Vlaamse expats naar Nederlandse scholen

Het Vlaams Parlement wil dat de Vlaamse regering meer doet om Nederlandstalig onderwijs aan te bieden aan Vlaamse gezinnen die in het buitenland werken.

Door de internationalisering van de economie is een groeiend aantal Vlamingen voor kortere of langere tijd in het buitenland aan de slag. Als het hele gezin mee de stap zet, moeten die zogenaamde expatriates of expats daar ook op zoek naar onderwijs voor hun kinderen.

Maar voor goede informatie – bijvoorbeeld over de leerplicht, het Nederlandstalige onderwijsaanbod of een vlotte aansluiting in een Vlaamse school na terugkeer – moeten die uitgeweken Vlamingen het vooralsnog zelf uitzoeken. Hoewel het per schooljaar gaat over minstens 3500 à 4000 kinderen in het basis- en het secundaire onderwijs, legt de belangenorganisatie Vlamingen in de Wereld (VIW) zich hier niet meteen op toe. De Vlaamse onderwijsadministratie doet dat evenmin. Het Vlaams Parlement wil het anders. Meerderheid en oppositie keurden daartoe een resolutie goed, waarvoor Sabine Poleyn (CD&V) de pen vasthield.

De slappe aanpak van de Vlaamse overheid ter zake staat in het schril contrast met het beleid in Nederland. Daar heeft de Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB) sinds 1980 contacten uitgebouwd met 250 scholen in 82 landen. Zo weet de NOB ook dat 13.500 leerlingen in het buitenland Nederlandstalig onderwijs volgen (in een volledig Nederlandse school, of in een school met een aanbod van Nederlandse taal en cultuur, of via afstandsonderwijs). Om dat mee mogelijk te maken geeft de NOB het grootste deel (65 procent) van haar jaarlijkse subsidie (8 miljoen euro) rechtstreeks aan de betrokken scholen. Per leerling komt dat neer op bijna 390 euro voor een schooljaar.

De NOB maakt daarbij geen onderscheid. Ook kinderen van Vlaamse gezinnen – intussen bijna 1100 – komen in aanmerking. Ruim een kwart van de leerplichtige Vlaamse kinderen in het buitenland volgt zo Nederlandstalig onderwijs in het scholennetwerk van de NOB. Overigens blijkt de Vlaamse onderwijsadministratie niet eens over accurate gegevens te beschikken. Een jaarverslag over 2009-2010 vermeldt 4105 Vlaamse leerlingen in buitenlandse scholen, terwijl aan het Vlaams Parlement voor 2010 een ander cijfer (3412) werd meegedeeld.

Het Vlaams Parlement denkt dat beide aantallen een onderschatting zijn en dringt aan op een ‘ordentelijke gegevensverzameling’. Omdat er voor een grote inhaalbeweging ten opzichte van Nederland geen geld is, wordt er ook voor gepleit dat de Vlaamse regering meer en nauwer zou samenwerken met de NOB. Dat moet ook de deuren openzetten voor Vlaamse leerkrachten om in een buitenlandse school van de NOB aan het werk te gaan. Het gebruik van Vlaams educatief lesmateriaal zou ook meer gestimuleerd moeten worden. (PM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content