Vandeurzen antwoordt op zorgen van de zorgsector: ‘We vegen de schrijnende verhalen niet onder de mat.’

Jo Vandeurzen. © BelgaImage
De Streekkrant
De Streekkrant De Streekkrant blikt als gratis krant elke woensdag vooruit op de week die komt.

Deze Week trok met de vragen van de zorgsector naar de Vlaamse minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V): ‘Van een mantelzorger wordt veel gevraagd, hé.’

Woonzorgcentra (WZC): ‘Nood aan een beter imago.’

De situatie: Vlaanderen vergrijst – zijn we daar klaar voor?

De grootste zorg: blijven WZC’s betaalbaar? De overheid trekt zich terug. Er zijn wel investeringen, maar onvoldoende om de stijging van de behoefte bij te houden. We dreigen in een systeem met twee snelheden terecht te komen. En dat in een sector die kampt met een imagoprobleem.’

JO VANDEURZEN: Ik ben het met twee zaken niet eens. De overheid trekt zich niet terug, integendeel. Alle cijfers bewijzen dat er massaal geïnvesteerd wordt in de residentiële ouderenzorg. Ik zou zelfs zeggen: méér dan toen dat dat nog geen Vlaamse bevoegdheid was. En we gaan ook niet naar een tweesnelhedensysteem.

De massale metingen die we doen, tonen aan dat bewoners van WZC’s de kwaliteit van de zorg beoordelen als goed tot zeer goed.

Wat we wel goed voor ogen moeten houden, is dat een dagprijs in WZC’s bestaat uit woon- en leefkosten en een stukje zorgkosten. De overheid moet zich concentreren op de zorgkost. Wij moeten zorgen voor meer middelen en personeel omdat de zorgzwaarte toeneemt. Maar het spreekt voor zich dat wij niet de woon- en leefkosten zullen reglementeren. Er zijn wel kwaliteitseisen voor bijvoorbeeld voeding, infrastructuur en woonkwaliteit, maar voor de rest mag er gerust verschil zijn tussen de WZC’s.

Voor mij zijn er vier cruciale punten. Eén: het aanbod moet voldoende groeien. Daarvoor hebben we een investeringsprogramma van 9800 plaatsen de komende vier jaar. Twee: de zorgzwaarte moet beter gefinancierd worden. Drie: de prijzen moeten betaalbaar blijven. Voor het eerst zijn de dagprijzen in Vlaanderen bekendgemaakt. Mensen kunnen zo WZC’s vergelijken en wij kunnen kijken hoe we die prijzen kunnen beïnvloeden door investeringen in infrastructuur. Vier: de kwaliteitsbewaking – het zogenaamde imagoprobleem uit de vraag. Ja, een aantal schrijnende verhalen hebben de media gehaald en die mogen we niet onder de mat vegen.

Maar de massale metingen die we doen, tonen aan dat bewoners van WZC’s de kwaliteit van de zorg beoordelen als goed tot zeer goed. Wij zijn voorstander van het idee dat WZC’s – net zoals de ziekenhuizen – transparant zijn over de criteria die zij hanteren om de kwaliteit te meten en de resultaten ervan bekend te maken. De Vlaming verwacht terecht kwaliteit en transparantie.

Thuis- en gezinszorg: ‘Steeds meer kennis nodig.’

De situatie: meer dan 30.000 zorgverstrekkers zijn dagelijks op de baan en zorgen ervoor dat ouderen en zorgbehoevenden zo lang mogelijk in hun eigen omgeving kunnen blijven.

De grootste zorg: de thuisverzorgers worden met steeds meer en steeds complexere vragen geconfronteerd. Ook psychische.

VANDEURZEN: We maken een fundamentele verschuiving mee, dat is zeker waar. Als we ernaar streven om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, heeft dat tot gevolg dat de zorgvraag chronisch wordt en ook meer elementen van geestelijke gezondheidszorg zal omvatten.

Iedereen die bijdraagt aan de zorg, moet toegang hebben tot relevante gegevens over die persoon om een juiste bijdrage te kunnen leveren.

Thuis blijven wonen mag ook niet ‘sec’ thuis wonen zijn: de mensen moeten kunnen deelnemen aan de samenleving. Als dat ons doel is, weten we dat we de middelen en methoden daaraan moeten aanpassen. We moeten streven naar een continue en multidisciplinaire zorg. We moeten geïntegreerd werken. Een van de cruciale aspecten daarbij is gegevensdeling. Iedereen die bijdraagt aan de zorg, moet toegang hebben tot relevante gegevens over die persoon om een juiste bijdrage te kunnen leveren.

