De Vlaamse Parlementsleden hebben na 20 jaar dienst recht op pensioen. Te snel, zo blijkt. Maar met hun loon is niets mis.
Dat blijkt volgens De Morgen uit een vergelijkende studie die het Vlaams Parlement bij Ernst & Young bestelde.
Momenteel volstaat in het Vlaams Parlement een loopbaan van twintig jaar om recht te hebben op een volwaardig pensioen. Een peulenschil in vergelijking met de arbeidsmarkt. Maar ook Europese
collega-parlementsleden moeten langer werken om over hun volle pensioenrechten te kunnen beschikken, blijkt nu uit de studie. Vlaanderen is echter niet de slechtste leerling van de klas. Zo volstaat in Finland vijftien jaar parlementaire dienst voor een volledig pensioen.
Symbolische discussie
Het federale parlement besliste enkele maanden geleden al om de termijn op te trekken van twintig naar zesendertig jaar. Een voorbeeld dat Vlaanderen zal volgen, vermoedt een fractievoorzitter.
“Aangezien de gemiddelde zittijd van een parlementslid bij ons 7,5 jaar is, is de pensioendiscussie vooral symbolisch. Maar het is wel een belangrijk symbool. Dit kan echt niet volgehouden worden, wanneer iedereen langer moet werken.”
Lonen niet te hoog of te laag
Met de lonen van de Parlementsleden lijkt volgens de studie dan weer niets mis. Met 7.031,79 euro bruto per maand verdienen de Vlaamse volksvertegenwoordigers niet uitzonderlijk veel of weinig. De leden van het Bureau, het dagelijks bestuur van het parlement, en de Parlementsvoorzitter zouden met respectievelijk 10.272,05 en 18.282,71 euro bruto per maand daarentegen wel meer dan gemiddeld vergoed worden.
Vlaams Parlementsvoorzitter Jan Peumans zal de studie voorstellen samen met de zeven fractievoorzitters. (Belga/SD)
