Vereniging asbestlachtoffers inventariseert slachtoffers in omgeving asbestfabrieken

(Belga) De vereniging van asbestslachtoffers Abeva brengt de slachtoffers van asbest in de omgeving van de productiefabrieken van asbest in Kapelle-op-den-Bos, Tisselt (Mechelen) en Harmignies (Bergen) gedetailleerd in kaart, meldt de vereniging vandaag. Met dergelijke onderzoeken wil Abeva de invloed van asbestproductie aan het licht brengen. In ons land sterven jaarlijks meer dan 800 mensen rechtstreeks of onrechtstreeks aan asbest.

Abeva heeft het aantal slachtoffers in de nabijheid van asbestproductiefabrieken in kaart gebracht. Daaruit blijkt dat er in de buurt van de fabrieken in Kapelle-op-den-Bos 150 slachtoffers zijn en in Harmignies 210, van wie er 171 overleden zijn. “Veel stilzwijgende verontwaardigden hebben ons geholpen bij de inventarisering”, zegt voorzitter Eric Jonckheere. “Maar er zijn hoe dan ook nog meer slachtoffers.” Asbest maakt op verschillende manieren slachtoffers. Er is de directe beroepsmatige blootstelling bij arbeiders die met het product in aanraking komen, maar ook wie werkt in een met asbest besmet gebouw, kan besmet raken. Daarnaast lopen bewoners in de buurt van fabrieken een groter risico. Abeva wil met het onderzoek de werkelijke invloed van asbestproductie aan het licht brengen, en kijkt daarbij vooral in de richting van Eternit, waar de meeste slachtoffers gemaakt zouden zijn. Om de kaarten aan te vullen, wil Abeva toegang tot de archieven van het Beroepsziekenfonds en vraagt ze de nodige aanpassingen van het Asbestfonds om onder meer vergoedingen uit te breiden. “Eternit betreurt ten zeerste dat het vroegere gebruik van asbest geleid heeft tot betreurenswaardige gevolgen op het vlak van de gezondheid”, reageert het bedrijf. “Ons bedrijf ontwikkelde een beleid om op een verantwoorde manier met zijn asbestverleden om te gaan.” (Belga)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content