Walter Pauli

Verkiezingen: De winnaars zullen terechte winnaars zijn

De partijen die vandaag verliezen, kunnen alleen bij zichzelf te rade gaan. En de winnaars zullen terechte winnaars zijn.

Ik beken: op een verkiezingsdag geeft de voormiddag me meestal een boost. Controleren of we de stembrief niet vergeten zijn, en dan doen wat de hele buurt doet: welgezind optrekken naar het stembureau. De wachtrijen waren de naam niet waard, de stemcomputers deden het prima, en het vervullen van de ‘burgerplicht’ was me andermaal een genoegen. Ik heb gestemd voor wie ik dat wil. Zonder inmenging, zonder druk en zonder vrees.

Tot de stemkantoren dicht gaan, en tot de stemmen geteld zijn, is dit de dag van het soevereine volk. Van de burger, de kiezer, van u en ik. Wij schudden de kaarten.

(Tussen haakjes: het electoraat van Kessel-Lo, de Leuvense deelgemeente waar ik woon, is zo vanzelfsprekend divers en gekleurd, dat ik mij afvroeg waarom er ooit zo heftig en passioneel gediscussieerd is over stemrecht voor ‘het migrantenstemrecht’, zoals dat toen heette. Goed, er is uiteindelijk gekozen voor de (voor de meeste ‘migranten’) veel betere weg van de nationaliteitsverwerving, maar een parlement zonder Meyrem Almaci, Zuhal Demir, Meyrame Kitir of Nahima Lanjri: het zou toch gewoon ondenkbaar zijn? En al er ik mij straks ook ongeveer evenveel gekleurde mannennamen spontaan voor de geest kan halen, wordt het er alleen maar diverser op. Haakjes dicht).

Hoe dat soevereine volk vandaag stemt, wordt bepaald door drie belangrijke factoren. Eén: het ideeëngoed – zo je wil de ‘ideologie’ of de ‘politieke affiliatie’ van de kiezer. Er zijn mensen die sowieso N-VA stemmen, omdat men uit een ‘Vlaamse’ familie komt. Of omdat men nu eenmaal liberaal of socialist is, of christendemocraat, of wat dan ook. Of het geworden is, door inzicht en ervaring. Het is een taaie groep van het electoraat, en het zijn die mensen die zich op tal van fora en nieuwe ‘sociale’ media het vaakst en vooral het luidst laten horen.

Twee: de ervaringen met Di Rupo I en Peeters II. Het belonen of afstraffen van het gevoerde beleid. In de vertaling van journalisten en commentatoren lijkt het er soms op of het hier alleen om draait, maar dat is niet zo. Maar het is wel een belangrijke factor natuurlijk: is de soevereine kiezer al dan niet tevreden, wil hij al dan niet dat het anders en dus vanzelfsprekend beter moet. Of wil hij vooral beschermen wat hij heeft, mag en kan?

En drie: de campagne zal ook wel zijn invloed hebben. Tot ze zelf in het stemhokje staan, zijn er veel onbesliste kiezers – tot een kwart van het electoraat – en natuurlijk mikken de kiescampagnes niet in het minst op die ‘doelgroep’, om hen alsnog over de streep te krijgen.

En ditmaal werd het soevereine volk bedient op zijn wenken. In vergelijking met de meeste andere verkiezingen, hebben alle politici en partijen ditmaal wel open kaart gespeeld. En zoals dat bij het aftroeven gaat, viel daarbij inderdaad meer dan eens een onvertogen woord, een ongepaste vloek. Om maar te zeggen: een campagne waarbij nooit iemand eens over de schreef of uit de bocht gaat, is een campagne zonder veel emoties. En juist omdat het ditmaal ging over de wezenlijke afspraken van onze welvaarstaat, laaiden de emoties ook hoog op. De campagne was fel omdat ze goed en belangrijk was – niet omgekeerd.

En het is in Knack al geschreven, en we herhalen het graag: “Zondag 25 mei zal dus het eindpunt zijn van bijzonder democratische verkiezingen. De partijen die verliezen, kunnen alleen bij zichzelf te rade gaan. En de winnaars zullen terechte winnaars zijn. Tijdens deze campagne toonde onze parlementaire democratie, hoe onvolmaakt ook, zich op haar best.”

Om vier uur sluiten de stembureaus, en dan heeft het soevereine volk zijn zeg gehad. Dan zijn de kaarten geschud. Dan ishet aan de politici om ermee te spelen enhun slag thuis te halen.

Partner Content