Vlinks

‘Vijf eeuwen later klinkt de kritiek van Thomas More nog altijd bekend in de oren’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

In februari is het 500 jaar geleden dat Thomas More zijn magnus opus publiceerde. Johan Velghe van Vlinks maakt van die verjaardag gebruikt om in zijn nieuwjaarswensen te pleiten voor meer Utopia.

De ‘Duizend Klassiekers” op Radio 2 vergezelden mijn eindejaarsdagen. Huishoudelijke taken en klussen leken compacter en moeiteloos op de tonen van songs die het geheugen opfristen, en andere meezingers. Tweemaal draaide ik de volumeknop hoger en staakte ik het soppen van de vaat en diende de wasmachine bij het leeghalen even geduld te oefenen.

Al twintig jaar zingt de Nederlandse folkgroep Rapalje ‘Wat zullen we drinken’ (*). Gelukkig maar blijven ze de eindejaar top duizend halen. Steevast zing ik het derde van de zeven verzen mee: Dan zullen we vechten, voor ons belang / Voor het geluk van iedereen, dus vechten we samen.

Zo simpel verwoord, duidelijker kan een hoopvolle boodschap niet klinken. Onverbeterlijk optimistisch. Mag het?

Het tweede lied dat mij naar de volumeknop deed grijpen zette mij met beide voeten op de grond. Toen ze zevenendertig was realiseerde zij zich dat ze nooit door Parijs had gereden in een sportwagen met de warme wind in haar haar. Op het dak waar ze heen is geklommen toen het lachen te hard werd. De onnavolgbare stem van Marianne Faithfull in ‘The Ballad of Lucy Jordan’. De gebroken droom. De burn-out die murw slaat. The evening sun touched gently on the eyes of Lucy Jordan on the rooftop where she climbed when all the laughter grew too loud. Wanneer alle samenlevingsvreugde gedoofd is. Wanneer zwakheden niet langer kunnen gedeeld worden.

‘Vijf eeuwen later klinkt de kritiek van Thomas More nog altijd bekend in de oren’

Vlinks wenst u geen nieuw jaar toe waarin verder weggevlucht wordt van het geluk van iedereen. Vlinks wenst u veel Utopia. Wensen voor lef om koppig te dromen, om ondanks alles te morrelen en te beuken. Wensen om te morren én activist te zijn. De verontwaardiging niet verliezen, en zonder afwachten zelf stevige fundamenten leggen voor de schuilplaats waar de zwaksten voorrang hebben.

In februari 2016 is het welgeteld vijfhonderd jaar geleden dat de Engelse humanist Thomas More zijn ‘Utopia’ publiceerde bij de Leuvense uitgeverij/drukkerij van de geboren Aalstenaar Dirk Martens, vriend van Erasmus die zijn maatschappijkritiek verpakte in ‘Lof der Zotheid’.

Het boek ‘Utopia’ is één grote en gedetailleerde sociale kritiek op de door armoede, corruptie, slecht beleid en geweld geterroriseerde maatschappij medio zestiende eeuw. Vijf eeuwen later klinkt het nog altijd bekend in de oren. Het fictieve personage Hythiodaeus, de zeeman die aanmeerde in Utopia, vertelt over zijn ervaringen met de eilandbewoners, hoe ze hun samenleving organiseren en hierbij niet schuwen controversiële principes toe te passen. Zo iets als het invoeren vandaag van het basisinkomen. Of nog, het hanteren van onvoorwaardelijke gelijkwaardigheid voor allen en iedereen.

‘De regeringen van dit land wanen zich veilig in twee opeenvolgende jaren zonder verkiezingen.’

Utopia staat voor de perfecte samenleving. Moeten wij met minder tevreden zijn zoals cartesiaans denkende politici ons voorhouden? Hun zogenaamd realisme predikt vijandsbeelden en ongelijkwaardigheid binnen hun met angsturine afgebakend territorium. Utopia houdt ons bij de les: lessen trekken uit wat fout loopt in crisistijden en het voorkomen van een catastrofe als gevolg van armoede en oorlog. Utopia wijst de enige leefbare realiteit aan: hardnekkig volharden in hoop en durf -en vergeet niet empathie er aan toe te voegen- om oplossingen aan te reiken en democratisch af te dwingen. Utopia is het verhaal van het humane geloof dat bergen verzet.

Nieuwjaarswensen zet je niet bij de koopjes, daar ding je niet op af. De jeugdige snaak die peter en meter slechts vijftig procent voorspoed en een gereduceerd percentage gezondheid toewenst heeft gegarandeerd uitzicht op een schrale nieuwjaarsfooi. Nochtans is het dat wat de regeringen voor 2016 met u voorhebben. Ze wanen zich vooralsnog veilig in de twee volgende niet-electorale jaren.

Drie wensen

De nieuwjaarswensen van Vlinks gaan voor het volle pond om nu, en niet later in verkiezingsjaren, de logge tanker vol conservatieve, individualistische tot zelfs egoïstische maatschappijbeelden te doen zwenken in de richting van de solidaire samenleving. De kruisbestuiving van de sociale en Vlaamse emancipatiegeschiedenis blijft de voedingsbodem. Vechten voor ons belang: het geluk van iedereen is voorbij die mentaliteit stappen waarbij voordelen die we zelf genieten als noodzakelijk aanzien worden en de voordelen die een ander krijgt als verspilling te bestempelen.

De wensenlijst is uitgebreid. Een selectie van drie acute wensen dringt zich op.

Primo: laat 2016 het jaar zijn waarin politici haast struikelen over hun daadkracht om komaf te maken met de achter elke hoek van kinderopvang, schoolkeuze, inburgering, sociale huisvesting, thuiszorg, opname in betaalbare woonzorgcentra, loerende wachtlijsten…

Secundo: laat alle beleidsniveaus gelijktijdig inhakken op de tentakels van de armoede-octopus.

Onmogelijk, want besparingstijden? De snelheid waarmee de miljardenkredieten vergaard werden voor het allegaartje van de defensieplannen en het koppig vasthouden aan de aankoop van jachtvliegtuigen scherpt de twijfel aan in het vermogen van de federale regeringspartijen om zich in te leven in de reële besognes van de burgers.

Tertio: een wens gericht aan eenieder. Zet je niet aan de zijkant bij de verstarde galspuwers. Geef het niet op zoals Lucy Jordan. Geloof in Utopia. Ga het geargumenteerde debat aan. Zoek partners. Wees activist van onderuit -meer Robin Hoods à la Wouter Deprez -en weet dat solidariteit, gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid, armoedebestrijding en complexloze identiteitsbeleving een ondeelbaar pakket vormen in de Vlaamse samenlevingsopbouw.

Dan is er werk voor iedereen, dus werken we samen. Samen staan we sterk, ja werken we samen, voor elkaar.

(Johan Velghe is woordvoerder van Vlinks)

(*) Dit uit 1928 daterend Bretoens volkslied Son ar christ (ciderlied) gaf Alan Stivell een folkrockversie. De Nederlandse groep Bots maakte er met ‘Zeven dagen lang’ (1976) een politiek geïnspireerd liedje van. ‘Vechten voor ons belang, het geluk van iedereen’ komt uit de pen van Bots. Rapalje voegde er twintig jaar geleden drie coupletten aan toe.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content