Verbeter de wereld: duurzaam beleggen in vijf stappen

© iStock
Ewald Pironet

Nogal wat mensen willen dat hun belegging méér doet dan rendement opleveren. Ze willen met hun investering de klimaatopwarming tegengaan, waterschaarste de wereld uit helpen en de mensenrechten doen respecteren. Een handleiding in vijf stappen.

Duurzame beleggingen zijn aan een stevige opmars bezig. Bij zowat alle banken liggen er beleggingsfondsen in de etalage die inspelen op de grote maatschappelijke en ecologische thema’s, of die binnen elke sector op zoek gaan naar de meest duurzame bedrijven. In 2017 zat er in ons land voor 24 miljard euro in zulke duurzame beleggingsproducten, bijna een verdrievoudiging tegenover 2013. Daarmee vertegenwoordigen ze al ruim 12 procent van het totale beleggingsaanbod in ons land, en zijn ze niet langer verwaarloosbare nicheproducten.

24 miljard euro werd in 2017 geïnvesteerd in duurzame beleggingsproducten.

Voor Luc Van Liedekerke, professor bedrijfsethiek aan de Universiteit Antwerpen en de KU Leuven, komt de interesse in duurzame beleggingsproducten geen dag te vroeg: ‘Decennialang dachten we over beleggingen puur in termen van risico en rendement, zonder erover na te denken dat onze centen daardoor op plekken konden belanden die schadelijk zijn voor onze samenleving. Het is alsof je naar voeding kijkt, enkel de calorieën telt en nooit nadenkt over wat ze met je gezondheid doet.’

Toch moeten veel spaarders en beleggers de markt van duurzame beleggingsproducten nog ontdekken. En naarmate het aanbod toeneemt, wordt het lastiger om door het bos de bomen te zien. Daarom: een stappenplan voor de belegger die de wereld wil verbeteren.

STAP 1: ontdek het duurzame universum

Er is geen duidelijke definitie die precies omschrijft wat een duurzame belegging is en aan welke criteria ze moet voldoen. De absolute ondergrens voor een duurzame belegging is de uitsluiting van bedrijven of sectoren die een funeste impact hebben op de samenleving. Duurzame fondsen blijven ver weg van onder meer tabak, alcohol, wapens of bedrijven die de mensenrechten schenden. ‘Voor onze duurzame fondsen is er een duidelijke rode lijn: we investeren niet in controversiële bedrijven met activiteiten die de reputatie kunnen besmeuren of die op de lange termijn hinderlijk zijn voor de groei. Duurzaam beleggen gaat over het verdedigen van fundamentele mensenrechten, de bestrijding van corruptie, de bescherming van arbeidsrechten en het duurzaam maken van onze planeet’, zegt Ophélie Mortier, duurzaamheidsexperte bij vermogensbeheerder Degroof Petercam, een van de marktleiders in ons land voor duurzaam beleggen.

Verbeter de wereld: duurzaam beleggen in vijf stappen

De strategie van uitsluitingen vormde de basis van de ethische beleggingsfondsen die ontstonden in het begin van de jaren 1990. Toch is de tijd voorbij dat die aanpak genoeg is om te spreken van een echt duurzame belegging, want schadelijke bedrijven of sectoren worden ook steeds vaker geweerd uit het gewone beleggingsaanbod. Zo investeert geen enkel actief beleggingsfonds van BNP Paribas Fortis in tabaksbedrijven of hoofdontginners van het omstreden schaliegas. ‘De uitsluiting van schadelijke bedrijven is nog maar het begin voor een echt duurzaam beleggingsfonds’, zegt Guy Janssens, hoofd duurzaam beleggen bij BNP Paribas Fortis. ‘Minstens even relevant is de integratie van duurzaamheidscriteria bij de selectie van bedrijven.’

