Vlaanderen start in 2019 met eigen jeugddelinquentierecht

De gesloten instelling voor jongeren de Grubbe in Everberg. © BELGA

Vlaanderen start in 2019 met een eigen jeugddelinquentierecht. Rode draad in de plannen is dat jongeren meer zullen aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid en dat ze tegelijk meer kansen krijgen om hun schade te herstellen.

Rode draad in de plannen is dat jongeren meer zullen aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid en dat ze tegelijk meer kansen krijgen om hun schade te herstellen. In de gemeenschapsinstellingen zullen jonge delictplegers gescheiden worden opgevangen van jongeren in een problematische opvoedingssituatie. Zo zullen jonge daders er niet langer samenzitten met jonge slachtoffers van geweld- of zedenfeiten. Nieuw is nog dat de mogelijkheden van begeleiding met elektronische monitoring worden onderzocht onderzocht en dat gesloten zorg voor jonge delictplegers met een geestesstoornis mogelijk wordt.

Sinds de zesde staatshervorming is Vlaanderen bevoegd voor het vastleggen van de reactie op jongeren die delicten plegen. Na grondig overleg heeft minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) de krijtlijnen nu vastgelegd. Bedoeling is dat de nieuwe regels ingaan op 1 januari 2019.

Jongeren verantwoordelijk voor eigen gedrag

Wat zijn die grote lijnen? Het gaat om jongeren die tussen 12 en 18 jaar zijn op het moment van de feiten. Onder de twaalf jaar kan geen sprake zijn van strafrechtelijke vervolging. Jongeren van minder dan 12 jaar die zware feiten plegen, kunnen terecht in de jeugdhulp. De bovengrens ligt op 18 jaar, maar de opgelegde reactie kan in de praktijk wel die leeftijdsgrens overschrijden. In principe ligt de leeftijdslimiet daar op 23 jaar, maar in sommige, uitzonderlijke, gevallen is een langere sanctie tot 7 jaar mogelijk en kan die leeftijdsgrens overschreden worden.

In het nieuwe decreet worden jongeren ook duidelijker bekeken als jonge mensen die verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen gedrag en de gevolgen daarvan. De reactie op een delict moet ‘duidelijk, snel, constructief en herstelgericht’ zijn. Dat laatste – die herstelgerichte benadering – loopt als een rode draad doorheen de nieuwe aanpak. De jongere moet daarbij verantwoordelijkheid opnemen voor zijn acties, de gevolgen ervan inzien en de schade bij het slachtoffer en de maatschappij trachten te ‘herstellen’. Het is de bedoeling dat de delictpleger zelf het initiatief neemt en een voorstel doet om het goed te maken.

Parket speelt korter op de bal

Het parket kan korter op de bal spelen en krijgt meer mogelijkheden. Dat kan gaan van seponeren (al dan niet met voorwaarden) en een waarschuwingsbrief tot herstelbemiddeling en een positief project. Die laatste optie mikt op de responsabilisering van de jonge delictpleger. Bedoeling is dat de jongere de verantwoordelijkheid voor zijn daden opneemt en zelf voor een oplossing zorgt. Bij het parket bedraagt dat positief project maximum 30 uur. In de verdere gerechtelijke procedures kan dat oplopen tot 60 of 220 uur.

Ook op het niveau van de jeugdrechtbank zijn er verschillende nieuwigheden. Zo zullen zittingen bijvoorbeeld ook onder bepaalde voorwaarden via videoconferentie afgehandeld kunnen worden. Daarbij zullen jongeren dus niet langer heen en weer moeten worden getransporteerd naar de jeugdrechtbank.

En ook de jeugdrechter krijgt een waaier aan mogelijke reacties die hij kan opleggen. Dat gaat van bemiddeling tot het opleggen van voorwaarden, positieve projecten en ambulante maatregelen (jongeren bijvoorbeeld verplichten deel laten nemen aan begeleiding in een voorziening of aan een opleiding).

Gesloten instelling ultieme ingreep

De ultieme ingreep is de plaatsing in een gesloten instelling. Om niet meteen naar dat laatste redmiddel te grijpen zijn er nog andere opties mogelijk, zoals huisarrest met begeleiding. Ook de mogelijkheden van een begeleiding met elektronische monitoring worden onderzocht.

Wanneer er toch een plaatsing nodig is, komt de jongere terecht in een gemeenschapsinstelling. Rond die instellingen verandert er ook een en ander. Momenteel zitten er in sommige gemeenschapsinstellingen jonge daders (‘moffers’, waarbij MOF staat voor ‘misdrijf omschreven feit’) en slachtoffers van geweld- en zedenfeiten (‘vossers’, waarbij VOS staat voor ‘verontrustende opvoedingssituatie’) samen. Aan die moeilijke mengvorm komt een einde. Er komen in de toekomst twee gescheiden sporen. Er komt een aparte opvang voor jonge delictplegers.

De gemeenschapsinstellingen zullen voortaan ook enkel gesloten werken. Geen open afdelingen meer dus. De gesloten instellingen zijn er ook enkel voor jongeren vanaf 14 jaar. Enkel in uitzonderlijke gevallen zullen ook 12- en 13-jarigen worden opgenomen.

Elke jongere die in een gemeenschapsinstelling geplaatst wordt, moet eerst passeren voor een kortdurende oriëntatie. Dat is ook een nieuwigheid in het decreet. Als de jeugdrechter vermoedt dat er gesloten opvang nodig is, stuurt hij de jongere naar de gemeenschapsinstelling om binnen de 5 dagen te beslissen tot een gesloten oriëntatie van maximum 1 maand.

Het is nog niet uitgemaakt waar dat oriëntatiecentrum zal komen. In het verleden was er sprake van dat De Grubbe in Everberg die rol zou opnemen, maar die knoop lijkt nog niet definitief doorgehakt. Het kan ook zijn dat er verschillende oriëntatiecentra komen op verschillende locaties.

In de gemeenschapsinstellingen zelf zal gewerkt worden met modules van drie, zes of negen maanden. Ook in deze instellingen zal gewerkt worden met een herstelgerichte aanpak en met de ouders.

In extreme gevallen kan de jeugdrechter lange sancties tot maximaal zeven jaar opleggen.

Uithandenwetgeving blijft bestaan

Ook de mogelijkheid van het systeem van de uithandengeving, waarbij jongeren vanaf hun 16de in uitzonderlijke omstandigheden worden berecht als volwassenen, blijft behouden, maar de voorwaarden worden wel verstrengd. Die jongeren komen tot 23 jaar niet terecht bij de volwassen gevangenispopulatie, maar ook niet bij andere criminele jongeren. Voor hen komt er een ‘apart en gepast traject in een afgescheiden setting binnen de gemeenschapsinstellingen.’

Het Vlaams detentiecentrum De Wijngaard in Tongeren, dat momenteel instaat voor de opvang van uit handen gegeven jongeren, sluit de deuren. De infrastructuur voor de detentie van die jongeren verhuist mogelijk naar de site van De Grubbe in Everberg.

Nieuw is ook dat jongeren met een geestesstoornis geplaatst zullen kunnen worden in een specifieke inrichting voor gesloten zorg. Het gaat om een soort van internering voor een beperkte groep van jongeren.

Het voorontwerp van decreet met de nieuwe regels gaat nu voor advies naar diverse instanties. Er komt ook verder overleg met de jeugdmagistraten. Daarna komt het ontwerp voor een tweede keer op de regering, waarna de plannen nog naar het parlement moeten. Minister Vandeurzen hoopt de nieuwe regels te kunnen invoeren op 1 januari 2019.

Partner Content