Vijf vragen aan Generation What?: ‘Echte vaderlandsliefde voel ik niet, noch voor België, noch voor Vlaanderen’

Generation What? © Kaat Pype
Ewald Pironet

Wat denken jonge Vlamingen anno 2016 over politiek en economie? Zien ze open grenzen als een kans of een bedreiging? Hoe groot is hun vertrouwen in vakbonden en de media? Uit de resultaten van een grootschalige Europese enquête komt een nieuwe generatie (jong)volwassenen naar voren die soms sterk verschilt van de generaties die haar voorafgingen.

Neem zelf ook deel aan de enquête via www.generation-what.be.

Ze vinden dat er te veel armen en te veel rijken zijn, maar in herverdeling hebben ze geen zin. Hun eigen financiële situatie noemen ze comfortabel, maar niet zo florissant als die van hun ouders. Ze houden van de Europese Unie, maar dan vooral omdat ze vlot van de ene lidstaat naar de andere kunnen reizen. En ondertussen dromen ze van een leven in het buitenland. Dat blijkt uit een Europese enquête die meer dan 40.000 Vlamingen tussen 18 en 34 jaar de afgelopen maanden online hebben ingevuld. Daarmee hoopt de VRT, die het Vlaamse luik van het onderzoek voor haar rekening nam, zicht te krijgen op wat er zich in het hoofd van de jongste generatie volwassenen afspeelt. Knack selecteerde de vijf relevantste thema’s, waarover academici van verschillende Vlaamse universiteiten hun licht hebben laten schijnen. Ook Generation What? zelf komt telkens aan het woord, bij monde van drie jonge Vlamingen.

Hannah Dossche, 19 jaar. Woonplaats: Gent, op kot in Leuven. Studie: eerste bachelor theologie (KU Leuven).

Charles Derre, 26 jaar. Woonplaats: Antwerpen. Studies: moraalfilosofie (U Gent) en neerlandistiek: redacteur/editor (Universiteit van Amsterdam). Beroep: redacteur bij een uitgeverij.

Inge Deley, 32 jaar. Woonplaats: Leffinge. Studie: beeldende kunsten (Ensorinstituut Oostende).

Voel je je Europeaan?

78% Ja – 22 % Nee

De What?-generatie voelt zich meer Europeaan dan de gemiddelde Belg. Vooral vrouwen en hogeropgeleiden dan. ‘Als ze dat gevoel behouden als ze ouder worden, bestaat de kans dat Europa alsmaar vanzelfsprekender wordt’, zegt professor Hendrik Vos, directeur van het Centrum voor EU-Studies van de Universiteit Gent. In het verleden ondernamen Europese leiders geregeld pogingen om het Europa-gevoel aan te zwengelen: van een vlag tot een volkslied en een eigen feestdag. Allemaal tevergeefs. ‘Maar nu ontstaat dat gevoel in alle stilte onder jonge mensen die in andere landen vrienden hebben met wie ze, via Facebook, in een gemeenschappelijk soort Engels communiceren.’

Achter het Europa-gevoel van jongeren zit geen romantiek, maar pragmatisme

Hendrik Vos (UGent)

Vos: ‘Opvallend is wel dat veel jongeren de Europese Unie vooral als een noodzakelijke structuur zien. Achter hun Europa-gevoel zit geen ouderwetse romantiek of grote passie, maar wel pragmatisme: dankzij de EU kunnen ze ongehinderd door de lidstaten reizen en in het buitenland werken of studeren. En als de roamingkosten straks worden afgeschaft, kunnen ze er ook gratis online gaan.’ Dat lager opgeleiden niet zoveel ophebben met de EU, komt vooral doordat zij minder gebruikmaken van die voordelen. ‘Doordat ze bijvoorbeeld minder reizen, brengen ze vrij verkeer veeleer in verband met criminaliteit en terrorisme. Europa is daar lange tijd blind voor geweest.’