De beheerder van een gewoon beleggingsfonds heeft bijna uitsluitend oog voor de financiële gegevens van een onderneming (zoals de winst, de omzet, de rentabiliteit of de cashflow). De beheerder van een duurzaam fonds vertrekt eveneens vanuit de cijfers, maar brengt ook in kaart hoe goed het bedrijf scoort op het vlak van milieu, sociale impact en deugdelijk bestuur. Dat gaat bijvoorbeeld over de invloed van het bedrijf op de klimaatverandering, de hoeveelheid koolstof die het bedrijf uitstoot, het waterverbruik, het respecteren van mensenrechten, of de diversiteit van de raad van bestuur. Alleen bedrijven die volgens de duurzame fondsbeheerder ook voldoende duurzaamheidscriteria kunnen afvinken, komen ook in aanmerking voor een duurzaam fonds.

Verbeter de wereld: duurzaam beleggen in vijf stappen

STAP 2: check het label

In de praktijk komt het er vooral op neer dat banken zelf beslissen wat duurzaam is en welke criteria ze daarbij hanteren. Daarbij is het risico op greenwashing zeker niet uitgesloten, waarbij financiële instellingen op de kar springen door snel wat fondsen in de markt te zetten waarvan de verpakking duurzamer lijkt dan de inhoud. Om consumenten toch enig houvast te geven, ontwikkelde de bankenfederatie Febelfin een duurzaamheidslabel. ‘Consumenten kiezen bewuster dan ooit. Dat geldt voor wat er op hun bord ligt, voor hun manier van reizen, maar ook voor hun geld. Ze beleggen liever niet in activiteiten die schadelijk zijn voor mens, milieu of maatschappij’, klinkt het in een Febelfin-persbericht. ‘Daarom hebben we in overleg met de banken, de vermogensbeheerders en het maatschappelijk middenveld een kwaliteitsnorm uitgewerkt voor duurzame financiële producten, zoals beleggingsfondsen. Voldoen die producten aan de norm, dan kunnen ze het duurzaamheidslabel behalen.’ Na de zomer zouden de eerste labels worden uitgereikt.

Professor Van Liedekerke: ‘Het label heeft de verdienste dat het een ondergrens vastlegt voor duurzame beleggingsproducten. Het is een soort verzekeringspolis die consumenten garandeert dat het product minimale duurzaamheidssprincipes respecteert.’

STAP 3: beslis hoever u wilt gaan

Beleggers die voor duurzame fondsen kiezen, moeten voor zichzelf ook uitmaken waar voor hen de ondergrens ligt. Want zelfs een duurzaamheidslabel zoals dat van Febelfin garandeert niet dat een belegging helemaal strookt met uw principes. Zo koos de bankenfederatie ervoor om de deur open te houden voor olie- en gasbedrijven, wat voor sommige gewetensvolle beleggers een brug te ver kan zijn. ‘Dat houdt geen steek in een tijdperk waarin een van de meest urgente maatschappelijke uitdagingen net gaat over de transitie naar koolstofvrije brandstoffen’, zegt Thomas Van Craen, ceo van Triodos Bank, in ons land een van de pioniers van het duurzaam beleggen. Van Craen verwijst naar een recent rapport van het VN-klimaatpanel IPCC, dat stelt dat we nog elf jaar de tijd hebben om de keuzes te maken die nodig zijn voor de transitie naar een CO2-neutrale economie in 2050. ‘Binnen die context is er geen enkele plaats voor fossiele brandstoffen in financiële producten die zichzelf als duurzaam omschrijven.’

Duurzame fondsen blijven ver weg van onder meer tabak, alcohol, wapens of bedrijven die de mensenrechten schenden.

