Vlaams parlement niet akkoord met loonsverlaging

De politici in het Vlaams parlement zijn voorlopig niet van plan om zichzelf een loonsverlaging van 5 procent toe te kennen, zoals de leden van het federale parlement pas hebben gedaan. ‘Wij zijn niet ondergeschikt aan het federale niveau.’

Het Vlaams Parlement is niet zomaar van plan om de voorstellen van het federale parlement over de vergoedingen en pensioenen van parlementsleden over te nemen. “Het Vlaams Parlement is zelfstandig en niet ondergeschikt aan het federale parlement. Ik ben trouwens nog steeds niet in kennis gesteld van de beslissingen die op federaal niveau zijn genomen”, zo zegt Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans.

Loonsvermindering

Vorige week besliste een federale werkgroep onder meer om de lonen van de senatoren en Kamerleden met 5 procent te verminderen. Daarnaast werd beslist dat Kamerleden en senatoren voortaan pas na een carrière van 36 jaar (ipv 20 jaar) recht zouden hebben op een volwaardig pensioen.

Of de regeling ook automatisch geldt voor de deelstaatparlementen is nog onduidelijk. Bij de staatshervorming van 1993 werd alvast een artikel toegevoegd aan de Bijzondere Wet van 1980 waarin staat dat elk parlement de vergoedingen van zijn parlementsleden vastlegt, maar dat er een koppeling is met de Kamer van volksvertegenwooridgers en dat het niveau van de vergoedingen in de Kamer niet mag overschreden worden.

Uittredingsvergoeding

De federale werkgroep nam daarmee het Vlaams Parlement in snelheid. Op Vlaams niveau wordt al langer gepraat over de kwestie. Een aantal zaken zijn ook al beslist. Zo hebben parlementsleden die zelf opstappen niet langer recht op een uittredingsvergoeding.

Studie

Maar voor de aanpassing van de vergoedingen en pensioenen wordt gewacht op de resultaten van een benchmarkstudie (eind maart). Daarin wordt een vergelijking gemaakt met de pensioenen in de andere parlementen in Europa en met de pensioenen in de privé-sector.

Het Vlaams Parlement heeft maandag beslist om te wachten op de resultaten van die benchmarkstudie, zo bevestigt parlementsvoorzitter Jan Peumans.

Werkgroep

Dat de regeling in het Vlaams parlement daarmee in de toekomst kan afwijken van de federale regeling, is volgens Peumans niet de schuld van het Vlaams Parlement. “Ik heb in juni vorig jaar aan de Kamervoorzitter (André Flahaut, nvdr) voorgesteld een gezamenlijke werkgroep op te richten. Ik heb daar toen geen reactie op gehad. Ik ben trouwens nog niet op de hoogte gesteld van de federale beslissing.

Men zegt nu dat men wil overleggen met de parlementen van de deelstaten, maar dat had men beter eerst gedaan voor te beslissen”, aldus Peumans. Burgemeesters en schepenen

Als de Vlaamse parlementsleden op basis van de benchmarkstudie toch zouden beslissen om ook een deel van hun loon in te leveren, zou dat ook een effect kunnen hebben op de weddes van alle burgemeesters en schepenen in Vlaanderen. De wedde van een burgemeester is namelijk gekoppeld aan dat van een Vlaams parlementslid. En de wedde van een schepen is dan weer afhankelijk van dat van de burgemeester, zo bevestigt David Vanholsbeeck van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).

Het salaris van een Vlaamse burgemeester wordt in de Gemeentewet uitgedrukt als een percentage van het brutojaarloon van de leden van het Vlaams Parlement (= 53.511 euro). Het percentage varieert al naargelang het aantal inwoners. Zo heeft de burgemeester van een gemeente met minder dan 300 inwoners (bv. Herstappe) recht op zo’n 26 procent. De burgemeester van een stad met meer dan 150.000 inwoners (bv. Antwerpen) heeft dan weer recht op ruim 150 procent van het loon van een parlementslid.

De wedde van een schepen is dan weer gekoppeld aan dat van de burgemeester. Zo krijgt een schepen 60 procent van de wedde van een burgemeester. In gemeenten met meer dan 50.000 inwoners wordt dat percentage opgetrokken tot 75 procent.

Politieke keuze

“Als men dus zou beslissen om het loon van de Vlaamse parlementsleden te verminderen, zou dat dus meteen implicaties hebben op de lokale mandatarissen. Maar het blijft een politieke keuze. Men zou er bijvoorbeeld perfect voor kunnen kiezen de maatregel niet door te trekken naar het lokale niveau”, aldus David Vanholsbeeck van de VVSG. (Belga/EE)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content