Uit de enquête blijkt ook dat maar 6 procent van de 18- tot 34-jarigen wil dat België uit de EU stapt, terwijl dat onder de volledige bevolking liefst 30 procent is. ‘Ook bij het Britse referendum kozen jonge mensen ervoor om bij de EU te blijven’, legt Hendrik Vos uit. ‘Toch gingen in verhouding veel minder jongeren stemmen. Dat toont weer aan dat zij er niet zo emotioneel bij betrokken zijn.’

Hannah Dossche.
Hannah Dossche.© Kaat Pype

Hannah Dossche: ‘Ik voel me meer wereldburger dan Europeaan, en dat geldt voor veel van mijn leeftijdgenoten. Je hoort de laatste tijd ook niet veel positiefs over Europa. Zeker niet sinds het Verenigd Koninkrijk voor de brexit heeft gekozen. De EU is vooral handig omdat je door de open grenzen heel vlot door de lidstaten kunt reizen. Ik ben er ook voor dat oorlogsvluchtelingen in Europa worden toegelaten. Het zou wel heel egoïstisch van ons zijn om hen in de kou te laten staan.’


Charles Derre.
Charles Derre.© Kaat Pype

Charles Derre: ‘Het Europese beleid staat erg ver van de burger. Je hebt er nauwelijks invloed op. Wie verkiest bijvoorbeeld Jean-Claude Juncker tot voorzitter van de Europese Commissie? Is de welvaart voldoende verspreid over de EU om één blok te vormen? Sommige landen hebben een gemeenschappelijke geschiedenis, andere duidelijk niet. Hoe moet je bijvoorbeeld omgaan met Viktor Orban in Hongarije? De manier waarop hij vluchtelingen aanpakt staat toch haaks op de mensenrechten?’



Inge Deley.
Inge Deley.© Kaat Pype

Inge Deley: ‘Ik ben Europeaan om de simpele reden dat ik in Europa ben geboren en getogen. Maar dat betekent niet dat ik me sterk met Europa verbonden voel. Wel ben ik blij met de open grenzen: daardoor voelt het haast alsof de EU één land is. Constant zie je hoe vluchtelingen uit de hele wereld tevergeefs proberen om in een ander land te raken. Maar wij zullen wél kunnen vluchten als dat ooit nodig is, dankzij de open grenzen. Als moeder vind ik dat belangrijk.’



Zul je ooit iets anders meemaken dan een economische crisis?

74% Ja – 26% Nee

Tussen je 18e en je 34e verandert je leven op alle vlakken: je studeert af, verlaat het ouderlijke huis, gaat werken en krijgt je eerste kind. In die periode evolueert dus ook je visie op geld. Door de band genomen zijn jonge mensen minder positief over hun financiële toekomst dan andere leeftijdsgroepen. Toch zeggen de meesten dat ze het goed tot comfortabel hebben. ‘Dat is ook logisch’, zegt sociologe Jessy Siongers (VUB). ‘Zolang ze thuis wonen, kunnen ze op hun ouders terugvallen. Pas als ze afgestudeerd zijn en zelfstandig wonen, zijn ze financieel op zichzelf aangewezen. Voor velen is dat een stap naar een minder comfortabele situatie.’

Lager opgeleide jongeren zijn pessimistischer over hun financiële toekomst. Dat signaal mogen we niet negeren

Jessy Siongers (VUB)

Liefst drie kwart van de jongeren gelooft dat de economische crisis invloed zal hebben op hun toekomst. ‘Heel begrijpelijk, natuurlijk: jonge mensen zijn de eerste dupe als jobs schaarser worden’, aldus Siongers. ‘Vooral lager opgeleiden en jongeren uit niet zo welstellende gezinnen zijn pessimistischer. Dat signaal mogen we niet negeren, want het gaat echt wel om een aanzienlijke groep.’

Hoewel 74 procent overtuigd is dat de economische crisis niet zal blijven duren, gelooft 35 procent dat ze het minder goed zullen hebben dan hun ouders, en verwacht 42 procent dat hun kinderen het nog slechter zullen hebben. En dat vinden ze allesbehalve leuk. Meer dan de helft zegt dat ze niet gelukkig zouden kunnen zijn als ze geldproblemen hadden. ‘Opvallend is dat jongeren die het financieel minder goed hebben daar anders over denken’, zegt Siongers. ‘Zij weten natuurlijk al wat het betekent om het niet breed te hebben: voor hen is dat geen doembeeld, maar realiteit.’

