Vlaamse meerderheidspartijen willen dat onafhankelijke instantie Unia onder de loep neemt

Unia © Belga

De meerderheidspartijen in het Vlaams Parlement willen dat een onafhankelijke instantie een onderzoek doet naar de werking van Unia. ‘Ook Unia heeft er belang bij dat er een duidelijk en onafhankelijk antwoord komt op de vragen die leven, zoals de vraag of iedereen wel bij Unia terecht kan’, zo stellen parlementsleden Piet De Bruyn (N-VA), Ward Kennes (CD&V) en Ann Brusseel (Open Vld).

De reactie van de meerderheidspartijen komt er na een nieuwe episode in het conflict tussen Vlaams minister van Gelijke Kansen Liesbeth Homans en Unia. N-VA-minister Homans was eerder al een doorlichting van Unia gestart om na te gaan of het gelijkekansencentrum wel neutraal is en niet te veel focust op klachten van bepaalde doelgroepen.

Maar volgens Homans weigert Unia mee te werken. De minister zou daarom onderzoeken of ze de Vlaamse bevoegdheden van Unia elders kan onderbrengen. Dat laatste kan echter niet op 1-2-3. ‘Ik ga me niet mengen in die ruzie en zeggen wie er nu gelijk heeft. Maar het huidige samenwerkingsakkoord met Unia loopt nog tot 2020. Je kan dat niet zomaar ‘en cours de route’ opzeggen’, zegt CD&V-parlementslid Ward Kennes.

De CD&V’er blijft ook voorstander van de huidige interfederale structuur. ‘Die structuur opsplitsen zou leiden tot een versplintering van expertise, zou duurder zijn en zou voor de burgers met klachten ook onduidelijker zijn’, legt Kennes uit. Maar om duidelijkheid te krijgen over de werking van Unia komt er volgens de meerderheidspartijen wel best een doorlichting door een onafhankelijke instantie. ‘Een onafhankelijke instantie zoals bijvoorbeeld het Rekenhof’, zegt Kennes.

Die piste van een onafhankelijke audit door het Rekenhof werd trouwens eerder al door Groen op tafel gelegd, maar werd toen door de meerderheid van tafel geveegd. ‘Laat ons nu de resultaten van die studie afwachten en dan bespreken. Ik zou een oproep willen doen aan de betrokkenen om tot dan geen grote uitspraken meer te doen’, besluit Kennes.

Partner Content