Veel bestuurders weten niet hoe ze moeten reageren als er plots voertuig met blauwe zwaailichten opduikt. Dat blijkt uit een enquête van VAB.
Mobiliteitsorganisatie VAB peilde in haar mobiliteitsbarometer bij 2.000 automobilisten naar hun gedrag, wanneer er plots een prioritair voertuig in het verkeer opduikt. De resultaten zijn alarmerend en bevestigen de bekommernis van de bestuurders van prioritaire voertuigen: er is snel een sensibilisering van de andere verkeersdeelnemers nodig. We weten vaak niet hoe juist te reageren.
Chauffeurs van prioritaire voertuigen – brandweerwagens, politievoertuigen of ambulances – hebben vaak dezelfde klacht: mensen reageren vaak niet correct wanneer een hulpvoertuig met zwaailicht en loeiende sirene opduikt. Soms slaan ze in paniek of ze reageren helemaal fout, waardoor ze een snelle doorgang van het prioritair voertuig onmogelijk maken, of zelfs andere verkeersdeelnemers in gevaar brengen.
Uit de enquête van VAB blijkt bijvoorbeeld dat 82 procent van de Vlaamse automobilisten niet eens het verschil kent tussen een hulpvoertuig met een zwaailicht in werking en een hulpvoertuig waarvan zwaailicht én sirene geactiveerd zijn. Enkel het hulpvoertuig met blauw zwaailicht én sirene in actie krijgt het statuut van “prioritair voertuig” en heeft daarmee voorrang op de rest van het verkeer.
VAB geeft als algemene tips dat je best geen onverwachte manoeuvres uitvoert, zoals plots stoppen of uitwijken. Kondig ook je manoeuvre tijdig aan met je richtingaanwijzer en hou rekening met de reactie van de andere weggebruikers. Voorts moet je vermijden dat je jezelf of het prioritair voertuig in gevaar brengt (door plots te versnellen of door het rood te rijden) en wees erop bedacht dat er achter een prioritair voertuig nog één of meer andere prioritaire voertuigen kunnen volgen.
VAB heeft speciaal voor het bijspijkeren van de kennis over prioritaire voertuigen een internettest ontwikkeld: www.vab.be/verkeerstest
(Belga/JH)
