Vastgoedsector bevreesd voor impact belastingverhoging op tweede verblijven aan kust

(Belga) Vastgoedmakelaars verwachten zware implicaties voor de kusteconomie als meer kustgemeenten een belastingverhoging op tweede verblijven invoeren. De meeste eigenaars (62 procent) van een tweede verblijf zijn doorsnee gezinnen. Bij een verdere belastingverhoging zouden heel wat van deze “gewone gezinnen” hun tweede verblijf verkopen en zouden heel wat potentiële tweede verblijvers afhaken, waarschuwt het Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars (BIV).

De kust telt volgens het BIV ruim 85.000 tweede verblijven. Daarop worden zowel provinciale als gemeentelijke belastingen geheven. Om de gemeentefinanciën bij te sturen, hebben vier van de tien kustgemeenten (Oostende, Koksijde, Blankenberge en Knokke-Heist) dit jaar al een belastingverhoging op tweede verblijven doorgevoerd. Als nog meer gemeenten een belastingverhoging toepassen komt de betaalbaarheid in het gedrang, menen beroepsorganisatie CIB Vlaanderen en het BIV na een bevraging bij 220 vastgoedmakelaars aan de kust. “De tweede verblijven zijn uitermate belangrijk voor de kusteconomie en de werkgelegenheid in restaurants, winkels, bouwbedrijven…”, luidt het. Een doorgedreven belastingverhoging zou zich direct laten voelen. Zestig procent van de bevraagde vastgoedmakelaars vreest in dat geval een beperkte impact op het kusttoerisme en de -economie, 38,5 pct meent dat een belastingverhoging een grotere impact zou hebben. De helft van de bevraagde kustmakelaars merkt al een zekere argwaan bij tweede verblijvers. “Indien het ook in andere kustgemeenten effectief tot een belastingverhoging zou komen, verwacht 82 pct van de makelaars dat heel wat tweede verblijvers (20 procent en meer) hun pand op termijn te koop zullen stellen, 91 pct verwacht dat heel wat potentiële tweede verblijvers (ook hier 20 procent en meer) zouden afhaken vanwege de hoge kosten.” (MVL)