Hannah Dossche.
Hannah Dossche.© Kaat Pype

Hannah Dossche: ‘Mijn generatie zal langer moeten werken, en er zal meer en meer in onze sociale zekerheid worden gesnoeid. Maar ik denk niet dat ik het moeilijk zal hebben om werk te vinden: er is nog altijd vraag naar theologen. Wel zal ik minder verdienen dan mijn ouders, en daar ben ik soms wel bang voor. Ik ben opgegroeid in een welstellend gezin, en ben nooit iets tekortgekomen – integendeel.’

Charles Derre.
Charles Derre.© Kaat Pype



Charles Derre: ‘In de jaren negentig leken de mogelijkheden oneindig, maar in 2008 zijn we met de financiële crisis op onze limieten gebotst. Tijdens mijn studies was ik nerveus: ‘Zal ik wel werk vinden?’ Uiteindelijk is dat vlot gegaan. Ik vind het goed dat het kapitalisme competitie aanmoedigt, maar als winst het allerbelangrijkste wordt, gaat het systeem uit de bocht. Voor mij hoeft de welvaart niet nog meer toe te nemen. Ik ben blij met wat we hebben.’

Inge Deley.
Inge Deley.© Kaat Pype



Inge Deley: ‘Ik heb een huis, een vaste job, een partner en straks twee kinderen. Zonder grote tegenslagen zal ik in de toekomst alleen maar comfortabeler kunnen leven. Maar ik zie ook wel dat de gouden tijden voorbij zijn. Veel van mijn vrienden hebben wél geldzorgen. Zelf zou ik het daar moeilijk mee hebben. Ik kan me niet voorstellen dat ik gelukkig zou kunnen zijn als ik van een leefloon moest leven. Vooral omdat ik nog geen dag in mijn leven arm ben geweest.’


Zijn er te veel rijke mensen?

69% Ja – 31 % Nee

9 op de 10 jongeren vinden dat er te veel armoede is. Maar daarom staan ze nog niet open voor meer belastingen

Net als andere leeftijdsgroepen gelooft Generation What? dat de kloof tussen arm en rijk in ons land steeds groter wordt. Negen op de tien jongeren vinden dat er te veel armoede en onrechtvaardigheid is. Wie het zelf niet breed heeft, is daar nog meer van overtuigd. Maar dat wil nog niet zeggen dat hun generatie meer openstaat voor herverdelingsmaatregelen dan de generaties voor hen. ‘Die paradox vinden we in wel meer onderzoeken terug: een groot deel van de bevolking klaagt de sociale ongelijkheid aan, en vindt dat de overheid daar iets aan moet doen. Tegelijk staan ze negatief tegenover de middelen die daarvoor nodig zijn, zoals belastingen’, zegt sociologe Jessy Siongers. Bijna acht op de tien jongeren vinden dat er nu al te veel belastingen zijn. Vooral lager opgeleiden zien nieuwe belastingen niet zitten. ‘Zij beschouwen belastingen niet zozeer als een manier om rijkdom te herverdelen, maar wel als een middel om hun geld afhandig te maken. Ook tegenover instellingen die het voor werknemers opnemen en sociale ongelijkheid aanklagen, zoals vakbonden, staan de meeste jongeren allesbehalve positief. 80 procent vindt het een slecht idee om vakbonden meer macht te geven. ‘Meer dan de helft van de jongeren vindt ook dat er in België te veel nietsnutten of profiteurs zijn’, legt Siongers uit. ‘Dat kan erop wijzen dat ze geloven dat sommige mensen er zélf verantwoordelijk voor zijn dat ze in armoede leven.’