Guy Janssens ziet dat anders, en verdedigt de keuze van Febelfin. ‘Het is altijd mogelijk om een label te ontwikkelen dat zo streng is dat bijna geen enkel product het nog kan krijgen. Maar wat bereik je daarmee? Nu kan de meerderheid van de financiële instellingen zich achter het label scharen, waardoor uiteindelijk ook veel meer duurzame fondsen tot bij de beleggers zullen raken. Ik ben ervan overtuigd dat duurzame beleggingsproducten op termijn een veel grotere invloed zullen hebben op onze samenleving wanneer ze een massa beleggers achter zich kunnen scharen. Het alternatief is dan zeer strenge nicheproducten, maar weinig invloed.’

Het is een aanpak die veel banken nu al hanteren voor hun duurzame beleggingsaanbod: olie- en gasbedrijven worden niet per definitie uitgesloten, zolang ze maar volop bezig zijn met de transitie naar hernieuwbare energie. We stellen bovendien vast dat de toepassing van die benadering echt inwerkt op de strategie en het gedrag van bedrijven. ‘Duurzaam beleggen mag niet alleen gaan over het uitsluiten van sectoren of activiteiten. Het gaat ook over het stimuleren van bedrijven in minder duurzame sectoren om toch maximale inspanningen te doen om dingen te veranderen’, zegt Ophélie Mortier van Degroof Petercam. Zij verwijst naar het oliebedrijf Total, dat is uitgegroeid tot een van de grootste producenten van zonne-energie. Of naar chemiebedrijven, die wel een zware stempel kunnen zetten op het milieu maar waarvan sommige wel inspanningen doen om te evolueren naar minder schadelijke biochemische producten.

STAP 4: verlies geen rendement

Veel beleggers geloven nog altijd dat kiezen voor een duurzame belegging uiteindelijk ook kiezen is voor een lager rendement. Dat is een erfenis uit het verleden. Herinner u het Krekelsparen, een ethische spaarrekening van de toenmalige ASLK die in 2013 na bijna dertig jaar werd stopgezet. De spaarrekening keerde een lagere rente uit, zodat er meer geld kon worden geïnvesteerd in sociale en ecologische projecten. Van Liedekerke: ‘Veel mensen geloven nog altijd dat ze moeten inboeten op hun rendement als ze met hun geld een positieve impact op de samenleving willen hebben. Maar er zijn al honderden studies die aantonen dat het rendement van een gewone en dat van een duurzame belegging gelijkloopt, of dat duurzame beleggingen zelfs een iets hoger rendement opleveren.’

Daar zijn verschillende redenen voor. Guy Janssens: ‘Om te beginnen zijn de regelgevers – zowel in België als in de rest van de wereld – de voorbije jaren veel strenger geworden. Vervuilende bedrijven of ondernemingen die de sociale wetgeving niet respecteren, krijgen hoge boetes en lopen ook reputatieschade op. Zulke bedrijven zijn daardoor ook meer risicovolle investeringen. Banken houden daar steeds vaker rekening mee bij het toekennen van een lening, waarbij duurzame bedrijven vaak een goedkopere lening zullen krijgen dan ondernemingen die het minder nauw nemen met de duurzaamheidscriteria.’

Verbeter de wereld: duurzaam beleggen in vijf stappen

Luc Van Liedekerke wijst er ook op dat duurzame bedrijven financiële crisissen beter doorstaan. ‘Duurzame bedrijven streven ook naar een gezond sociaal klimaat. Na een crisis zetten ze niet meteen een heleboel mensen op straat, waardoor ze sneller kunnen reageren op het moment dat de economie weer opveert.’

STAP 5: verbeter de wereld

Experts zijn het erover eens dat duurzaam beleggen de norm zal worden. Zo zal BNP Paribas Fortis de komende jaren al zijn fondsenmanagers stimuleren om de duurzaamheidscriteria niet alleen te gebruiken voor de duurzame fondsen, maar voor het hele fondsenaanbod.

