Vijf redenen waarom de PS de verkiezingen zal verliezen

© Belga
Simon Demeulemeester

Politicoloog Pascal Delwit concludeert in zijn ‘analyse van een desastreus laatste half jaar’ dat vijf zaken winst voor de PS in de weg staan. Opvallend: de belangrijkste daarvan is de SP.A.

De PS staat er niet goed voor om de moeder aller verkiezingen in 2014 te winnen. Dat zegt politicoloog Pascal Delwit van de ULB. De PS zit namelijk in moeilijke papieren, schrijft Delwit in het jongste nummer van Samenleving en Politiek. Zijn ‘analyse van een desastreus laatste half jaar’ concludeert dat vijf moeilijke omstandigheden de overwinning van de sterkste partij van Franstalig België in de weg staan. Opvallend: de belangrijkste daarvan is de SP.A.

Pascal Delwit vangt zijn artikel – onder de titel ‘De wankele pas van de PS’ – aan met een analyse van de resultaten van de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen van oktober 2012. “In het algemeen kan men stellen dat de PS ‘relatief’ goed stand houdt in haar bastions.” In Bergen, Doornik, en La Louvière scoren ze goed, in Charleroi halen ze zelfs de absolute meerderheid qua zetels. “Buiten die bastions zijn de resultaten beduidend minder goed.” In Luxemburg en Namen moet de socialistische partij terrein prijsgeven en ook in Brussel ten slotte, “is er in het algemeen sprake van een zeer matig resultaat.”

Delwit stipt aan dat bij de tweede ronde van de stembusslag, de samenstelling van de besturen en de verdeling van de mandaten, de PS “duidelijk verlies moet incasseren. (…) De zenuwen van de Waalse socialisten worden in de laatste twee maanden van 2012 behoorlijk op de proef gesteld. Temeer daar de partij moet opboksen tegen de socialistische vakbond (FGTB), die opnieuw fel van zich afbijt (…).” De PS moet zich dus gaan herorganiseren in “moeilijke omstandigheden”.

Enerzijds tekent de PS-top een nieuwe organigram uit: “Het gaat om een tamelijk ingewikkelde oefening. (…) Simpelweg gezegd: Paul Magnette zal de rol van voorzitter vervullen.” Dat Magnette nu de leader van de PS is, heeft volgens Delwit vier belangrijke voordelen. “Het zal bijdragen tot een grotere zichtbaarheid van de partij in de media, naast de rol die Elio Di Rupo zelf speelt op dat vlak en het regeringswerk. Bovendien kan Paul Magnette ervoor zorgen dat de stem van de PS ook in de Vlaamse media aan bod komt. Met Magnette op de voorzittersstoel laat de PS ook zien dat zij een jonge en moderne partij is; dat is voortaan een must, nu ook in de MR en cdH jonge voorzitters het roer hebben overgenomen. Ten slotte, met Magnette treedt ook een persoonlijkheid aan die in staat is om niet alleen de arbeiders – het klassieke, volkse electoraat van de PS – aan te spreken, maar ook de hoger geschoolden en dat segment van het electoraat dat twijfelt tussen de PS en Ecolo.”

Echter: Magnette moet zich ook bezighouden met de renaissance van Charleroi. Een zware taak, die hij moet combineren met de nog zwaardere taak van partijvoorzitter.

Twee doelen: N-VA terrein doen verliezen en daarbij hetzelfde bij zichzelf vermijden

Met het oog op 2014 koestert de PS twee objectieven en een perspectief, “in een wel erg gespannen politiek klimaat.” Delwit: “Het perspectief is eigenlijk vrij eenvoudig: de partij gaat ervan uit dat het duurzaam maken van de Belgische federatie nog steeds een belangrijke toegevoegde waarde impliceert.”

De twee doelstellingen van de PS zijn, aldus Delwit: “Enerzijds: er zoveel mogelijk toe bijdragen dat de N-VA terrein verliest ten opzichte van de Vlaamse partijen en actoren die opkomen voor een federale staatsinrichting. Anderzijds: vermijden dat zij daardoor aan gewicht en invloed inboet.”

Twee doelstellingen die “vrijwel niet te verzoenen” zijn. Dat brengt de PS op een “smal en gevaarlijk pad”. Daarenboven maken 5 omstandigheden die doelstellingen “bijzonder lastig” te bereiken.