Hannah Dossche.
Hannah Dossche.© Kaat Pype

Hannah Dossche: ‘Waarom zou je niet rijk mogen zijn als je daar hard voor hebt gewerkt? Ik heb alleen maar respect voor mensen die de top bereiken. Het probleem is niet dat er te veel rijke mensen zijn, maar wel dat de kloof tussen arm en rijk zo groot is. De overheid zou er om te beginnen al voor moeten zorgen dat rijken minder makkelijk belastingen kunnen ontwijken. Nu gebeurt dat op grote schaal.’

Charles Derre.
Charles Derre.© Kaat Pype



Charles Derre: ‘Je moet het geld halen waar het zit. De 1 procent superrijken kunnen best wat missen. Die mensen zelf ben ik niet vijandig gezind: ze verdienen respect als ze risico nemen en jobs creëren. En natuurlijk is geld belangrijk in onze samenleving. Maar moet je daarom zoveel meer verdienen? Vanaf een bepaald punt doet het er toch niet meer toe hoeveel je hebt? Er scheelt iets met het economische systeem dat zulke rijken baart, maar geen antwoord biedt op extreme armoede.’

Inge Deley
Inge Deley© Kaat Pype



Inge Deley: ‘De rijkdom is allesbehalve eerlijk verdeeld in onze maatschappij: de middenklasse wordt steeds kleiner en er komen steeds meer armen en extreem rijken bij. Er is niets mis mee dat iemand die hard werkt veel verdient. Maar ik heb het soms wel moeilijk met mensen die al rijk zijn van in de wieg. Zij mogen wat mij betreft best wat meer belastingen betalen. Ook het materialisme van veel mensen stoort me. De hele tijd worden we beoordeeld op basis van de kleren die we dragen en de auto waarmee we rijden.’


Moeten de jobs naar de Belgen als er te veel werkloosheid is?

59% Ja – 41% Nee

Ongeveer vier op de tien Generation What?-jongeren vinden dat bij hoge werkloosheid de jobs naar Belgen moeten gaan. Jongeren die het financieel wat moeilijker hebben, zijn die mening vaker toegedaan, maar de opleiding blijkt nog doorslaggevender: bij de lager opgeleiden gaat het om 52 procent, bij de hoger opgeleiden om 36 procent. Dat strookt met conclusies uit eerder onderzoek: hoe hoger je opleiding, hoe positiever je staat tegenover andere culturen. Ook de leeftijd doet ertoe: oudere leeftijdsgroepen vinden minder dat bij werkloosheid de jobs naar Belgen moeten gaan.

Volgens 52 procent van de lager opgeleiden moeten bij hoge werkloosheid de jobs naar Belgen gaan

Voor het overgrote deel van de ondervraagden hangt hun geluk niet af van het land waar ze wonen. Ze zouden niet opzien tegen een verhuizing naar het buitenland, maar slechts één op de tien wil ook echt weg. Opmerkelijk is dat die bereidheid iets groter is bij de laagst opgeleiden en de jongste groepen. Hoe ouder je wordt, hoe minder waarschijnlijk een trek over de grens wordt. Ook voor wie al werk heeft, is dat minder een optie. Nog opvallend: Vlaams-Brabantse jongeren tonen de meeste bereidheid om naar het buitenland te trekken, West-Vlamingen de minste.

Eén op de drie jongeren wil, in geval van nood, vechten voor het eigen land. Die bereidheid is het hoogst bij laag- opgeleide mannen (57 procent) en het laagst bij hoogopgeleide vrouwen (24 procent). Ook van wie beweert zo snel mogelijk weg te willen uit België, verklaart één op de drie toch te willen vechten voor het vaderland.

Hannah Dossche
Hannah Dossche© Kaat Pype

Hannah Dossche: ‘Net zoals de meesten van mijn vrienden voel ik me niet echt verbonden met België. Ik erger me zelfs aan de opstoten van vaderlandsliefde telkens als de Rode Duivels meedoen aan een groot voetbaltoernooi. Ik ben ook niet van plan om later in België te blijven. Als het aan mij ligt, trek ik naar Latijns-Amerika om er te gaan werken. Ik zou wel vaak naar België terugkeren, want mijn familie is heel belangrijk voor mij.’

