwestie van culturele assimilatie, het andere van biologische overweldiging of overvleugeling, afhankelijk van het standpunt van waaruit je het bekijkt.

De doorsnee mens heeft weinig empathie voor menselijke migranten, tenzij ze in zijn buurt wonen en vriendelijk zijn – dan heeft de doorsnee mens ‘geluk’ met zijn migranten. De doorsnee mens heeft echter ook weinig empathie voor dieren, tenzij ze als een onderdeel van zijn gezin fungeren. Diehard dieren- en natuurbeschermers zijn een minderheid in de maatschappij. In se is er dus weinig verschil inzake algemene bejegening van dieren en migranten. Zoals altijd en overal hangt het af van de omstandigheden. Dat zal Wouter Van Bellingen ook wel beseffen. Het zou wel interessant zijn te weten hoe hij tegen een vos of een steenmarter aankijkt. Want – hoe formuleer je zoiets zo neutraal mogelijk – de wat gekleurde medemens getuigt toch niet altijd van merkbaar veel empathie als het om dieren gaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content