1. Het dwingend karakter van de budgettaire situatie

De Belgische economische groei is zo goed als stilgevallen, onze staatschuld is nog altijd hoog en er zijn de Europese budgettaire verplichtingen. Belangrijker dan de zin of onzin van die laatste, benadrukt Delwit in Samenleving en Politiek, is dat ze dwingend zijn: “En dat ook de werkgevers, de liberale partijen en de CD&V er voortdurend naar verwijzen. De PS is bijgevolg niet echt in staat om aan de eisen van de arbeiders en de vakbonden tegemoet te komen; wel integendeel, zij moet het hoofd bieden aan aanvallen van de werkgevers en van de banken, die er nota bene zelf voor hebben gezorgd dat de overheidschuld opnieuw is opgelopen.”

2. De helpende hand aan Open VLD, de CD&V en de SP.A

“Hoe reik je een helpende hand aan de Open VLD, de CD&V en de SP.A zonder zelf schade op te lopen? Dat is het lastige dilemma. (…) De PS en premier schieten vooral weinig op met de houding van de twee rechtse partijen in Vlaanderen, Open VLD en CD&V, die onvoldoende duidelijkheid scheppen, zwak geleid worden en veel te gemakkelijke doelwitten zijn van de N-VA en Bart De Wever.”

3. De PS staat er alleen voor

De PS komt door punt 2 in een “duivels dilemma”: ze komt op gespannen voet te staan met de Waalse socialistische vakbond en gedeeltelijk ook met de christelijke bond (CSC), “vanwege budgettaire beslissingen, het beleid van de Waalse overheid en het feit dat er absoluut geen ruimte is voor toegevingen in het interprofessioneel overleg.” Ook al beseffen de bonden wel dat de PS er alleen voor staat (en wil men zeker niet dat de PS naar de oppositie moet: “politique du pire'”), maar bij sommige middenkaders en delen van de basis, is de goesting groot om er eens goed in te vliegen, ook al zijn de krachtsverhoudingen vandaag allesbehalve in het voordeel van de werknemers.”

4. De druk van extreemlinks

De PTB, de Franstalige tegenhanger van de PvDA+, haalde in 2010 en 2012 “een spectaculair verkiezingsresultaat”. De PTB vindt bovendien goed gehoor in de media en weet zich als “gesprekspartner” te profileren.

5. Het echte probleem: de SP.A

Als laatste probleem, “het echte probleem”, komt Delwit verrassend met de Vlaamse tegenhanger van de PS aanzetten. “De koers van die partij is een raadsel voor haar. Hoewel de SP.A van nederlaag naar nederlaag strompelt en nog amper een profiel heeft in Vlaanderen, lijkt zij daar geen lessen uit te trekken. De resultaten van de gemeenteraadsverkiezingen waren rampzalig. Het stemmenreservoir van de SP.A geraakt stilaan opgedroogd.”

Dat mag dan wel in de eerste plaats het probleem van de SP.A zijn, de PS voelt er ook de gevolgen van, meent Delwit. Het gevolg is immers dat alles door “het prisma van de links-rechts tegenstelling en de communautaire tegenstelling” bekeken wordt. Die tegenstellingen versterken elkaar en maakt “het verhaal van de N-VA daardoor nog meer wervend en de opdracht voor de socialistische partij nog moeilijker”.

Delwit schreef deze analyse voor SP.A-voorzitter Bruno Tobback de nieuwe beginselverklaring van de SP.A voorstelde. In tempore non suspecto zag ook hij al een kans in een herpositionering. “Mocht de SP.A zich eenvoudigweg als een sociaaldemocratische partij positioneren, dan zou dat op meerdere vlakken een nieuwe situatie kunnen creëren.”
Ten eerste zou de SP.A hierdoor “een stukje identiteit terugvinden”, denkt Delwit. Maar ook: die links-rechts tegenstelling en de communautaire tegenstelling “zouden elkaar niet langer overlappen.”

“En dat zou dan weer positieve gevolgen kunnen hebben op het politieke vlak en voor de gesprekken tussen de sociale partners. Er zou geleidelijk aan komaf kunnen worden gemaakt met de foute voorstelling van zaken dat in de discussie vooral het VOKA en het Waalse ABVV tegenover elkaar staan. Ook de stem van de Vlaamse christendemocraten en de linkervleugel van de CD&V zou in een dergelijk scenario geloofwaardiger klinken en meer aan bod komen. En ook zouden de discussies aan de regeringstafel anders kunnen verlopen en op een andere manier in de media weerspiegeld worden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content