Charles Derre.
Charles Derre.© Kaat Pype



Charles Derre: ‘Ik voel me iets meer Vlaming dan Belg. Ik zou moeilijk tien bekende Walen kunnen noemen die geen politici zijn. Echte vaderlandsliefde voel ik niet, noch voor België, noch voor Vlaanderen. Voor een natie zou ik niet vechten, maar wel voor onze democratische verworvenheden, ons onderwijs, het sociale vangnet dat we hebben uitgebouwd, onze culturele waarden. Ik ben niet per se verknocht aan mijn land en zou zo kunnen verhuizen.’

Inge Deley.
Inge Deley.© Kaat Pype



Inge Deley: ‘Als er morgen oorlog uitbreekt, zou ik wellicht niet vechten voor mijn land. Ik zou veeleer vluchten om mijn gezin in veiligheid te brengen. Naar het buitenland verhuizen, daar praten mijn vriend en ik sowieso vaak over. We zouden onze kinderen liever opvoeden in een land waar de mensen toleranter en minder materialistisch zijn. In Costa Rica, bijvoorbeeld. Het enige wat me op dit moment nog in België houdt, is mijn familie.’


Zijn politici corrupt?

13% Ja, ze zijn zo goed als allemaal corrupt – 67% Ja, sommigen zijn corrupt – 20% Nee, de meesten zijn niet corrupt

‘De 18 tot 34-jarige jongeren hebben het minste vertrouwen in “religieuze organisaties”, de politiek, de media en de vakbonden’, zegt Stefaan Pleysier van de rechtsfaculteit van de KU Leuven. ‘Het meeste vertrouwen hebben ze in de school, het leger, humanitaire organisaties en de politie. Het “gerecht” wekt ongeveer evenveel wantrouwen als vertrouwen op. Het vertrouwen in de instellingen in België en Vlaanderen is al eens gemeten in de European Social Survey. Toen scoorden politieke partijen en politici bij dezelfde leeftijdsgroep het laagste; het meeste vertrouwen was er voor de politie, maar ook het Europees Parlement en het rechtssysteem scoorden vrij goed.’

‘Jongeren vertrouwen meer in politici en politieke partijen dan 35-plussers

Stefaan Pleysier (KU Leuven)

Politieke partijen en politici wekken duidelijk het minste vertrouwen op. ‘Als we deze resultaten vergelijken met eerder onderzoek, zien we dat de jongeren toch nog meer in hen vertrouwen dan 35-plussers’, aldus Pleysier. Het grote vertrouwen in de politie vinden we niet alleen terug bij de jongeren. Pleysier: ‘Uit ander onderzoek is gebleken dat Vlamingen in het algemeen – niet alleen jongeren – het meeste vertrouwen hebben in de politie.’

Er zijn geen opvallende verschillen in het institutionele vertrouwen tussen mannen en vrouwen, zo blijkt uit Generation What?, wel als we kijken naar het opleidingsniveau: het vertrouwen in bijvoorbeeld politiek, gerecht en politie is sterker bij hoogopgeleiden dan bij laagopgeleiden. ‘Ook dat bevestigen vele andere studies’, besluit Pleysier.

Hannah Dossche.
Hannah Dossche.© Kaat Pype


Hannah Dossche: ‘Ik vertrouw politici niet, want het is overduidelijk dat ze vooral op macht uit zijn. Aan de andere kant ben ik er ook niet zeker van dat alles klopt wat de kranten over hen schrijven. Sommige media trekken alles uit zijn context. Hoe kan ik dan weten wat waar is en wat niet?’

Charles Derre.
Charles Derre.© Kaat Pype




Charles Derre: ‘Ik sta achterdochtig tegenover macht, maar vind niet dat alle politici corrupt zijn. Ons kiessysteem zet de deur wel open voor corruptie: het dwingt politici om strategisch te denken, in functie van zetels in het parlement. En de banken regeren inderdaad in grote mate de wereld. Er is een te grote focus op economie en kapitaal. Ik zou me graag meer burger en minder consument voelen. Ook in veel media gaat het vandaag om winst en minder om goede berichtgeving.’

