Meer dan 80 procent van de kleuters die aan het begin van dit schooljaar een taalproef moesten afleggen om naar de lagere school te mogen gaan, slaagde daarin.
Meer dan 80 procent van de kleuters die aan het begin van dit schooljaar een taalproef moesten afleggen om naar de lagere school te mogen gaan, slaagde daarin.
Dat blijkt uit een eerste evaluatie van het departement Onderwijs, die minister Pascal Smet (SP.A) woensdag in het Vlaams Parlement voorstelde.
Taalproef
Om taal- en schoolachterstand te vermijden, wil de Vlaamse overheid dat ouders hun kinderen vroeg en regelmatig naar de kleuterschool sturen. Om dat aan te moedigen, besliste de Vlaamse regering dat kinderen in het laatste jaar van de kleuterklas minstens 220 halve dagen aanwezig moeten zijn om naar de lagere school te kunnen gaan.
Kinderen die aan die voorwaarde niet voldoen, kunnen toch nog naar het eerste leerjaar als ze slagen in een taaltest. Meer dan 80 procent van de leerlingen die een taalproef afgelegd heeft, slaagde ook voor deze proef.
De niet-geslaagde leerlingen zitten dit schooljaar opnieuw in de kleuterschool. Twee niet-geslaagde kleuters zijn toch aan de lagere school bevonden, maar hun scholen krijgen voor deze leerlingen geen middelen.
Minister Smet vindt de evaluatie te vroeg om er al grote conclusies aan te verbinden. Maar uit de evaluatie blijkt wel dat de test geen hakbijltest is die op grote schaal de toegang tot het lager onderwijs beperkt, meent Smet. (Belga/KVDA)