Komen meteen om de hoek kijken: veiligheid van gegevensverkeer, privacy, toestemming en beroepsgeheim. We hebben het technisch platform om gegevens uit te wisselen, maar alle sectoren moeten bereid zijn die te delen. Alleen zo kunnen we dat realiseren binnen de budgettaire marges.

Mantelzorg: ‘Hoe kunnen we ons beter wapenen?’

De situatie: wie zich engageert om voor een ziek familielid te zorgen, moet dat zien te combineren met zijn of haar eigen leven en werk.

De grootste zorg: hoe kunnen we de mantelzorgers beter wapenen om hun taak zo lang mogelijk vol te houden?

VANDEURZEN: Dat moeten ze zeker en vast. We hebben dan ook een plan gemaakt rond mantelzorg. De waarheid gebiedt me te zeggen dat het beleid rond mantelzorg zich uitspreidt over verschillende Vlaamse en federale bestuursniveaus: arbeid, sociale zekerheid…

Maar we hebben een plan met enkele belangrijke kapstokken. Ten eerste moet er een gemakkelijk toegankelijk aanspreekpunt zijn waar zowel de patiënten als de mantelzorgers terecht kunnen voor alle aspecten van dit type zorg, niet alleen voor het medische. Er is ook nood aan een Vlaams expertisecentrum.

Ten tweede moeten we de mantelzorgers erkennen als partner in een soms complex zorgplan. Iedereen vindt de mantelzorger belangrijk, maar nu wordt hij nog te veel gezien als de vertegenwoordiger van de patiënt. We moeten hem als een volwaardige partij erkennen en ondersteunen in zijn noden. Van een mantelzorger wordt heel wat gevraagd, hé.

Gezinnen verdunnen, kinderen wonen verder weg… die nieuwe realiteit zorgt ervoor dat we moeten investeren in kleinschalige buurtprojecten.

Wat we concreet kunnen doen? Het verder uitbouwen van de respijtzorg (dagopvang, kortverblijf, nvdr) zodat de mantelzorger eens op adem kan komen. Het is nog altijd onze ambitie om in elke gemeente een dagopvang te hebben. Het aantal plaatsen in kortverblijf is de afgelopen jaren fors uitgebreid omdat we beseffen dat de draagkracht van de mantelzorger ook beperkt is. Net omdat die mantelzorg niet zo vanzelfsprekend is, is er een grote vraag naar buurtgerichte ondersteuning. Gezinnen verdunnen, kinderen wonen verder weg… die nieuwe realiteit zorgt ervoor dat we moeten investeren in kleinschalige buurtprojecten waar zorgzaamheid centraal staat. Dat kan een dienstencentrum zijn of het grand café van een woonzorgcentrum… als het maar een plaats is waar kwetsbare mensen kunnen samenkomen. We willen zeker kijken hoe we het lokale sociale beleid daarin ondersteunen.

Geestelijke gezondheidszorg: ‘Investeren in snelle interventie.’

De situatie: slechts 3 op de 10 mensen met psychische problemen krijgen de zorg die ze nodig hebben. 80 procent van het budget gaat naar opnames, 20 procent naar andere zorgvormen. Een klein percentage naar ambulante hulp.

De grootste zorg: moet er meer geïnvesteerd worden in centra voor geestelijke gezondheidszorg (CGG)?

VANDEURZEN: We moeten meer investeren in vroege detectie en interventie, absoluut. Maar de toekomstige rol van de CGG’s zal in belangrijke mate worden bepaald door de volledige hertekening van de geestelijke gezondheidszorg in al haar facetten en de vraag rond de terugbetaling van psychotherapie in de ziekteverzekering. We hebben al flink geïnvesteerd in de CGG’s, maar de globale evolutie van de geestelijke gezondheidszorg is een belangrijk vraagstuk.

Historisch is de geestelijke gezondheidszorg erg in de tweede en derde lijn georganiseerd (zie kader bij foto, nvdr). Nu is er een maatschappelijke evolutie bezig die meer aandacht vereist van de nulde en eerste lijn. En dat heeft gevolgen: wil je meer ambulante zorg, dan zal dat gevolgen hebben voor de werking van de CGG’s.

Zorg in nulde, eerste, tweede en derde lijn

Nuldelijnszorg: zorg gegeven door familie, vrijwilligers, mantelzorgers.

Eerstelijnszorg: direct toegankelijke zorg voor de patiënt. Spoeddiensten bij ziekenhuizen, huisartsen, maatschappelijk werkers.

Tweedelijnszorg: zorg waarvoor verwijzing (specialisatie) nodig is. Meestal ambulant.

Derdelijnszorg: zorg waarbij de patiënt wordt opgenomen in een instelling.

Dit interview werd opgetekend door Dirk Remmerie. Lees uw volledige lokale editie van Deze Week hier.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content