Inge Deley.
Inge Deley.© Kaat Pype



Inge Deley: ‘Als je niet veel van politiek weet, kun je er maar beter over zwijgen. Ik ben de eerste die weggaat als aan tafel een politieke discussie dreigt op te laaien. Mij zal je ook nooit horen beweren dat alle politici corrupt zijn. Dat geloof ik niet. We móéten hen wel een beetje vertrouwen. Wie zal hun werk anders doen? Ik in elk geval niet. We mogen de uitdagingen voor ministers ook niet onderschatten. Zeker nu er weinig geld is, en ze moeilijke keuzes moeten maken.’


Generation What?

De enquête

Generation What? is een voortzetting van Génération Quoi?, een enquête die drie jaar geleden in Frankrijk werd georganiseerd. Om er een Europees project van te maken, sloegen twaalf landen de handen ineen: Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Spanje, Italië, Ierland, Luxemburg, Nederland, Wales, Griekenland, Tsjechië en België. De enquête werd in april 2016 opgestart. De gegevens die in dit artikel gebruikt worden, werden op 31 juli verwerkt.

Generation What? pretendeert niet representatief te zijn voor de Vlaamse jeugd: de gegevens werden niet via een steekproef verzameld. Iedereen die dat wilde, kon de enquête online invullen. De doelgroep werd wel op alle mogelijke manieren benaderd en gevraagd om deel te nemen. Daarbij werd gefocust op jongeren van wie geweten is dat ze minder geneigd zijn om deel te nemen aan een onderzoek als dit, zoals laaggeschoolden, etnisch-culturele minderheden en mannen.

De enquête in cijfers

België zou uit de Europese Unie moeten stappen.

Ja: 6%

Nee: 82%

Kan me niet schelen: 12%


Voor wie moeten we onze grenzen openstellen?

Voor iedereen: 34%

Voor oorlogsvluchtelingen: 32%

Voor migranten uit ontwikkelde landen: 2%

Voor migranten uit ontwikkelingslanden: 2%

Voor goed opgeleide mensen uit de hele wereld: 11%

Voor quota op basis van werk en land van herkomst: 13%

Voor niemand: 6%


Ik heb een probleem met de grootte van de Europese Unie.

Nee: 59%

Er moeten landen uitstappen: 32%

Er moeten landen bijkomen: 9%


Zal de economische crisis je toekomst bepalen?

Helemaal niet: 2%

Nee: 8%

Eerder niet: 17%

Eerder wel: 44%

Ja: 24%

Volledig: 5%


Hoe zou je je dagelijkse financiële situatie omschrijven?

Comfortabel: 36%

Oké: 41%

Een beetje nipt: 19%

Bedroevend: 4%


Zou je gelukkig kunnen zijn ondanks geldproblemen?

Helemaal niet: 45%

Nee: 55%


Er zijn te veel arme mensen.

Ja: 92%

Nee: 8%


De kloof tussen arm en rijk wordt in België almaar groter.

Ja: 83%

Nee: 17%


In onze maatschappij wordt te veel waarde gehecht aan geld.

Ja: 84%

Nee: 16%


Zou je gelukkig kunnen zijn zonder in België te wonen?

Ja: 91%

Nee: 9%


Hoe sta je tegenover wonen in het buitenland?

Ik wil hier zo snel mogelijk weg: 10%

Misschien doe ik het ooit: 52%

We zien wel: 31%

Geen denken aan: 7%


Als er oorlog uitbreekt, zou je dan bereid zijn te vechten voor je land?

Ja: 35%

Nee: 65%


Vertrouw je de vakbonden?

Helemaal niet: 26%

Neen, maar sommige …: 43%

Ja, maar sommige …: 29%

Volledig: 2%


Geld en banken regeren de wereld.

Ja: 82%

Nee: 18%


Vertrouw je de media?

Helemaal niet: 25%

Neen, maar sommige …: 52%

Ja, maar sommige …: 22%

Volledig: 1%

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content