Dan rest de vraag hoezeer de effecten daarvan ook doorsijpelen naar de reële economie, en of de wereld daar ook een betere plek door wordt. ‘We moeten eerlijk zijn: voorlopig zijn er nog onvoldoende gegevens en meetinstrumenten om daadwerkelijk de invloed van duurzaam beleggen in kaart te brengen. Maar dat wil nog niet zeggen dat duurzaam beleggen geen zin heeft’, zegt Van Liedekerke.

Om te beginnen laat duurzaam beleggen toe om je financiële keuzes in overeenstemming te brengen met je waarden en overtuigingen. ‘Ik kan me perfect voorstellen dat een longarts die zijn hele leven mensen heeft behandeld voor longkanker geen pensioenkapitaal wil opbouwen met een beleggingsfonds dat de tabaksindustrie financiert. De integratie van waarden in het beleggingsproces is een nieuwe stap vooruit.’ En uiteindelijk voelt ook de tabaksindustrie daar de gevolgen van. Want wie zulke bedrijven toch nog wil financieren, zal daarvoor ook een hogere vergoeding eisen. De overblijvende banken zullen hogere krediettarieven hanteren, en aandeelhouders zullen hogere dividenduitkeringen verwachten. Kortom: een beperktere toegang tot de kapitaalmarkt kost de onderneming handenvol geld. Van Liedekerke: ‘Op dit moment is de reële invloed van duurzame investeringen nog niet afgetekend merkbaar in onze economie. Maar naarmate er steeds meer kapitaal wegvloeit uit kwalijke activiteiten kan de omslag er heel snel komen. Dat punt is stilaan in zicht. Niet over enkele decennia, maar al over enkele jaren.’

HOE DUURZAAM BELEGGEN MAINSTREAM WERD


– De push van de grootbanken

Al sinds het begin van de jaren 1990 kunnen beleggers kiezen voor een duurzame investeringen, al werden die in de begindagen vooral in de markt gezet als ‘ethische beleggingen’. Twintig jaar lang bleef het een zaak voor een heel beperkt publiek. ‘Intussen is duurzaam beleggen mainstream geworden. Die evolutie is in een stroomversnelling gekomen sinds ook de klassieke grootbanken op de kar zijn gesprongen. Niet alleen hebben ze een uitgebreid aanbod van duurzame beleggingsproducten ontwikkeld, ze stappen er ook nog eens actief mee naar hun klanten’, zegt professor Luc Van Liedekerke.


– Imagoschade na de bankencrisis

Dat de grootbanken, die lange tijd aan de zijlijn bleven staan, nu toch volop de kaart trekken van duurzame beleggingen heeft voor een deel te maken met de bankencrisis van 2008. De reputatie van de banken kreeg een flinke knauw, en de jaren nadien werd alles gedaan om dat te boven te komen. Maar er is meer aan de hand. Van Liedekerke: ‘De samenleving verandert. Mensen komen op straat om te ijveren voor een beter klimaatbeleid, en er is een groter bewustzijn over wat goed en slecht is voor ons allemaal. Dat sijpelt nu ook door in de manier waarop we omspringen met onze centen.’


– Betere controle

Die maatschappelijke tendens wordt nog eens ondersteund door een veel grotere beschikbaarheid van informatie over de impact van ondernemingen op de samenleving. Banken en vermogensbeheerders kunnen niet alle bedrijven zelf controleren, en doen daarvoor een beroep op externe onderzoeksbureaus zoals MSCI ESG, Sustainalytics of Vigeo Eiris. Zij legden de voorbije jaren databanken aan waarin ze duizenden bedrijven een rating toekennen volgens uiteenlopende duurzaamheidscriteria. ‘Daardoor is het beleggingsuniversum voor duurzame investeringen de voorbije jaren exponentieel gegroeid’, zegt Guy Janssens, Head of Sustainable and Responsible Investments bij BNP Paribas Fortis. ‘Want je kunt als bank wel de ambitie hebben om een duurzame portefeuille samen te stellen, dat lukt niet als je maar relevante informatie hebt over een fractie van de bedrijven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content